ECLI:NL:RBAMS:2021:2781

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummers: 13/251375-20 (A) en 13/039841-19 (B) (Promis)

Datum uitspraak: 15 april 2021

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1990,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het [adres 1]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 april 2021.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie

mr. D.F. Jironet-Loewe en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. P. Figge naar voren hebben gebracht. Ook heeft de rechtbank geluisterd naar hetgeen de reclasseringswerker,

S. Greefhorst, verteld heeft.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is in zaak A – na wijziging op de zitting – ten laste gelegd dat hij zich op 5 oktober 2020 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan heling van gereedschap, waarbij hij wist of in ieder geval had moeten vermoeden dat het gereedschap van een misdrijf afkomstig was (feit 1). Daarnaast wordt hij ervan verdacht dat hij op diezelfde dag in Amsterdam opzettelijk 892 XTC-pillen in zijn bezit heeft gehad (feit 2).

In zaak B wordt hij ervan beschuldigd dat hij op 23 januari 2018 als automobilist gevaar op de weg heeft veroorzaakt, door in het donker door rood te rijden en vervolgens tegen aangeefster [naam aangeefster] aan te botsen (feit 1). Ook wordt hij ervan verdacht dat hij na dit verkeersongeluk is doorgereden terwijl hij moest weten dat hij aan [naam aangeefster] schade of letsel had toegebracht (feit 2).

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie vindt dat alle feiten bewezen kunnen worden verklaard, met dien verstande dat feit 1 in zaak A enkel bewezen kan worden ten aanzien van de twee voorwerpen die expliciet op de gewijzigde tenlastelegging genoemd zijn.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van feit 1 in zaak A. Er is geen bewijs dat verdachte wist of moest vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren. In zaak B heeft de raadsvrouw voor beide feiten vrijspraak bepleit. Er is geen bewijs dat verdachte de bestuurder is geweest van de auto die [naam aangeefster] heeft aangereden.

Ten aanzien van feit 2 in zaak A heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.3

Het oordeel van de rechtbank

3.3.1

Vrijspraak van het in zaak A onder 1 en zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde

De rechtbank acht niet bewezen wat in zaak A onder 1 en in zaak B onder 1 en 2 is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

Zaak A, feit 1 (heling):

De politie heeft in de woning van verdachte een grote hoeveelheid gereedschap aangetroffen. Verdachte heeft verklaard dat het meeste hiervan van een vriend van hem was en dat er in een koffer ook wat gereedschap van hemzelf lag. Van drie stuks gereedschap, namelijk een Festool reinigingsset, een De Walt boorhamer en een Bosch boormachine, is uit onderzoek van de politie gebleken dat deze gestolen waren. Nu het gaat om drie voorwerpen die deel uitmaken van een grote hoeveelheid gereedschap en uit het dossier niet is gebleken van enige bijzonderheden aan deze voorwerpen, vindt de rechtbank dat verdachte niet had hoeven weten of vermoeden dat deze drie voorwerpen van een misdrijf afkomstig waren. De rechtbank spreekt verdachte vrij van heling van gereedschap.

Zaak B, feit 1 en 2 (gevaar op de weg veroorzaken en doorrijden na ongeval)

[naam aangeefster] heeft verklaard dat zij is aangereden door een automobilist en dat deze vervolgens is doorgereden. Een getuige heeft telefonisch aan de politie laten weten dat hij het kenteken van de auto had gezien en dat het ging om het [kenteken 1] . Volgens aangeefster was er op de plaats van het ongeluk een zijspiegel van de auto afgevallen en heeft de politie die meegenomen. De auto met het genoemde kenteken bleek van [naam 1] te zijn. Zij verklaarde dat verdachte die betreffende dag in de auto had gereden. Verdachte heeft dat bevestigd.

De rechtbank kan niet vaststellen dat de auto, waar verdachte die dag in reed, de auto is die bij de aanrijding betrokken is geweest. Het is onvoldoende uit te sluiten dat de getuige zich heeft vergist in het kenteken. Voor het overige bevindt zich in het dossier namelijk geen ondersteuning dat het die auto geweest zou zijn. Verdachte ontkent dat hij betrokken is geweest bij een aanrijding. Indien er schade aan de auto van [naam 1] geconstateerd zou zijn, zou dat de getuigenverklaring ondersteunen, maar uit het dossier blijkt niet dat de politie onderzoek heeft verricht aan de auto. Bovendien hebben zowel verdachte als [naam 1] verklaard dat de auto geen schade had toen verdachte deze weer bij haar inleverde. In het dossier bevindt zich dus geen bewijs dat de auto met [kenteken 1] betrokken is geweest bij het ongeval.

Omdat de rechtbank dus ook niet kan vaststellen dat verdachte degene is die aangeefster heeft aangereden, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van beide feiten.

3.3.2

Het oordeel over het in zaak A onder 2 ten laste gelegde

De politie heeft de XTC-pillen aangetroffen in de woning van verdachte. Verdachte heeft bekend dat hij wist van de aanwezigheid van de pillen. In het laboratorium is vastgesteld dat het gaat om tabletten en tabletbrokjes die MDMA bevatten.

De rechtbank zal dan ook bewezen verklaren dat verdachte opzettelijk een MDMA bevattende stof aanwezig heeft gehad.

4.Bewezenverklaring

Zaak A, feit 2:

De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 5 oktober 2020 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid die overeenkomt met ongeveer 892 pillen van een materiaal bevattende MDMA.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Bewijsmiddelen

De rechtbank baseert haar overtuiging dat verdachte het bewezen verklaarde feit heeft begaan op de feiten en omstandigheden in de bewijsmiddelen. Het overzicht van de bewijsmiddelen is opgenomen in
bijlage IIbij dit vonnis. Die bijlage hoort bij dit vonnis en maakt daar deel van uit.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met daaraan verbonden de door de reclassering genoemde bijzondere voorwaarden en een proeftijd van 2 jaren. De officier van justitie heeft daarnaast een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen gevorderd voor de duur van 60 maanden. Voor de overtreding eist zij een taakstraf van 60 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 30 dagen. Zij heeft zich verder op het standpunt gesteld dat het geschorste bevel voorlopige hechtenis kan worden opgeheven.

8.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft verzocht om niet een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer is dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Verdachte heeft nu juist van alles opgebouwd. Zij heeft zich gerefereerd ten aanzien van een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden, waarbij zij heeft opgemerkt dat verdachte liever niet meer bij begeleid wonen wil verblijven, maar wel openstaat voor ambulante woonbegeleiding zodra hij een zelfstandige woning heeft. Zij heeft verzocht een eventuele rijontzegging aanzienlijk te beperken. Ook een eventuele taakstraf moet aanzienlijk gematigd worden, mede gelet op het tijdsverloop in die zaak.

8.3

Het oordeel van de rechtbank

De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs. Drugsbezit moet worden bestraft en bestreden, omdat drugs de maatschappij veel kwaad doen. Het is algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt voor de gebruikers daarvan.

De LOVS-oriëntatiepunten noemen in geval van een
first offenderbij een hoeveelheid tussen 200 en 500 gram als uitgangspunt een gevangenisstraf van twee maanden.

De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad (Uittreksel Justitiële Documentatie) van verdachte van 1 maart 2021. Hieruit blijkt dat verdachte al twee keer is veroordeeld voor het overtreden van de Opiumwet. De rechtbank zal hier in strafverzwarende zin rekening mee houden.

In het reclasseringsadvies van 24 december 2020 staat dat er sprake is van een gemiddeld recidiverisico. Verdachte verkeert in een kwetsbare financiële positie, heeft een negatief sociaal netwerk en heeft een passieve copingstrategie, met vermoedelijk onderliggende psychosociale problemen, zoals angsten. Diagnostiek en behandeling zijn van belang om het recidiverisico te beperken. Verdachte is hiervoor aangemeld bij de Waag. Verdachte stelt zich meewerkend op in het lopende toezicht en de reclassering ziet begeleidingsmogelijkheden.

Op de zitting van 1 april 2021 heeft reclasseringswerker S. Greefhorst nog toegelicht dat zij heeft gesproken met de Waag en dat men het daar van belang vindt dat het toezicht wordt voortgezet. Zij heeft verder ten aanzien van de woonbegeleiding geadviseerd om in de eerste plaats in te zetten op begeleid wonen zodat verdachte een verblijfplaats heeft. Als verdachte zelf via Woningnet een woning kan krijgen is dat ook een optie, maar dan zal hij daarbij in ieder geval woonbegeleiding moeten krijgen.

De rechtbank constateert dat er een hulpverleningstraject is opgezet en dat verdachte zich binnen dat traject begeleidbaar opstelt. De rechtbank ziet positieve ontwikkelingen en vindt dat dit niet door een gevangenisstraf moet worden doorkruist. Deze ontwikkelingen zijn wel allemaal nog zeer pril en de rechtbank vindt het van belang dat een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden wordt opgelegd, zodat verdachte de ondersteuning behoudt en verder kan op de ingeslagen weg.

De rechtbank vindt in dezen een gevangenisstraf van acht weken passend, waarvan zes weken voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van twee jaar.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen (Zaak A):

1: 1 STK Waterpas (Omschrijving: G5978361, Leica Tri 70)

2: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978325, Hilti rood, merk: serienr 005404121013)

3: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978341, Hilti Rood, merk: serienr 2487683)

4: 1 STK Zaagmachine (Omschrijving: G5978340, kist, merk: Festool HK 55 Ebg)

5: 1 STK Zaagmachine (Omschrijving: G5978326, Festool 490436, merk: 00145508)

6: 1 STK Slijpmachine (Omschrijving: G5978336, Milwaukee AG 10-125, merk: EK)

7: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978334, Bosch groen, merk: 3603A27007)

8: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978324, Festool D27/D36K-, merk: RS-Plu)

9: 1 STK Schroefmachine (Omschrijving: G5978313, Kist festool, merk: T15+3,

chassisnr: [chassienummer] )

10: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978327, makita groen)

11: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978339, Bosch GHB 2026,

merk: DRE0611253703)

12: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978320, Multitool Milwaukee,

merk: 446204040003712M2019)

13: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978323, Makita D55501y1j, merk: Groen,

chassisnr: opladers)

14: 1 STK Schaafmachine (Omschrijving: G5978342, Dewalt geel)

15: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978308, 49511930)

16: 1 STK Slijpmachine (Omschrijving: G5978345, Makita groen, merk: 2019257397R)

17: 1 STK Zaagmachine (Omschrijving: G5978303, makita ketting zaag, merk: 75738R)

18: 1 STK Schiethamer (Omschrijving: G5978296, Dewalt, merk: 200432-TZTYI10579)

19: 1 STK Wapen (Omschrijving: G5978346, Taser, merk: Stootwapen)

20: 1 STK Handgereedschap (Omschrijving: G5978353, Wurth zwart)

21: 1 STK Acculader (Omschrijving: G5978328, Makita groen, merk: 630507F8)

22: 1 STK Filmcamera (Omschrijving: G5978366, Go Pro hoes, merk: 2 memory cards)

23: 1 STK Computer (Omschrijving: G5978287, HP Elitebook, merk: CZC1180KGL)

24: 1 STK Sleutel (Omschrijving: G5978288, autosleutels)

25: 1 STK Koffer (Omschrijving: G5978423, Gereedschapskoffer, merk: van sleuteltang)

26: 1 STK Sleutel (Omschrijving: G5978360, BMW, merk: onbekend welk kentek)

27: 1 STK Snoer (Omschrijving: G5978391, Fvdi v2015 id:f12421)

28: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978351, Dewalt geel)

29: 1 STK Sleutel (Omschrijving: G5978397, BMW, merk: uit zwarte tas)

30: 1 STK Snoer (Omschrijving: G5978379, Fvdi Softdog id, merk: F12421)

31: 1 STK Videocamera (Omschrijving: G5978352, GO Pro gero 5, merk: Session met sd kaart)

32: 1 STK Sleutel (Omschrijving: G5978363, BMW)

33: 1 STK Beelddrager (Omschrijving: G5978412, Sillicon Graphics)

34: 1 STK Sleutel (Omschrijving: G5978357, Mini cooper)

35: 3 STK Sleutel (Omschrijving: G5978221, 3x blanco sleutel)

36: 1 STK Fototoestel (Omschrijving: G5978302, Sony Dsc-Wx2020, merk: 3047571)

37: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978292, Multitool, merk: Ferm Qtm1008,

chassisnr: [chassisnummer] )

38: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978229, locksmits solutions)

39: 1 STK Sleutel (Omschrijving: G5978407, handgereedschap, merk: HU 101)

40: 1 STK Snoer (Omschrijving: G5978408, Div snoeren in zwart, merk: tas)

41: 1 STK Handgereedschap (Omschrijving: G5978413, in zwarte sporttas)

42: 1 STK Kentekenplaat (Omschrijving: G5979092, [kenteken 2] merk: Geel)

43: 1 STK Computer (Omschrijving: G5978287, HP Elitebook, merk: CZC1180KGL)

44: 1 STK Kentekenplaat (Omschrijving: G5979097, [kenteken 3] )

45: 6 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978399, schroevendraaier,

merk: Powerflix rood 5x)

46: 2 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978373, De Walt Brushless, merk: Geel)

47: 1 STK Decoder (Omschrijving: G5978410, Revel 15 Power Busy, merk: Zwart)

48: 2 STK Kentekenplaat (Omschrijving: G5979094, Geel)

49: 1 STK GSM (Omschrijving: G5978297, Iphone, merk: [IMEI nummer] )

50: 3 STK Sticker (Omschrijving: G5978431, BMW logo sticker)

51: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978317, Hilti TE Drs-6-a)

De officier van justitie heeft verzocht de voorwerpen met nummers 7 en 15 verbeurd te verklaren en om de overige gereedschappen te deponeren ten behoeve van de rechthebbende. De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de voorwerpen die van diefstal afkomstig zijn gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Zij heeft verzocht om het overige gereedschap aan verdachte te retourneren.

Van de voorwerpen met nummer 7, 8 en 15 blijkt uit het dossier dat deze van diefstal afkomstig zijn. Goed nummer 7 moet worden teruggegeven aan [naam 2] . Goed nummer 8 moet worden teruggegeven aan aangever [naam aangever] . Van de eigenaar van goed nummer 15 is geen naam bekend, zodat de rechtbank ten aanzien van dit goed de bewaring voor de rechthebbende zal gelasten.

Ook van de overige goederen is geen eigenaar bekend, zodat de rechtbank ook voor de goederen 1 tot en met 6, 9 tot en met 14 en 16 tot en met 51 de bewaring voor de rechthebbende zal gelasten.

10. Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel (zaak B)

De benadeelde partij [naam aangeefster] vordert in zaak B € 1.191,85 aan vergoeding van materiële schade en € 5.000,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.

De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat in zaak B aan verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht niet is toegepast.

De benadeelde partij en de verdachte zullen ieder de eigen kosten dragen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b en 14c van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

12.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

Verklaart het in
zaak A onder 1en in
zaak B onder 1 en 2ten laste gelegde
niet bewezenen spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart
bewezendat verdachte het in
zaak A onder 2ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.

Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Het bewezen verklaarde levert op:

Zaak A, feit 2:

Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Verklaart het bewezene strafbaar.

Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) weken.

Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.

Beveelt dat een gedeelte, groot
6 (zes) weken, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.

Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaar vast.

De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.

De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.

Stelt als bijzondere voorwaarden:

- Veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen (tussen 9.00 en 12.00 uur) na het ingaan van de proeftijd bij de reclassering bij Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering op het [adres 2] en houdt zich aan de aanwijzingen die de reclassering hem stelt. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.

- Veroordeelde wordt verplicht om mee te werken aan een diagnostiek en een behandeling bij De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.

- Veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld. Indien veroordeelde een zelfstandige woonruimte verkrijgt, moet hij zich laten begeleiden door een instelling voor ambulante woonbegeleiding, te bepalen door de reclassering. Het is ter beoordeling van de reclassering of verdachte naar een zelfstandige woonruimte met ambulante begeleiding kan overgaan

- Betrokkene laat zich begeleiden door een instelling voor ambulante woonbegeleiding, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die zijn begeleider geeft.

- Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening via het minnelijk schuldentraject van de gemeente. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.

Geeft aan Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering Amsterdam de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.

Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd

ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.

Gelast de teruggave aan [naam 2] van:

7: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978334, Bosch groen, merk: 3603A27007)

Gelast de teruggave aan [naam aangever] van:

8: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978324, Festool D27/D36K-, merk: RS-Plu)

Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:

1: 1 STK Waterpas (Omschrijving: G5978361, Leica Tri 70)

2: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978325, Hilti rood, merk: serienr 005404121013)

3: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978341, Hilti Rood, merk: serienr 2487683)

4: 1 STK Zaagmachine (Omschrijving: G5978340, kist, merk: Festool HK 55 Ebg)

5: 1 STK Zaagmachine (Omschrijving: G5978326, Festool 490436, merk: 00145508)

6: 1 STK Slijpmachine (Omschrijving: G5978336, Milwaukee AG 10-125, merk: EK)

9: 1 STK Schroefmachine (Omschrijving: G5978313, Kist festool, merk: T15+3, chassisnr: [chassienummer] )

10: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978327, makita groen)

11: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978339, Bosch GHB 2026, merk: DRE0611253703)

12: 1 STK Gereedschap (Omschrijving: G5978320, Multitool Milwaukee, merk: 446204040003712M2019)

13: 1 STK Boormachine (Omschrijving: G5978323, Makita D55501y1j, merk: Groen, chassisnr: opladers)