ECLI:NL:RBAMS:2021:2786

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
1 juni 2021
Zaaknummer
13/467631-06
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de maatregel terbeschikkingstelling na beoordeling van recidiverisico en stabiliteit van de terbeschikkinggestelde

Op 18 mei 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/467631-06, betreffende de terbeschikkingstelling van een betrokkene die in 2007 ter beschikking was gesteld voor verpleging. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde stabiel functioneert in een beschermde woonomgeving en dat het recidiverisico laag is. De psychiater A.C.M. Kleinsman en de reclasseringswerker N.G. Thijssen bevestigden dat de terbeschikkinggestelde goed functioneert en dat de financiering voor zijn verblijf geregeld is. De rechtbank concludeert dat de terbeschikkingstelling niet langer noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen. De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie af en beëindigt de maatregel terbeschikkingstelling.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/467631-06
Beslissing op de op 31 maart 2021 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 30 maart 2021 in de zaak tegen:
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973,
nu verblijvende in [verblijfplaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 8 maart 2007 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 15 mei 2020 voor de tijd van één jaar werd verlengd met verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de in de beslissing genoemde voorwaarden.

1.Inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met één jaar.

2.Procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het advies van Tactus verslavingszorg van 10 maart 2021, strekkende tot beëindiging van de terbeschikkingstelling;
  • het op 12 februari 2021 op grond van artikel 6:6:12, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van A.C.M. Kleinsman, psychiater, strekkende tot beëindiging van de terbeschikkingstelling mits het verblijf van betrokkene bij Trajectum gecontinueerd kan blijven door financiering in een WLZ-kader;
  • de voortgangsverslagen van Tactus verslavingszorg van 14 augustus 2020, 12 januari 2021 en 7 mei 2021.
De rechtbank heeft op 18 mei 2021 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw, mr. H.H.M. Helleman, advocaat te Bussum, en de deskundige N.G. Thijssen, als senior reclasseringswerker verbonden aan Tactus verslavingszorg, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

3.Beoordeling

Aan genoemd advies van A.C.M. Kleinsman, psychiater, wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en een verstandelijke beperking. De stoornis in het gebruik van cannabis en cocaïne is langdurig in remissie. Betrokkene is medicatietrouw en gemotiveerd om medicatie te blijven gebruiken. Zijn verstandelijke beperking vraagt intensieve zorg en begeleiding, en voldoende dagstructuur. Ook dat is inmiddels al langere tijd gerealiseerd. In de huidige setting wordt het recidiverisico dan ook als laag gekwalificeerd. Betrokkene wenst vrijwillig hier te blijven wonen en de behandelaar ziet dit als een haalbare en verantwoorde stap. Geconcludeerd kan worden dat het recidiverisico zodanig laag is geworden dat het niet meer noodzakelijk is de terbeschikkingstelling te verlengen. De enige aantekening hierbij is dat financiering van het verblijf van betrokkene bij [verblijfplaats] gerealiseerd moet zijn, zodat hij hier daadwerkelijk kan blijven.
Aan genoemd advies van Tactus verslavingszorg wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Sinds maart 2019 verblijft betrokkene in de [verblijfplaats] , een beschermd wonensetting van [verblijfplaats] . Betrokkene functioneert hier stabiel doordat hij gebruik kan maken van 24-uursbegeleiding. Zowel begeleiding als structuur zijn belangrijke beschermende factoren, evenals dagbesteding en medicatie. Ondanks de beperkingen door de coronamaatregelen is betrokkene afgelopen jaar in staat geweest om stabiel te blijven functioneren. Door de coronamaatregelen kon betrokkene tijdelijk niet naar zijn dagbesteding, maar hij heeft vanuit zijn appartement gewerkt. De conclusie is dat betrokkene al langere tijd stabiel functioneert. De verwachting is dat hij zonder tbs-maatregel stabiel zal blijven functioneren en zijn nieuw aangeleerde leefstijl, waar geen sprake is van middelengebruik dan wel delictgedrag, zal voortzetten. De verwachting is dat betrokkene zich niet zal onttrekken aan de begeleiding van [verblijfplaats] als de tbs-maatregel beëindigd wordt, waardoor het recidiverisico onder de huidige omstandigheden ingeschat wordt als laag. Het advies is om de terbeschikkingstelling niet te verlengen.
De deskundige Thijssen heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Hij heeft onder meer verklaard dat de financiering is geregeld en dat betrokkene bij [verblijfplaats] kan verblijven.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden afgewezen.
De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde heeft de rechtbank verzocht de terbeschikkingstelling te beëindigen.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkinggestelde blijkens de rapportages stabiel functioneert. Ook kan hij bij [verblijfplaats] verblijven, hetgeen hij zelf het liefst wil. De rechtbank is, met de psychiater en de reclassering, van oordeel dat het recidiverisico op dit moment dusdanig laag is dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, niet langer meer rechtvaardigt dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank vertrouwt erop dat de terbeschikkinggestelde, voor zover noodzakelijk, blijft meewerken met [verblijfplaats] .

4.Beslissing

De rechtbank:
- wijst de vordering van de officier van justitie af en beëindigt de maatregel terbeschikkingstelling van
[de terbeschikkinggestelde].
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.L.C.M. Ficq, voorzitter,
mrs. H.E. Hoogendijk en M.M. Prinsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Spaan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 mei 2021.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.