7.3.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft een fiets van iemand anders die op straat tegen een brugleuning stond in het water gegooid. Hij was op dat moment zwaar onder invloed van alcohol. Toen hij door de eigenaar van de fiets op zijn gedrag werd aangesproken nam verdachte een agressieve houding aan. Verdachte heeft door zijn gedrag schade veroorzaakt voor de eigenaar van de fiets en heeft door zijn overlast gevende gedrag irritatie en gevoelens van onveiligheid bij omstanders veroorzaakt.
Daarnaast heeft verdachte in een supermarkt levensmiddelen gestolen. Winkeldiefstal is een hinderlijk en veel voorkomend feit dat grote schade en overlast bij de detailhandel veroorzaakt.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat verdachte vanaf 2017 met regelmaat voor strafbare feiten is veroordeeld, waaronder een aanzienlijk aantal winkeldiefstallen. In 2016 is hij in Spanje veroordeeld voor rijden onder invloed en diefstal.
In het reclasseringsadvies van 10 mei 2021, opgemaakt door de reclasseringswerker E.C. Vilters is te lezen dat verdachte in Zuid-Afrika is opgegroeid. In verband met een beoogde carrière als professioneel motorcrosser heeft hij rond zijn vijftiende jaar korte tijd in de Verenigde Staten gewoond. Daar kreeg hij een ongeluk waarna hij is teruggegaan naar Zuid-Afrika om te revalideren. In die periode is hij begonnen met het drinken van alcohol en het roken van wiet. Geconfronteerd met het agressieve gedrag van zijn vader is hij uiteindelijk bij zijn moeder gaan wonen. Zowel hij als zijn moeder hadden een drankprobleem en het contact tussen hen verliep moeizaam. Na zijn militaire dienst in Zuid-Afrika lijkt verdachte een turbulent bestaan te hebben gehad, waarbij hij veel van de wereld heeft gezien. In Peru heeft hij zijn vrouw leren kennen. In 2016 zijn verdachte en zijn vrouw naar Nederland gekomen. Hun financiële situatie was op dat moment zorgelijk en verdachte had geen betaald werk. Op verschillende leefgebieden ontstonden problemen, waardoor zijn alcohol en drugsgebruik verergerden. Zijn huwelijk is inmiddels beëindigd en verdachte heeft vrijwel geen contact meer met zijn ex-vrouw en hun drie dochters. Verdachte zou tot ongeveer een half jaar geleden elke dag heroïne hebben gerookt of methadon hebben gebruikt, gecombineerd met alcohol.
De reclassering merkt op dat verdachte een ‘bingedrinker’ is, waarbij hij in korte tijd zeer grote hoeveelheden alcohol tot zich neemt. Hij gaat door met drinken tot hij hevig dronken is of zijn bewustzijn verliest.
Verdachte is sinds enkele jaren bekend bij de Jellinek vanuit een vrijwillig kader. Ongeveer een half jaar geleden is het verdachte gelukt om te stoppen met harddrugs. Hij zou er ook naar streven om zijn alcoholgebruik af te bouwen maar is ambivalent in zijn motivatie en neemt het aversiemiddel Refusal niet altijd in.
Ondanks dat verdachte gemotiveerd is om van zijn verslaving af te komen en geen pro-criminele houding heeft, heeft hij een geschiedenis van het niet nakomen van afspraken en voorwaarden. In het verleden is driemaal een reclasseringstoezicht met bijzondere voorwaarden aan hem opgelegd maar omdat verdachte niet op afspraken verscheen hadden deze geen resultaat. Het is daarom niet mogelijk gebleken om vanuit een drangkader een forensisch behandeltraject op te starten. De onmacht van verdachte lijkt sterker te zijn dan zijn motivatie. Interventies vanuit een hulpverleningstraject en een langdurig klinisch traject vanuit een ambulant kader hebben weinig tot geen kans van slagen.
De reclassering is van mening dat een langdurige klinische opname wenselijk is, mits dit vanuit het dwangkader van een ISD-maatregel plaats zal vinden. Gedurende de intramurale fase zal er naast het aanleren van adequate vaardigheden in het kader van verslavingsbehandeling, ook nadere diagnostiek verricht moeten worden met betrekking tot onderliggende persoonlijkheidsproblematiek en zal een IQ-onderzoek moeten plaatsvinden. Na een klinische verslavingsbehandeling zal verdachte aangemeld kunnen worden voor een bij voorkeur middelenvrije instelling voor begeleid wonen. Vervolgens zou hij verder begeleid kunnen worden richting de arbeidsmarkt of naar een zinvolle dagbesteding.
Op de terechtzitting van 3 juni 2021 is de reclasseringswerker C. Kleine telefonisch als deskundige gehoord. De deskundige heeft zich geschaard achter het advies van haar collega Vilters tot het opleggen van een ISD-maatregel. Een klinische opname waaraan verdachte zich niet kan onttrekken is noodzakelijk.
Mede om die reden is volgens de deskundige een trajectbed bij de CTMO geen geschikt alternatief voor de ISD-maatregel, maar ook omdat bij de CTMO gebruikers komen en de CTMO meer een opvangplek is. Ook een voorwaardelijke ISD vindt de deskundige niet wenselijk.
In de eerste drie maanden van de ISD zal bekeken moeten worden welke kliniek het meest geschikt is. De klinische opname zelf zal naar verwachting een half jaar tot een jaar gaan duren.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van de bewezen geachte feiten aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel justitiële documentatie van 17 mei 2021 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan de periode van de bewezen geachte feiten meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan. Blijkens het eerder genoemde uittreksel Justitiële Documentatie is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit.
Verdachte voldoet ook aan de zogenaamde ‘zachte criteria’. In het verleden zijn aan verdachte opgelegde verplichte reclasseringscontacten met bijzondere voorwaarden mislukt omdat verdachte geen gevolg gaf aan oproepen. Het is daarom gebleken dat het niet mogelijk is om vanuit een drangkader een forensisch behandeltraject op te starten.
De rechtbank volgt het advies van de reclassering en zal aan verdachte de ISD-maatregel opleggen voor de duur van 2 jaren. Als gevolg van zijn excessief alcoholgebruik en zijn daarmee samenhangend sociale disfunctioneren pleegt verdachte bij voortduring strafbare feiten. De veiligheid van personen of goederen vereist daarom het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
Anders dan de verdediging acht de rechtbank een trajectbed bij CTMO of een voorwaardelijke ISD-maatregel geen reëel alternatief. In het verleden heeft verdachte laten zien dat een vrijwillig of een drangkader hem er niet van heeft kunnen weerhouden middelen te gebruiken en strafbare feiten te plegen. Ondanks zijn goede voornemens lukt het verdachte niet om een middelenvrij bestaan op te bouwen. De hardnekkigheid van de verslaving en de onderliggende problematiek lijken daarbij in de weg te staan. Een langdurige klinische opname gevolgd door een extramurale fase met begeleid wonen en toewerken naar arbeid of dagbesteding, zoals geadviseerd door de reclassering, is noodzakelijk om daadwerkelijke veranderingen bij verdachte tot stand te brengen. De rechtbank hoopt dat verdachte zijn weerstand tegen de ISD-maatregel weet te overwinnen en dat hij gebruik zal weten te maken van de mogelijkheden die hem binnen deze maatregel worden geboden. Omdat verdachte gemotiveerd is om een leven op te bouwen zonder verslaving, kan hij hier veel baat bij hebben.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan de oplossing van zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Een periode van één jaar, zoals door de raadsman is bepleit is te kort om de noodzakelijke intra- en extramurale trajecten te doorlopen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.