In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 17 juni 2021, vorderden eisers inzage in eerdere testamenten van hun overleden tante, omdat zij het laatst opgemaakte testament uit 2017 willen vernietigen. De eisers, neef en nicht van de erflaatster, stellen dat hun tante ten tijde van het opmaken van het testament niet wilsbekwaam was. De notaris, die zich beroept op zijn geheimhoudingsplicht, heeft de eisers niet toegang gegeven tot de eerdere testamenten. De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van een zwaarder wegend belang bij inzage in de eerdere testamenten, omdat de eisers bij het laatste testament zijn onterfd en er aanwijzingen zijn dat de tante niet wilsbekwaam was. De rechter wijst de vordering toe en bepaalt dat de notaris de eerdere testamenten uit 1976, 1984 en 1998 moet afgeven aan de eisers, mits zij daarin als belanghebbenden zijn aangemerkt. Tevens wordt de notaris veroordeeld in de proceskosten, omdat hij in het ongelijk is gesteld. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.