Op 26 mei 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 50-jarige man, die werd beschuldigd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling van politieambtenaren op 7 februari 2021 in een winteropvang te Amsterdam. Tijdens de zitting op 12 mei 2021 was de verdachte aanwezig, en de rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. M.E. Woudman, en de verdediging van mr. K.H.T. van Gijssel. De tenlastelegging omvatte onder andere het slaan van politieambtenaar [slachtoffer 1] met een beitel en het steken van [slachtoffer 2] met een vijl. De officier van justitie vroeg om een gevangenisstraf van zes maanden, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van noodweer.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De getuigenverklaringen, waaronder die van [naam vertegenwoordiger], wezen op onduidelijkheden over de toedracht van het letsel bij de verbalisanten. De rechtbank oordeelde dat het dossier niet overtuigend genoeg was om aan te nemen dat de verdachte de verwondingen had veroorzaakt zoals tenlastegelegd. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, wat reeds was gedaan bij afzonderlijk bevel.