4.4Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt – met de raadsman en de officier van justitie – op basis van het dossier, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, vast dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde fraudefeiten. Met de raadsman vindt de rechtbank dat niet kan worden bewezen dat verdachte deze feiten heeft gepleegd tezamen en in vereniging met de genoemde BV’s, zoals ten laste gelegd bij feit 1 primair en feit 2. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte enig aandeelhouder en bestuurder was van de BV’s. Van de in de tenlastelegging genoemde BV’s kan wel worden vastgesteld dat zij onderdeel hebben uitgemaakt van een fraudestructuur, maar hun strafbaar handelen kan zozeer worden vereenzelvigd met het handelen van verdachte, dat er niet zozeer sprake is van een samenwerkingsverband van een natuurlijke persoon met meerdere rechtspersonen, maar van een natuurlijke persoon die meerdere BV’s als werktuig heeft gebruikt voor het plegen van fraude. Anders dan de raadsman vindt de rechtbank echter dat de tenlastelegging bij feit 1 primair en feit 2 wel de mogelijkheid biedt om verdachte als pleger te veroordelen. Bij de omschrijving van de bij feit 1 primair en feit 2 verweten feitelijke gedragingen is immers ook de optie opgenomen dat verdachte die gedragingen alleen heeft gepleegd, door het opnemen van de tekst ‘….heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)….’; respectievelijk ’…terwijl hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s)…’. In dat licht is geen sprake van verlating van de grondslag van de tenlastelegging indien wordt bewezen dat verdachte de feiten alleen – als bestuurder van de BV’s – heeft gepleegd. De rechtbank komt dan ook tot bewezenverklaring van feit 1 primair en feit 2. Aan bespreking van het verweer van de raadsman ten aanzien van de deelnemingsvorm bij feit 1 subsidiair komt de rechtbank dus niet meer toe.
Mede gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte,
ten aanzien van feit 1 primair,
in de periode van 7 mei 2017 tot en met 6 augustus 2018 te Hilversum
opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten 28 digitale aangiften voor de omzetbelasting te weten:
- vier kwartaalaangiften omzetbelasting over het 2e kwartaal 2017 tot en met het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Delivery Services I B.V.,
- twee kwartaalaangiften omzetbelasting over het 4e kwartaal 2017 tot en met het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Horeca Group B.V.,
- twee kwartaalaangiften omzetbelasting over het 4e kwartaal 2017 tot en met het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Multi Media B.V.,
- twee kwartaalaangiften omzetbelasting over het 4e kwartaal 2017 tot en met het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Musictainment TV B.V.,
- drie kwartaalaangiften omzetbelasting over het 2e kwartaal 2017 tot en met het 4e kwartaal 2017 op naam van Glowball Online Retail B.V.,
- vier kwartaalaangiften omzetbelasting over het 2e kwartaal 2017 tot en met het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Touching Humans Music Group B.V.,
- één kwartaalaangifte omzetbelasting over het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Uitzendbureau B.V.,
- één kwartaalaangifte omzetbelasting over het 1e kwartaal 2018 op naam van Glowball Xtra Agency B.V.,
- vier kwartaalaangiften omzetbelasting over het 2e kwartaal 2017 tot en met het 1e kwartaal 2018 op naam van [naam B.V. 1] .,
- één kwartaalaangifte omzetbelasting over het 1e kwartaal 2018 op naam van [naam B.V. 2] and [naam B.V. 3] en
- vier kwartaalaangiften omzetbelasting over het 1e kwartaal 2017 tot en met het 4e kwartaal 2017 op naam van Universal General Media Experience B.V.,
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan,
immers heeft verdachte op de ingediende aangiften omzetbelasting een onjuist bedrag aan omzet en verschuldigde omzetbelasting en/of terug te ontvangen belasting opgegeven,
terwijl die feiten ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
ten aanzien van feit 2,
in de periode van 3 januari 2018 tot en met 1 augustus 2018 te Hilversum als (middellijk) bestuurder van rechtspersonen, te weten
- Glowball Connect BV,
- Glowball TV/Film Content BV,
- Glowball Music Publishing Group BV,
- Glowball General Media Experience BV,
- Glowball Management Group BV,
- Glowball TV/Film Company BV en
- Glowball International Group BV,
opzettelijk onware staten en balansen en winst- en verliesrekeningen en staten van baten en lasten of toelichtingen op die stukken openbaar heeft gemaakt of zodanige openbaarmaking opzettelijk heeft toegelaten,
bestaande die onwaarheid hierin dat valselijk, immers opzettelijk in strijd met de waarheid, in die stukken over het boekjaar 2017
- een te hoog bedrag aan liquide middelen was opgenomen,
- een te hoog bedrag aan gestort kapitaal was opgenomen,
- een te hoog bedrag aan winst of bedrijfsresultaat was opgenomen en
- een te groot aantal werknemers was vermeld,
zulks terwijl hij, verdachte, deze jaarcijfers, jaarrekeningen en balanstotalen toen en daar, door middel van deponering bij de Kamer van Koophandel openbaar heeft gemaakt.