Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
om vanaf het heersend erf de openbare weg, genaamd [openbare weg] en vanaf deze weg het heersend erf te kunnen bereiken, over de strook grond, ter lengte van dertig meter vanaf die openbare weg, hierna te noemen “uitrit”, deel uitmakend van het lijdend erf en op de aan deze akte gehechte tekening aangegeven met arcering;
Wij zullen de werkzaamheden uitvoeren zoals besproken’.
(…) Tussen het heersend erf en het bij u in eigendom zijnde lijdend erf is er door middel van een hekwerk een afscheiding aangebracht waarin en dit binnen een lengte van de erfdienstbaarheid van 30 meter, een doorgang is. Deze doorgang, die vanaf de vestiging van de erfdienstbaarheid en in ieder geval al langer dan 20 jaar aanwezig is, heeft een breedte van ongeveer 5 meter. De doorgang kan worden afgesloten met een slagboom. De doorgang van die breedte maakt het mogelijk om met wat grotere vervoersmiddelen en dus ook voor de hulpdiensten zoals de brandweer, het terrein van cliënte te bereiken.
(…) Het staat Boa vrij om haar terrein anders in te richten mits de erfdienstbaarheid van weg in stand blijft hetgeen in de voorstellen van Boa het geval is.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- explootkosten € 109,71
- griffierecht € 667,00
- salaris advocaat