Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], voor het in zaak A bewezenverklaarde niet strafbaar en ontslaat verdachte daarvoor van alle rechtsvervolging.
gevangenisstrafvan
2 (twee) weken.
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
gestelde voorwaardenen het
uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaarzijn.
benadeelde partij [aangever 2]toe tot een bedrag van
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro)aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 oktober 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening.
overige niet-ontvankelijkin zijn vordering is.
ten behoeve van [aangever 2] aan de Staat € 250,00 (tweehonderdvijftig euro)te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (24 oktober 2020) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 5 (vijf) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.