Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf en maatregel
- rapport van de Raad, opgemaakt op 2 juni 2021;
- Psychologisch Pro Justitia rapport, opgemaakt door mw. drs. W van der Meer, orthopedagoog-generalist, op 2 april 2021.
psycholoogkomt tot de volgende conclusie.
Classificatie DSM-5309.9 Ongespecificeerde psychotrauma- of stressgerelateerde stoornis
V61. 20 Ouder-kind relatieproblemen
Bovenstaande overziend en op basis van de klinische indruk van de onderzoeker kan gesproken worden van een lage tot matige kans op toekomstig grensoverschrijdend gedrag.
de Raadnaar voren gebracht dat er sprake is geweest van een complexe situatie waarin verdachte erg kwetsbaar was. Bij verdachte is sprake van een belast verleden en dit belemmert hem in zijn verdere ontwikkeling. Moeder is erg betrokken, maar er zal aandacht moeten zijn om de relatie tussen moeder en verdachte op een passende manier vorm te geven. De Raad schat het recidiverisico als laag in, maar om het recidiverisico te beperken is wel behandeling nodig voor de trauma’s van verdachte. Het advies van de Raad is om aan verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen onder algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden dat verdachte meewerkt aan traumabehandeling, behandeling vanuit de Forensische Formatie, de begeleiding vanuit IFA en onderwijs volgt volgens rooster. Tevens heeft de Raad geadviseerd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. De Raad heeft ter zitting aangegeven geen meerwaarde te zien in het verlengen van het contactverbod met de neef van verdachte. Verdachte ervaart zijn neef als steunend en er worden geen politiecontacten gezien met zijn neef buiten onderhavige zaak.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[naam verdachte]daarvoor strafbaar.
120 (honderdtwintig) dagen.
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
- dat veroordeelde meewerkt aan traumabehandeling door een instelling die de jeugdreclassering passend acht;
- dat veroordeelde meewerkt aan hulpverlening vanuit de Forensische Formatie of een soortgelijke instelling;
- dat veroordeelde meewerkt aan de hulpverlening vanuit IFA;
- dat veroordeelde naar school gaat volgens het (digitale) rooster;
- dat veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [naam slachtoffer] , geboren op [geboortedatum aangever]
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
Jeugdbescherming regio Amsterdamtot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
[naam slachtoffer]toe tot een bedrag van € 514,98 (zegge: vijfhonderdveertien euro en achtennegentig cent) voor materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het plegen van het strafbare feit tot aan de dag van de algehele voldoening.