Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
zaak C:
3.De waardering van het bewijs
4.De bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
8.De vorderingen tot tenuitvoerlegging
9.De vorderingen van de benadeelde partijen
.Vast staat dat het windscherm van de zus van [slachtoffer 2] was. Uit het dossier blijkt niet dat [slachtoffer 2] door zijn zus is gemachtigd om een vordering in te dienen. De benadeelde partij dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard in het materiële deel van zijn vordering. Ten aanzien van het immateriële deel is de psychische schade onvoldoende onderbouwd. De vordering zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Wel staat vast dat de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen als gevolg van geweld en in zijn lichamelijke integriteit is aangetast door het bewezenverklaarde. De rechtbank houdt echter bij de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding ook rekening met het gedrag van aangever. Hij heeft bij de aanhouding van verdachte zelf ook onredelijk veel geweld toegepast. De rechtbank zal het toe te wijzen bedrag daarom matigen tot 100,- euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, en zal ook de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
10.Het beslag
11.De toepasselijke wettelijke voorschriften
12.De beslissing
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
twee jaren.
niet-ontvankelijk.
niet-ontvankelijkin zijn vordering tot schadevergoeding.
toetot een bedrag van € 100,- (zegge: honderd euro) en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van dit bedrag, bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening.
gijzelingtoegepast tot maximaal
twee dagen.
niet-ontvankelijkin zijn vordering.