In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 4 mei 2021, is het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene afgewezen. Betrokkene, geboren in 1959 en gedetineerd in P.I. [locatie], lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging van zes maanden, maar de rechtbank oordeelde dat deze termijn niet volstaat gezien de aanhoudende psychische problemen van betrokkene. De rechtbank stelde vast dat er een reëel risico bestaat dat betrokkene opnieuw in een psychose terechtkomt en dat de voorgestelde verplichte zorg niet effectief zou zijn. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk is dat betrokkene in een forensisch kader wordt geplaatst, waar langer toezicht op haar kan worden gehouden. Daarom is betrokkene in de strafzaak veroordeeld tot tbs met voorwaarden.
De mondelinge behandeling vond plaats op 20 april 2021, waarbij de officier van justitie, de raadsvrouw van betrokkene, en deskundigen aanwezig waren. De rechtbank heeft de medische verklaring, het zorgplan, en andere relevante documenten in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen en de tbs-maatregel met voorwaarden opgelegd, waarbij de rechtbank benadrukte dat de bereidheid van betrokkene om vrijwillig mee te werken niet kan leiden tot het niet verlengen van de zorgmachtiging na zes maanden.