ECLI:NL:RBAMS:2021:3274
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom voor woninggebruik
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 17 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, eigenaar van een woning in [plaatsnaam], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaatsnaam], waarbij haar een last onder dwangsom was opgelegd. Dit besluit was genomen naar aanleiding van klachten van omwonenden over het gebruik van de woning, die volgens verweerder niet voor permanente bewoning werd gebruikt, maar voor kortstondig verblijf en logies. Verzoekster stelde dat de woning wel degelijk voor bewoning werd gebruikt en dat het gebruik niet in strijd was met het bestemmingsplan.
Tijdens de zitting op 6 mei 2021, die digitaal plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. De voorzieningenrechter oordeelde dat het gebruik van de woning niet voldoende duurzaam was om als 'wonen' te worden aangemerkt. Dit oordeel was gebaseerd op de bevindingen van toezichthouders die hadden vastgesteld dat de woning voor periodes van twee tot drie maanden werd verhuurd, zonder dat huurders zich inschreven in de Basisregistratie Personen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het gebruik van de woning in strijd was met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Huisvestingswet 2014.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de verwachting dat het bestreden besluit in bezwaar stand zal houden. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.