Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
PUBLIC INVESTMENT CORPORATION SOC LTD.,
GOVERNMENT EMPLOYEE PENSION FUND,
UNEMPLOYMENT INSURANCE FUND,
COMPENSATION FUND,
INSURANCE & CARE NSW,
WORKERS COMPENSATION NOMINAL INSURER,
NEW SOUTH WALES TREASURY CORPORATION,
COMMONWEALTH SUPERANNUATION CORPORATION,
THE ABU DHABI INVESTMENT AUTHORITY,
VICTORIAN FUNDS MANAGEMENT CORPORATION,
[gedaagde sub 4],
5 [gedaagde sub 5] ,
6 [gedaagde sub 6] ,
7 [gedaagde sub 7] ,
8 [gedaagde sub 8] ,
[gedaagde sub 13],
9 [gedaagde sub 9] ,
[gedaagde sub 10],
[gedaagde sub 11],
[gedaagde sub 14],
[gedaagde sub 15],
[gedaagde sub 16],
[gedaagde sub 17],
[gedaagde sub 18],
[gedaagde sub 20],
[gedaagde sub 21],
[gedaagde sub 22],
19 [gedaagde sub 19] ,
23 [gedaagde sub 23] ,
24 [gedaagde sub 24] ,
[gedaagde sub 25],
27 [gedaagde sub 27]
28 [gedaagde sub 28]
[gedaagde sub 26]
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 december 2019 met producties,
- de incidentele conclusie houdende verzoek tot zekerheidstelling ex artikel 224 RV, exceptieve verweer tot onbevoegdheid van de rechtbank, verzoek tot aanhouding en verzoek tot oproeping in vrijwaring zijdens Steinhoff,
- de incidentele conclusie houdende vordering tot het stellen van zekerheid; verzoek tot prejudiciële verwijzing; verzoek tot overlegging bescheiden, althans vordering tot verschaffen afschrift; en verzoek tot regiezitting zijdens Deloitte Accountants en [gedaagde sub 4] ,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, verzoek tot zekerheidstelling ex art. 224 RV, verzoek preliminaire kwesties vooraf te behandelen zijdens Deloitte & Touche,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid ex artikel 11 Rv, althans verzoek tot aanhouding en verzoek tussentijds hoger beroep open te stellen tevens verzoek tot zekerheidstelling ex artikel 224 Rv zijdens [gedaagde sub 5] , aangevuld met akte houdende wijziging van eis ex artikel 130 Rv,
- de incidentele conclusie houdende een (voorwaardelijk) verzoek tot oproeping in vrijwaring ex artikel 210 Rv zijdens [gedaagde sub 5] ,
- de incidentele conclusie I houdende exceptie van onbevoegdheid rechtbank, akte uitlaten toepasselijk recht, en verzoek tot aanhouding, tevens verzoek tot oproeping in vrijwaring, en tevens vordering tot zekerheidstelling ex art. 224 RV zijdens [gedaagde sub 6] , aangevuld met akte tot eiswijziging ex art. 130 RV inzake de incidentele vordering tot het stellen van zekerheid ex art. 224 RV,
- de incidentele conclusie houdende verzoek tot zekerheidstelling ex art.224 RV, exceptie van onbevoegdheid, althans verzoek tot aanhouding en verzoek tot oproeping in vrijwaring zijdens [gedaagde sub 7] ,
- de incidentele conclusie houdende exceptieve verweer tot onbevoegdheid van de rechtbank, verzoek tot aanhouding en vordering tot zekerheidstelling ex art. 224 RV zijdens [gedaagden sub 8 en 13] c.s., aangevuld met akte tot eiswijziging ex art. 130 RV,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid en verzoek tot zekerheidstelling ex artikel 224 RV, althans verzoek tot aanhouding zijdens [gedaagde sub 9,10,11,14,15,16,17,18,20,21,22] c.s.,
- de akte houdende wijziging van eis in het cautie-incident zijdens [gedaagde sub 19] ,
- de conclusie houdende incidente vordering tot onbevoegdverklaring alsmede incidentele vordering tot zekerheidstelling zijdens [gedaagde sub 23] ,
- de incidentele conclusie houdende verweer tot onbevoegdheid van de rechtbank, verzoek tot aanhouding, voorwaardelijke vordering tot het stellen van zekerheid ex. art. 224 RV en voorwaardelijk verzoek tot oproeping in vrijwaring zijdens [gedaagde sub 24] , aangevuld met akte wijziging van eis ex art. 130 RV inzake de incidentele vordering tot het stellen van zekerheid ex art. 224 RV,
- de incidentele conclusie tot zekerheidstelling ex art. 224 Rv, tevens beroep op de onbevoegdheid, alsmede subsidiair incidenteel verzoek tot aanhouding van de zaak, alsmede subsidiair verzoek tot vaststelling van het toepasselijk recht zijdens [gedaagde sub 25] ,
- de incidentele conclusie tot zekerheidstelling tevens beroep op onbevoegdheid dan wel tot vaststelling van het toepasselijke recht, dan wel tot niet-ontvankelijkheid, dan wel verzoek tot aanhouding zijdens [gedaagde sub 27] ,
- de aan die van [gedaagde sub 27] gelijkluidende incidentele conclusie tot zekerheidstelling zijdens [gedaagde sub 28] ,
- de incidentele conclusie van antwoord,
- de rolbeslissing van 9 december 2020 waarbij gedaagden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk te reageren op de incidentele conclusie van antwoord,
- de akte in het incident tot zekerheidstelling ex artikel 224 RV, met producties, zijdens Steinhoff,
- de akte uitlating Europees rechtelijk verweer tegen cautie-incident, met producties, zijdens Deloitte Accountants en Steinstra,
- de akte in het incident tot zekerheidstelling ex art. 224 RV, met producties, zijdens Deloitte & Touche,
- de akte in het incident tot zekerheidstelling ex artikel 24 RV zijdens [gedaagde sub 5] ,
- het rolbericht akte a/z/ gedaagden zijdens [gedaagde sub 6] ,
- de akte verzoek tot zekerheidsstelling ex artikel 24 RV zijdens [gedaagde sub 7] ,
- de akte in het incident tot zekerheidstelling ex art. 224 RV zijdens [gedaagden sub 8 en 13] c.s.,
- het rolbericht akte a/z/ gedaagden zijdens [gedaagde sub 9,10,11,14,15,16,17,18,20,21,22] c.s.,
- de akte in het cautie-incident zijdens [gedaagde sub 19] ,
- de akte uitlaten zijdens [gedaagde sub 23] ,
- de antwoordakte in de incidentele vordering tot het stellen van zekerheid ex art. 224 RV zijdens [gedaagde sub 24] ,
- de akte in het incident ex artikel 224 RV zijdens [gedaagde sub 25] ,
- de akte in het incident tot zekerheidsstelling ex artikel 224 RV zijdens [gedaagde sub 28] en [gedaagde sub 27] ,
- de akte in de incidenten tot zekerheidsstelling ex artikel 224 RV zijdens Verweerders in dit incident.
2.De feiten in het incident
Frankfurt Stock Exchange(hierna: FSE) in Duitsland en de
Johannesburg Stock Exchange(hierna: JSE) in Zuid-Afrika. Voor de verwerving van de aandelen in SIHL en de notering aan de FSE heeft Steinhoff twee informatiepakketten gepubliceerd.
3.Het geschil in het incident tot zekerheidstellen
- een hoger griffierecht dan thans in rekening gebracht;
- een hogere tariefgroep van het liquidatietarief (tarief VIII) dan de vorderingen in de hoofdzaak rechtvaardigen (tarief II is van toepassing omdat de vorderingen van onbepaalde waarde zijn, aldus Verweerders in dit incident);
- het aantal benodigde proceshandelingen in deze procedure (punten voor toepassing van het liquidatietarief);
- de wijze waarop eventuele kostenveroordeling wordt uitgesproken (hoofdelijk of niet);
- het aantal benodigde betekeningen van vonnissen aan eisende partijen in de hoofdzaak die eventueel in de kosten worden veroordeeld.
4.De beoordeling
Inleidende opmerkingen
“The present position in South Africa is that a foreign judgment is not directly enforceable”.