Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
verweerders in het voorwaardelijke incident ex artikel 843a Rv van gedaagden 8 tot en met 27,
verweerders in reconventie van gedaagden 1 tot en met 12,
NATIONALE-NEDERLANDEN
REAAL SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
AIG EUROPE LTD.,
ALLIANZ BENELUX N.V.,
AMLIN EUROPE N.V.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2526 SUBSCRIBING TO POLICY V0100057918/QF0401110 MANAGED BY A G DORE & OTHERS SYNDICATE 2526,
MS AMLIN UNDERWRITING LIMITED FOR AND ON BEHALF OF SYNDICATE 2001 AT LLOYD’S,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2987 SUBSCRIBING TO POLICY V0100055238/QF0401113 MANAGED BY BRIT SYNDICATES LIMITED AND BRIT UW LIMITED,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 1084 SUBSCRIBING TO POLICY V0100057918/QF0401110 MANAGED BY CHAUCER SYNDICATES LTD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2468 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100057918 / QF0401110 MANAGED BY MARKETFORM MANAGING AGENCY LTD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 3210 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100055238 / QF040113 MANAGED BY MSI CORPORATE CAPITAL LTD. AS SOLE CORPORATE MEMBER OF LLOYD’S SYNDICATE 3210,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 3000 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057912/QF0401108 AND V0100057918 / QF0401110 MANAGED BY MARKEL INTERNATIONAL LITD.,
THE UNDERWRITING MEMBERS OF LLOYD’S SYNDICATE 2003 SUBSCRIBING TO POLICIES V0100057918/QF040110 AND V0100055238 / QF0401113 MANAGED BY CATLIN UNDERWRITING AGENCIES LTD.,
eisers in reconventie,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
1.De aanduidingen van partijen
2.De procedure in de zaak I
- het tussenvonnis van 25 oktober 2017 en de daarin vermelde processtukken,
- de akte uitlaten voortprocederen van LCV Verzekeraars,
- de akte uitlating voortprocederen van Loeff N.V. Verzekeraars,
- de akte houdende wijziging van eis van Loeff c.s., met productie,
- de antwoordakte na akte wijziging eis van Loeff N.V. Verzekeraars,
- de antwoordakte wijziging eis tevens uitlating producties in conventie en akte wijziging en vermeerdering van eis in reconventie van LCV Verzekeraars, met productie,
- de antwoordakte inzake de reconventionele vordering inzake C/13/687189 HA ZA 2020/748, tevens akte houdende wijziging van eis inzake C/13/687367 HA ZA 2020/757 van Loeff c.s.,
- de akte van LCV Verzekeraars,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 april 2021, en de daarin vermelde stukken (waaronder de akte houdende wijziging van eis),
- het B-formulier van mr. Reinders Folmer van 21 april 2021 en het e-mailbericht van 26 april 2021van mr. Londonck Sluijck, beide met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
3.De procedure in de zaak II
- het tussenvonnis van 25 oktober 2017, en de daarin vermelde processtukken,
- de akte uitlaten voortprocederen van LCV Verzekeraars,
- de akte uitlating voortprocederen van Loeff N.V. Verzekeraars,
- de akte houdende wijziging van eis van Loeff c.s., met productie,
- de antwoordakte na akte wijziging eis van Loeff N.V. Verzekeraars,
- de antwoordakte wijziging eis tevens uitlating producties in conventie en akte wijziging en vermeerdering van eis in reconventie van LCV Verzekeraars, met productie,
- de antwoordakte inzake de reconventionele vordering inzake C/13/687189 HA ZA 2020/748, tevens akte houdende wijziging van eis inzake C/13/687367 HA ZA 2020/757 van Loeff c.s.,
- de akte van LCV Verzekeraars,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 9 april 2021, en de daarin vermelde stukken (waaronder de akte houdende wijziging van eis),
- het B-formulier van mr. Reinders Folmer van 21 april 2021 en het e-mailbericht van 26 april 2021van mr. Londonck Sluijck, beide met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal.
4.Inleiding
5.Het tussenvonnis van 25 oktober 2017 en de ontwikkelingen daarna
6.Het geschil na diverse wijzigingen van eis
De vorderingen van Loeff c.s. in conventie jegens Loeff N.V. Verzekeraars in beide zaken
namens Loyens & Loeff N.V. en [eiser sub 4]jegens Loeff N.V. Verzekeraars dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
bottum-up’per
layer, dekking te verlenen voor de schade als gevolg van de in 2001 voorgevallen adviseringsfout inzake het schikkingsproces tussen [familie] en de Belastingdienst,
bottum-up’ per
layerveroordeelt tot betaling van een bedrag van in hoofdsom, in totaal:
voor zoverLoeff Claes Verbeke deze kosten van verweer aan LCV Verzekeraars (in reconventie) moet terugbetalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 april 2016,
voor zoverLoeff Claes Verbeke deze kosten van verweer aan LCV Verzekeraars (in reconventie) moet terug betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente per 5 augustus 2020 tot en met 31 december 2020,
namens Loyens & Loeff N.V. en [eiser sub 4]hun vorderingen jegens de overige verzekeraars in, zijnde:
namens Loeff Claeys Verbeke, Stichting Vereffening LCV en [eiser sub 5]jegens LCV Verzekeraars alle vorderingen in.
namens [eiser sub 4]jegens LCV Verzekeraars,
voor zoverzijn vordering jegens Loeff N.V. Verzekeraars wordt afgewezen, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad
namens [eiser sub 4]zijn vorderingen jegens de overige verzekeraars, zijnde Aegon, Generali en Goudse, in.
namens
Amlin(12%)
Delta Lloyd(12%)
Generali(6%)
Allianz Benelux(3%)
NN(40%)
Reaal(12%)
Achmea(6%)
Aegon(7,5%)
Goudse(1,5%)
aan Amlin voor 12%, Delta Lloyd voor 12%, Generali voor 6%, Allianz Benelux voor 3%, NN voor 40%, Reaal voor 12%, Achmea voor 6%, Aegon voor 7,5%, en Goudse voor 1,5%,
te vermeerderen met de wettelijke rente over € 572.463,53 sinds 6 april 2016, zijnde de dag van de conclusie van eis in reconventie, en sinds de dag van de akte wijziging en vermeerdering van eis (5 augustus 2020; de rb) over € 404.722,99,
te vermeerderen met de wettelijke rente sinds 6 april 2016, zijnde de dag van de conclusie van eis in reconventie, althans de dag van de akte wijziging en vermeerdering van eis,
- i) de primaire LCV Verzekering 1997 vanwege de in artikel 2.1.2 van de Algemene Voorwaarden BN 87 geboden inloopdekking (dekking op basis van
- ii) de primaire LCV Verzekering 1998 vanwege de met inachtneming van onder meer het bepaalde in artikel 3 van de Bijzondere Voorwaarden NAP 1997 geboden inloopdekking (dekking op basis van
- iii) de eerste LCV excedentverzekering 1999 vanwege het
bottom-upen per
layer) uit hoofde van artikel 5.1 van de verzekeringsvoorwaarden van de Loeff N.V. Verzekering jegens Loyens & Loeff N.V. en [eiser sub 4] dekking moeten verlenen voor de schade als gevolg van de schikkingsadviesfout in 2001/2002. Met de aansprakelijkstelling van [familie] aan Loeff c.s. van 18 februari 2005 is volgens haar het Loeff N.V. verzekeringsprogramma, gebaseerd op het
claims madebeginsel, voor de schikkingsfoutschade
getriggerd.
no claimverklaring heeft afgegeven. Deze
no claimverklaring strekte ertoe Loeff N.V. Verzekeraars op de hoogte te stellen van bestaande claims of reeds bekende omstandigheden die aanleiding zouden kunnen geven voor claims zodat zij deze claims en omstandigheden van dekking onder de Loeff N.V. Verzekering konden uitsluiten. De kwestie rond de advisering aan [familie] betrof een al in 1999 gemelde omstandigheid die mogelijk tot claims zou kunnen leiden. Voorts wijzen Loeff N.V. Verzekeraars erop dat partijen op grond van de
prior notificationbepaling in de excedentverzekering zijn overeengekomen dat geen dekking bestaat voor claims die al onder een eerder afgesloten verzekering zijn gemeld.
no claimverklaring is gevraagd naar het schadeverleden van de maatschap Loyens & Loeff en niet naar het schadeverleden van Loeff Claeys Verbeke. Er is niet naar het schadeverleden van voor 2000 gevraagd en dit lag ook niet voor de hand omdat Loeff N.V. Verzekeraars voor fouten uit de LCV-periode geen dekking boden.
Claims or circumstances which may give rise to a Claim, in respect of which the Assured has given written notice under any other insurance policy in force prior to the commencement of this Policy.
no claimverklaring ondertekend, waarna deze aan Loeff N.V. Verzekeraars is afgegeven. Deze verklaring luidt als volgt:
It is our duty to disclose all material facts to Underwriters. A material fact is one which may influence an Underwriter’s judgement in his consideration of our proposal. If we are in any doubt whether a fact is material, we should normally disclose it.
Failure to disclose could prejudice our rights to recover in the event of a claim or allow Underwriters to void the policy.
I certify that the details above are correct to the best of my knowledge and belief.
no claimverklaring is een lijst van claims tussen 2000 en 2004 gevoegd. Hierop is geen claim van [familie] vermeld.
no claimverklaring “
Except for claims and circumstances as already reported to AON until today” hoefde Loeff c.s. de mogelijke claim ter zake de emigratie of winstbewijzen of de omstandighedenmelding uit 1999 niet nogmaals te melden. Deze mogelijke claim tegen Loeff Claeys Verbeke was ook eind 2004 nog bij Aon in het vizier, getuige een e-mail hierover aan Aon van 17 december 2004 (met als onderwerp “Melding mogelijke claim Loeff Claeys Verbeke”). Er zijn in het dossier geen aanknopingspunten te vinden dat Loeff c.s. eind 2004 verwachtte dat [familie] een claim zou instellen jegens ook de maatschap Loyens & Loeff of Loyens & Loeff N.V. over de manier waarop in 2001/2002 over de schikking met de Belastingdienst was geadviseerd. Loeff c.s. heeft gemotiveerd toegelicht dat een dergelijk vermoeden pas voor het eerst ontstond toen de nieuwe advocaat van [familie] tijdens een gesprek op 24 januari 2005 aan een advocaat van Loyens & Loeff N.V. liet weten dat [familie] dit voornemen had. Daarop heeft Loeff c.s. op 27 januari 2005 aan Aon, onder verwijzing naar het e-mailbericht van 17 december 2004 aan Aon, het volgende bericht:
8.De beslissing
bottum-up’per
layer, dekking te verlenen voor de schade als gevolg van de in 2001 voorgevallen adviseringsfout inzake het schikkingsproces tussen [familie] en de Belastingdienst,
bottum-up’ per
layertot betaling van een bedrag van in hoofdsom, in totaal: