Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf en maatregel
[persoon 1], bijgestaan door mr. C.C.J. Tuip, vordert
€ 2.500,-aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente
,alsmede een bedrag van € 9,24 aan proceskosten, in de vorm van reiskosten naar zijn advocaat.
€ 250,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd (14 januari 2018).
€ 9,24(reiskosten in verband met afspraken advocaat).
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstrafvan
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.
[persoon 1]toe tot een bedrag van
€ 9.24(negen euro en vierentwintig cent).
5dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.