Op 18 mei 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Osnabrück in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 2 maart 2021 en de behandeling vond plaats op 4 mei 2021. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook de garantie van het Openbaar Ministerie in Osnabrück beoordeeld, waarin werd bevestigd dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal ondergaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht zijn onder andere 'diefstal onder verzwarende omstandigheden' en 'het veroorzaken van een explosie d.m.v. springstof'. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze feiten ook naar Nederlands recht strafbaar zijn. De overlevering is toegestaan, en de rechtbank heeft de beslissing op 18 mei 2021 uitgesproken, waarbij tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat.