ECLI:NL:RBAMS:2021:3144
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarige kinderen
Op 15 juni 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de vervangende toestemming voor een vakantie met minderjarige kinderen. De zaak betreft een geschil tussen de ouders van twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] van 11 jaar en [minderjarige 2] van 3 jaar, over de toestemming voor een vakantie naar België. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.G.J. van Oppen, heeft op 9 juni 2021 een dagvaarding ingediend, waarin zij verzoekt om toestemming om met de kinderen op vakantie te gaan van 17 juli tot en met 31 juli 2021. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.A.J. van Putten, heeft deze toestemming geweigerd, aanvankelijk met het argument dat de kinderen niet met hem op vakantie naar Marokko mochten gaan. Later werd het argument dat België een oranje gebied is vanwege Corona, en dus niet veilig zou zijn voor de kinderen.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de gedaagde gepasseerd, onder verwijzing naar de mogelijkheid dat België op 17 juli 2021 weer een veilig gebied zal zijn. De eiser heeft aangegeven dat zij de reis zal annuleren als de situatie niet veilig is, wat ook geen financiële gevolgen voor haar zal hebben. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om mee te gaan op vakantie en heeft de vordering van de eiser toegewezen. De rechter verleent vervangende toestemming voor het uitreizen, de reis en het verblijf van de kinderen in België onder begeleiding van de eiser. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.