ECLI:NL:RBAMS:2021:343

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 januari 2021
Publicatiedatum
3 februari 2021
Zaaknummer
13-244054-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

ISD-maatregel opgelegd aan verdachte wegens winkeldiefstal met recidive

Op 7 januari 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 28 september 2020 twee blikjes bier heeft gestolen in een supermarkt te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1981 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in een penitentiaire inrichting. Tijdens de terechtzitting heeft de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, de vordering gedaan om de ISD-maatregel op te leggen, terwijl de verdediging betoogde dat niet aan de zachte criteria voor deze maatregel was voldaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die bekend heeft, een recidivist is met een lange geschiedenis van winkeldiefstallen, vaak gepleegd onder invloed van alcohol. De rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte, de aangifte van de supermarkt en het proces-verbaal van de verbalisant als bewijs aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de ISD-maatregel noodzakelijk was om de kans op recidive te verminderen en om de maatschappij te beschermen. De rechtbank heeft de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opgelegd, zonder aftrek van voorarrest, en heeft de verdachte als strafbaar verklaard voor de diefstal. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13-244054-20
Datum uitspraak: 7 januari 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteland] op [geboortedag] 1981,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de ‘Penitentiaire Inrichting [locatie te plaats].

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 januari 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. A.L. Wagenaar, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. S.Ph.Chr. Wester, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De verdenking komt er – kort gezegd – op neer dat verdachte op 28 september 2020 twee blikjes bier heeft gestolen in een [naam supermarkt] supermarkt te Amsterdam.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage 1, die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie is van mening dat het feit bewezen kan worden verklaard.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ter terechtzitting het feit bekend. De raadsman heeft zich met betrekking tot de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van de bekennende verklaring van verdachte, de aangifte van winkelbedrijf [naam supermarkt] en het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde diefstal heeft gepleegd.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage 2 opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
op 28 september 2020 te Amsterdam, twee blikken bier (type: Bavaria 8.6 Extreme), toebehorende aan [naam supermarkt], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

5.Strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders

7.1.
Eis van de officier van justitie
Verdachte voldoet aan de harde criteria voor het opleggen van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel). Omdat verdachte geen Nederlands spreekt en slechts zeer gebrekkig Engels is een behandeling voor zijn alcoholverslaving in een forensisch kader niet mogelijk. Daarmee is ook aan de zachte criteria voldaan. De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte de ISD-maatregel zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren, zonder aftrek van voorarrest.
7.2.
Standpunt van de verdediging
Er kan geen ISD-maatregel worden opgelegd omdat niet aan de zachte criteria is voldaan. Verdachte heeft nooit enig reclasseringstoezicht opgelegd gekregen, laat staan dat een dergelijk opgelegd toezicht negatief retour is gezonden. Verdachte wil juist graag met de reclassering aan de slag en is bereid om aan alle door de rechtbank op te leggen bijzondere voorwaarden mee te werken. Anders dan de reclassering beweert, staan de geconstateerde taalproblemen niet aan een toezicht en een behandelverplichting in de weg. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft de raadsman een arrest overgelegd van het gerechtshof Amsterdam (d.d. 13 maart 2019, parketnummer 23-002106-18, niet gepubliceerd). Die verdachte was een aan alcohol verslaafde man uit Litouwen die Nederlands noch Engels sprak. Ook in deze zaak had de reclassering aanvankelijk gesteld dat de Litouwse man aan de zachte criteria van de ISD-maatregel voldeed omdat de man niet kon worden geholpen middels een toezichttraject. Nadat vervolgens door de rechtbank de ISD-maatregel was opgelegd heeft het gerechtshof niettemin een deels voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd met bijzondere voorwaarden, waaronder een verslavingsbehandeling bij de Jellinek.
De raadsman heeft van mw. C. Stins van de Reclassering Nederland vernomen dat in beginsel weliswaar geen toezicht wordt geboden aan personen die de Nederlandse of Engelse taal niet machtig zijn maar dat in dat beleid een uitzondering wordt gemaakt voor personen die een zelfstandig bestaan in Nederland kunnen opbouwen en die open staan voor een behandeling. De raadsman heeft primair verzocht om aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen van 150 dagen, waarvan 35 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarden die de rechtbank wenselijk acht.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de ISD-maatregel in voorwaardelijke vorm op te leggen.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in een supermarkt twee blikjes bier gestolen. Winkeldiefstal is een hinderlijk en veel voorkomend feit dat grote schade en overlast bij de detailhandel veroorzaakt.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat verdachte vanaf september 2018 met grote regelmaat winkeldiefstallen pleegt.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van Reclassering Nederland, Advies & Toezicht, unit 2, Midden Nederland, van 10 oktober 2020, opgemaakt door reclasseringswerker H.M.D. Bloemen. Dit rapport is opgesteld ten behoeve van de raadkamer gevangenhouding. In dit rapport is te lezen dat alle door verdachte gepleegde winkeldiefstallen onder invloed van alcohol zijn gepleegd. Door zijn alcoholverslaving lijkt hij niet meer in staat om een conventioneel leven te leiden. Ook toen verdachte nog in [geboorteland] woonde was zijn drankgebruik al problematisch. Verdachte is werkloos, heeft geen inkomen en geen huisvesting. Een opname voor behandeling van zijn verslaving is geïndiceerd. Verdachte staat daar voor open. De reclassering heeft geadviseerd om de voorlopige hechtenis van verdachte te schorsen onder de bijzondere voorwaarden van een verplicht reclasseringscontact en een opname in een verslavingskliniek.
De raadkamer heeft het advies van de reclassering niet gevolgd omdat er toen nog geen concrete datum en plek was voor opname in een verslavingskliniek.
De rechtbank heeft tevens kennis genomen van het rapport van 11 december 2020 van dezelfde reclasseringsinstelling en reclasseringswerker. Hierin is vermeld dat de reclassering na het advies van 10 oktober 2020 is gebleken dat verdachte niet klinisch kan worden behandeld omdat hij geen Nederlands spreekt en zijn beheersing van de Engelse taal gebrekkig is. Ook een ambulante behandeling is onuitvoerbaar als gevolg van de taalbarrière. Dit wordt door diverse instanties bevestigd. Er zijn daarom geen mogelijkheden om met interventies in het kader van een reclasseringstoezicht gedragsverandering bij verdachte in te zetten. De reclassering adviseert daarom om aan verdachte de ISD-maatregel op te leggen.
Verdachte pleegt vanuit zijn verslaving vermogensdelicten. Zolang zijn verslavingsproblematiek op de voorgrond staat is de kans op recidive onverminderd hoog. De maatregel zal in het geval van verdachte bijdragen aan recidivevermindering, omdat hij voor langere tijd in detentie verblijft en de maatschappij op die manier beschermd wordt tegen zijn criminele activiteiten. Daarnaast kan hij via de ISD-vreemdelingenafdeling, die gericht is op uitzetting en/of terugkeer naar het eigen land, geholpen worden bij zijn terugkeer naar [geboorteland] en het starten van een behandeling voor zijn alcoholverslaving aldaar, aldus het reclasseringsadvies..
Ter terechtzitting van 7 januari 2021 is reclasseringswerker Bloemen als deskundige gehoord. Zij heeft haar bevindingen zoals vermeld in het rapport van 11 december 2020 bevestigd. Hoewel reclasseringstoezicht in de regel kan plaatsvinden met behulp van een tolk, ligt dit anders bij een verslavingsbehandeling, waarbij over emoties en gevoelens moet worden gepraat. Een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde een verslavingsbehandeling is daarom niet uitvoerbaar. Een voorwaardelijke ISD-maatregel is om dezelfde reden niet mogelijk.
Ook binnen de ISD zal in verband met de taalproblemen geen verslavingsbehandeling kunnen plaatsvinden. Binnen de ISD kan echter wel een eventuele terugkeer van verdachte naar [geboorteland] en een verslavingsbehandeling aldaar in gang worden gezet.
De rechtbank neemt het advies van de reclassering over. Bloemen heeft zich uitgebreid laten informeren over de mogelijkheden voor verdachte om in Nederland in het kader van een forensische titel een verslavingsbehandeling te ondergaan. Door diverse instanties is bevestigd dat dit zowel ambulant als klinisch niet mogelijk is. Een verslavingsbehandeling als voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel of in het kader van een voorwaardelijke ISD-maatregel is daarom geen optie.
De casus zoals geschetst in het door de raadsman aan de rechtbank overhandigde arrest van 13 maart 2019 is naar het oordeel rechtbank een geheel andere dan waarvan in de onderhavige strafzaak sprake is. De persoonlijke omstandigheden van de beide verdachten lijken sterk van elkaar af te wijken. De rechtbank ziet dan geen reden om te twijfelen aan de bevindingen van de reclassering.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel justitiële documentatie van 23 december 2020 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan het bewezen geachte feit meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl het in dit vonnis bewezen verklaarde feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Blijkens het uittreksel Justitiële Documentatie van 23 december 2020 is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten. De rechtbank ziet geen reden om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie in haar vordering volgen.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Legt op de
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 jaren.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.P. Bleeker, voorzitter,
mrs. W.M.C. van den Berg en C.M. Degenaar, rechters,
in tegenwoordigheid van B. de Hoogh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 januari 2021.
[...]