Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
- mrs. F. Verhoeven en C.R. Zijderveld, bewindvoerders, bijgestaan door mr. D.G.J. Heems en mr. F.H. van der Beek;
- mrs. P. Kuipers, M.L.J. Noldus en P. Wakkie, namens [naam vennootschap] ;
- mrs. R.D. Vriesendorp en O. Salah, namens Conservatorium Holdings LLC;
- mr. F.M. Peters, namens Public Investment Corporation, Government Employees Pension Fund, Compensation Fund en Unemployment Insurance Fund (hierna gezamenlijk: PIC);
- mrs. Ph.W. Schreurs, J.W. de Jong, H.J.T. Kolstee en L.C.H.J. Hox, namens Hamilton BV en Hamilton 2 BV (hierna: Hamilton);
- mrs. C.B. Schutte, R. van den Berg en L. Heide-Jorgensen, namens Lancaster 101 (rf)(Pty) Ltd (hierna: Lancaster);
- mrs. A.J. Dunki Jacobs en V.R. Vroom, namens Baupost Capital LLC, Farallon Capital Europe LLP, Sculptor lnvestments IV S.a.r.l. en Silverpoint Capital L.P. (hierna: G4);
- mr. Q.L.C.M. Bongaerts, namens [naam 1] , P.A. d/b/a DRRT en [naam claimcompany] , (hierna: DRRT/ [naam claimcompany] );
- mr. K. Rutten, namens Deminor Recovery Services (Luxembourg) SA, DRS Belgium SRL en 127 investeerders (hierna: Deminor);
- mrs. J. de Rooij en R.E.E. van Dekken, namens Burford Capital LLC (hierna: Burford);
- mr. W.J.P. Jongepier, beoogd voorzitter en onafhankelijk lid van de verzochte commissie van vertegenwoordiging;
- voorts zijn via videoverbindingen diverse belanghebbenden verschenen, onder wie vertegenwoordigers van de Vereniging van Effectenbezitters (hierna: VEB) en de heer [naam 2] , [functie] van [naam vennootschap] , die het woord heeft gevoerd.
2.Het verzoek van bewindvoerders
3.De standpunten
claims administratoraf te handelen. De Brandaris-noodwet is bovendien exact dat: een noodwet. Deze regeling is na invoering met goede redenen nadien nooit meer gebruikt. De Brandaris-noodwet tast immers fundamentele rechten van schuldeisers aan.
global settlementzoals [naam vennootschap] die nastreeft en ondersteunt dat streven uitdrukkelijk. Hamilton is echter kritisch op het voorstel zoals [naam vennootschap] dat aan haar crediteuren heeft voorgelegd en meent dat onderhavig verzoek van bewindvoerders onnodig is en op oneigenlijke wijze fundamentele rechten aantast. Voor Hamilton is van belang dat de stemverhoudingen niet worden verstoord door de instelling van een commissie en zij het recht behoudt vorderingen van andere schuldeisers te betwisten. Hamilton heeft geen bezwaar tegen enkele praktische ingrepen op grond van artikel 225 Fw.