Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Jelenia Gorá, 3rd Criminal Department(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
Grondslag en inhoud van het EAB
judgmentvan
the Regional Court in Jelenia Gorávan 29 april 2019 (referentie: III K 102/17),
amended by the judgment delivered by the Appellate Court in Wrocławvan 11 maart 2020 (referentie: II AKa 270/19).
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Stb. 125, die op 1 april 2021 in werking is getreden (hierna: de Herimplementatiewet). Daarbij is ook artikel 12 OLW gewijzigd, in die zin dat de in deze bepaling neergelegde weigeringsgrond nu een facultatief karakter heeft. Gelet op deze wijziging zal de rechtbank eerst het beoordelingskader onder het gewijzigde artikel 12 OLW bespreken.
the Regional Court in Jelenia Gorate zijn vrijgesproken in juni 2018 en vervolgens naar Nederland te zijn gereisd. Zijn advocaat heeft hem laten weten dat hij niet aanwezig hoefde te zijn op de zitting in hoger beroep (bij
the Appellate Court in Wrocław). De opgeëiste persoon was niet op die zitting aanwezig. Hij heeft via een
‘Mijn advocaat heeft in elke procedure mijn verdediging gevoerd, dit was op mijn verzoek.’
Tupikas, ECLI:EU:C:2017:628).
‘defence counsel who was appointed for him by the Court’,maar dat ten aanzien van de procedure in hoger beroep slechts wordt gesproken over een
‘defence counsel’. De rechtbank ziet hierin een extra bevestiging dat de advocaat door de opgeëiste persoon was gemachtigd om namens hem op te treden in de procedure in hoger beroep.
5.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Jelenia Gorá, 3rd Criminal Department(Polen).