Uitspraak
Regional Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgment of the District Court in Kościanvan
amended by the judgment of the Regional Court in Poznańvan 31 januari 2019 (referentienummer: XVII Ka 1577/18).
judgmentvan 31 januari 2019.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Stb. 125, die op 1 april 2021 in werking is getreden. Daarbij is ook artikel 12 OLW gewijzigd, in die zin dat de in deze bepaling neergelegde weigeringsgrond nu een facultatief karakter heeft. Gelet op deze wijziging zal de rechtbank eerst het beoordelingskader van onder het gewijzigde artikel 12 OLW bespreken.
Zdziaszek [6] .
5.Strafbaarheid
De hoedanigheid van ‘rechterlijke autoriteit’, artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest)
judgmentvan 31 januari 2019. De verdediging heeft geen in de persoonlijke situatie van de opgeëiste persoon, de aard van de feiten of de feitelijke context van het EAB gelegen risicofactoren aangevoerd. Niet is gesteld of gebleken van een verband tussen dit vonnis en de in werking getreden wetswijzigingen en andere zorgelijke ontwikkelingen in Polen. Die gebreken hebben dus in het concrete geval geen afbreuk kunnen doen aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke instantie die de straf heeft opgelegd “waarvan de tenuitvoerlegging het voorwerp uitmaakt van het EAB”. [7] De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet is gebleken dat destijds de aan de opgeëiste persoon toekomende rechten, zoals gewaarborgd in artikel 47 Handvest, zijn geschonden.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Poznań(Polen).