Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[belanghebbende], verblijvende te Brazilië, is als derde-partij bij de zaak betrokken (gemachtigde: mr. R.M. Rensink).
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak hebben verzoekers, bewoners van een woning aan [adres 4] te Amsterdam, beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, waarbij een omgevingsvergunning is verleend voor het realiseren van een dakopbouw op het adres [adres 2]. De vergunninghouder, die momenteel in Brazilië verblijft, is als derde-partij betrokken in de procedure. Verzoekers vrezen dat de dakopbouw hun privacy zal aantasten en dat de visuele en biodiverse kwaliteiten van het groen aangelegde natuurdak van hun woning zullen worden aangetast. Ze stellen dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat er sprake is van een privaatrechtelijke belemmering door een kettingbeding van de woningstichting De Key.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 4 mei 2021, waarbij verzoekers en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De vergunninghouder nam telefonisch deel aan de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig is ingediend, ondanks dat de vergunninghouder betoogde dat dit niet het geval was. De voorzieningenrechter heeft vervolgens beoordeeld of verzoekers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt en heeft geconcludeerd dat zij dat zijn, gezien hun directe zicht op de vergunde opbouw.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de inhoudelijke bezwaren van verzoekers tegen de vergunning beoordeeld. Het oordeel was dat verweerder in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen, ondanks dat de dakopbouw in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van verzoekers voldoende zijn afgewogen en dat de vergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Het beroep van verzoekers is ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen.