Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
belanghebbende,
2.
[verweerder sub 2] ,
[verweerder sub 3] ,
1.De procedure
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 januari 2021, met bijlagen 1 tot en met 5,
- de brief van de rechtbank aan de curator van 19 januari 2021,
- de brief van 19 mei 2021 van mr. Noordzij, met bijlagen 6 tot en met 8,
- de brief van mr. Groen van 19 mei 2021, met bijlagen 1 tot en met 3,
- de brief van 24 mei 2021 van mr. Groen, met bijlagen 4 en 5.
2.De feiten
[verweerder sub 1] was eigenaar van alle aandelen in [gefailleerde] .
Debt Push Down Agreementeen driepartijenovereenkomst (hierna: de DPD) opgesteld tussen [naam vennootschap 1] , [verweerder sub 1] en [gefailleerde] . De DPD is namens [naam vennootschap 1] getekend door [verweerder sub 3] , namens [verweerder sub 1] door (onder meer) [verweerder sub 2] en [verweerder sub 3] en namens [gefailleerde] door [verweerder sub 2] en [verweerder sub 3] . In de DPD is (kort gezegd) onder meer het volgende overeengekomen:
- een schuld van [naam vennootschap 1] aan [gefailleerde] van US$ 15.752.241 (
Debt to the B.V.) wordt overgedragen aan [verweerder sub 1] ;
Debts to the Creditors)voor een totaal bedrag van
US$ 6.467.320 worden overgedragen aan [verweerder sub 1] , welke schulden vervolgens door
worden overgedragen aan [gefailleerde] ;
membership accounttussen [verweerder sub 1] en [naam vennootschap 1] ;
13 december 2017 heeft de vergadering het voorstel tot ontbinding van [verweerder sub 1] , zoals bedoeld in artikel 2:19 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW), aangenomen, onder de opschortende voorwaarde dat alle activa van [verweerder sub 1] zouden zijn overgedragen en [naam bewaarder] als bewaarder van boeken en bescheiden zou worden aangewezen.
debt push down’ vanuit [naam vennootschap 1] naar [verweerder sub 1] en [gefailleerde] , de kapitaalvermindering van de aandelen die [verweerder sub 1] hield in [gefailleerde] en de doorbelasting van
management feesin 2016 (met terugwerkende kracht vanaf 2007) en in 2017 vanuit [verweerder sub 1] aan [gefailleerde] , in verband met bestuurswerkzaamheden van [verweerder sub 3] en [verweerder sub 2] ten behoeve van [gefailleerde] .
- jegens [naam vennootschap 1] aanspraak gemaakt op betaling van US$ 22.219.561, althans
US$ 15.752.241, met rente;
- jegens [verweerder sub 1] aanspraak gemaakt op betaling van het rekening-courantsaldo van
- de vernietiging van een aantal rechtshandelingen (onder meer in het kader van de
- [verweerder sub 2] en [verweerder sub 3] (nogmaals) aansprakelijk gesteld als bestuurders van [gefailleerde] in de periode van het ontstaan en aanhouden van de betreffende schuld van [gefailleerde] voor de door [gefailleerde] geleden schade.
debt push downnooit uitvoering is gegeven, dat daardoor dus ook geen schuldeisers van [gefailleerde] of [verweerder sub 1] benadeeld zijn, dat de
management feesverschuldigd waren op basis van een ongeschreven overeenkomst tussen [gefailleerde] en [verweerder sub 1] en dat er geen gronden zijn om hen als bestuurders aansprakelijk te houden voor handelingen tijdens hun bestuur van [gefailleerde] .
3.Het verzoek
[verweerder sub 1] en tot benoeming van mr. F.J.P.F. Vos tot vereffenaar op grond van artikel
2:23c lid 1 BW.
Verder is sprake van potentiële baten. [verweerder sub 1] heeft namelijk een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid op haar bestuurders [verweerder sub 2] en [verweerder sub 3] (artikel 2:9 BW, dan wel 6:162 BW), omdat zij in de periode 2013 tot het faillissement hebben meegewerkt aan de paulianeuze transacties zoals omschreven in de vernietigingsbrief. Bovendien hebben zij
management feesin rekening gebracht zonder dat daarvoor een grondslag bestond. Ten slotte is sprake van een potentiële bate uit hoofde van de DPD: de vordering van [verweerder sub 1] jegens [naam vennootschap 1] tot nakoming van de vermindering van het
membership account(zie onder 2.4). [verweerder sub 3] en [verweerder sub 2] hebben in hun brief van 6 april 2021 immers vermeld dat deze
claimeerst is uitgevoerd, maar vervolgens in 2015 is teruggedraaid.
4.De beoordeling
management feestegenover [verweerder sub 1] .
management fees.
management feeszonder dat daaraan een schriftelijke overeenkomst ten grondslag lag. Hoewel aan [verweerder sub 3] en [verweerder sub 2] kan worden toegegeven dat op dit moment nog niet is gebleken dat [verweerder sub 1] als gevolg hiervan schade heeft geleden, valt dit niet uit te sluiten. Datzelfde geldt voor de betrokkenheid van [verweerder sub 3] en [verweerder sub 2] bij de door de curator gestelde paulianeuze handelingen. Tot slot geldt dat evenmin valt uit te sluiten dat, indien zou blijken dat de DPD tot stand is gekomen en rechtsgevolg heeft en het beroep op vernietiging daarvan door de curator faalt, [verweerder sub 1] een vordering heeft op [naam vennootschap 1] tot nakoming van de vermindering van het
membership account.De vereffenaar zal de heropening van de vereffening dan ook kunnen benutten om te onderzoeken of van baten in deze zin sprake is.
5.De beslissing
kantoorhoudende te Weesperzijde, 99 A, 1091 EL te Amsterdam,