Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser sub 2],
1.De gronden van de beslissing
Het geschil
- griffierecht € 83,00
- salaris advocaat
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 25 februari 2021, hebben eisers, bestaande uit een besloten vennootschap en haar bestuurder, vorderingen ingesteld tegen gedaagde met betrekking tot de teruggave van een Rolex horloge en een Mini auto. De eisers stellen dat het horloge in bruikleen is gegeven aan gedaagde en dat de auto gezamenlijk eigendom is. Gedaagde daarentegen voert aan dat zowel het horloge als de auto aan haar zijn geschonken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op 21 februari 2019 een bedrag van € 12.000,- is overgemaakt voor de aanschaf van het horloge, dat zich momenteel bij gedaagde bevindt. Daarnaast is op 31 januari 2020 een auto aangeschaft, waarvan de aankoopprijs deels is voldaan door inruil van een andere auto van gedaagde. De rechtbank concludeert dat de bewijzen niet voldoende zijn om aan te tonen dat er sprake is van gezamenlijk eigendom van de auto. De WhatsApp-berichten wijzen eerder op een schenking van de auto aan gedaagde.
Wat betreft het horloge oordeelt de rechtbank dat de stelling van eisers over bruikleen niet kan worden bewezen, en dat het horloge als verjaardagskado is geschonken. De rechtbank wijst de vorderingen van eisers af en veroordeelt hen in de proceskosten van gedaagde. De voorwaardelijke vordering in reconventie van gedaagde is ingetrokken, en het beslag op de auto is opgeheven. De proceskosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op € 1.209,00, terwijl de kosten in reconventie zijn vastgesteld op € 563,00.