Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de vennootschap naar buitenlands recht PEC CORAL S.A.R.L.,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord, met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
€ 1.192,50 per maand, te vermeerderen met een servicekostenvoorschot van
€ 27,50.
Ingeval huurder handelt in strijd met het bepaalde in 1.3 verbeurt hij aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt een direct opeisbare boete, gelijk aan driemaal de op dat moment voor huurder geldende huurprijs per dag met een minimum van € 45,- per dag, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding wegens wanprestatie, alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover de schade de boete overstijgt. Verder dient huurder alle daardoor verkregen inkomsten aan verhuurder af te dragen.”
Huurder is aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 25,- per kalenderdag verschuldigd voor elke verplichting uit deze overeenkomst met de bijbehorende algemene bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt, onverminderd zijn verplichtingen om alsnog aan die verplichtingen te voldoen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2003 en wordt met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.”
Vordering
Verweer
Beoordeling
€ 62,40 in geval van indexatie) is opgenomen, kent immers geen maximum. Datzelfde geldt voor de € 25,00 (thans € 34,69 bij indexatie) die op alle tekortkomingen in de huurovereenkomst is opgenomen. Dat betekent dat thans een boete van € 97,09 per dag geldt op overtreding van het onderverhuurverbod, nu deze beide boetes op grond van de geldende jurisprudentie (het Radlinger-arrest) samen beoordeeld moeten worden. Naast de in het beding opgenomen boete is in het beding ook opgenomen dat gestreefd kan worden naar ontbinding van de huurovereenkomst. Gelet op het feit dat daarmee aan huurder het woonrecht wordt ontnomen, kan dit als een zeer sterk afschrikwekkend element worden aangemerkt. Daarnaast wordt in hetzelfde beding de mogelijkheid gegeven een volledige schadevergoeding te vorderen, hetgeen op grond van het wettelijk stelsel ook de mogelijkheid van volledige winstafdracht op grond van het bepaalde in artikel 6:104 van het Burgerlijk Wetboek inhoudt. Daarmee wordt reeds in belangrijke mate tegemoetgekomen aan de gewenste afschrikwekkende werking, zeker in combinatie met de beëindiging van de huurovereenkomst. Toepassing van deze bedingen zouden voor het jaar waarvan nu de afdracht van de winst wordt gevorderd daarboven nog een boete van ruim € 35.000,00 hebben betekend. Het in een beding opnemen van een zo hoge boete zonder deze te maximeren wordt onder de gegeven omstandigheden bij de totstandkoming van de huurovereenkomst vermoed oneerlijk te zijn.