Op 22 juni 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Poznan, Polen. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 14 april 2021 en de behandeling vond plaats op 8 juni 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1988 en gedetineerd in Nederland, werd bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. F.S. Baardman, en een tolk in de Poolse taal. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat zij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB betreft een vrijheidsstraf van een jaar en acht maanden, waarvan nog een jaar en vijf maanden moet worden ondergaan. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht zijn oplichting, waarvoor volgens het Poolse recht een maximum straf van drie jaar is gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, en deze beslissing is genomen door de voorzitter, mr. J.G. Vegter, en de rechters, mrs. J.A.A.G. de Vries en E. de Rooij, in aanwezigheid van griffier mr. K. Spanjaart. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.