ECLI:NL:RBAMS:2021:2208

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2021
Publicatiedatum
5 mei 2021
Zaaknummer
700678 / 21/2442
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot zorgmachtiging in verband met psychische stoornis en tbs-maatregel met voorwaarden

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 4 mei 2021, is het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene afgewezen. Betrokkene, geboren in 1959 en gedetineerd in P.I. [locatie], lijdt aan een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging van zes maanden, maar de rechtbank oordeelde dat deze termijn niet volstaat gezien de aanhoudende psychische problemen van betrokkene. De rechtbank stelde vast dat er een reëel risico bestaat dat betrokkene opnieuw in een psychose terechtkomt en dat de voorgestelde verplichte zorg niet effectief zou zijn. De rechtbank oordeelde dat het noodzakelijk is dat betrokkene in een forensisch kader wordt geplaatst, waar langer toezicht op haar kan worden gehouden. Daarom is betrokkene in de strafzaak veroordeeld tot tbs met voorwaarden.

De mondelinge behandeling vond plaats op 20 april 2021, waarbij de officier van justitie, de raadsvrouw van betrokkene, en deskundigen aanwezig waren. De rechtbank heeft de medische verklaring, het zorgplan, en andere relevante documenten in overweging genomen. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen en de tbs-maatregel met voorwaarden opgelegd, waarbij de rechtbank benadrukte dat de bereidheid van betrokkene om vrijwillig mee te werken niet kan leiden tot het niet verlengen van de zorgmachtiging na zes maanden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Strafrecht
Locatie: Amsterdam
Verzoekschrift tot zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Zaaknummer/ rekestnummer: 700678 / 21/2442
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1959 in [geboorpteplaats],
wonende op het adres [adres]
gedetineerd in P.I. [locatie te plaats]
bijgestaan door haar raadsvrouw mr. E.F. de Wit, advocaat te Amsterdam,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 8 april 2021 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 22 maart 2021;
  • het zorgplan inclusief de bijlagen van 22 februari 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 25 maart 2021;
  • het reclasseringsadvies t.a.v. tbs met voorwaarden van 22 maart 2021;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 april 2021 in het gebouw van de rechtbank Amsterdam.
1.3.
Ter zitting zijn aanwezig en worden gehoord:
  • betrokkene;
  • de raadsvrouw van betrokkene;
  • de officier van justitie;
  • de deskundigen, H.G. Hofhuis, reclasseringswerker en J.J. Mooij, psychiater;

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank ter terechtzitting op 20 april 2021 verzocht om het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging af te wijzen omdat de zorgmachtiging van zes maanden niet volstaat. De psychose van betrokkene is ondanks het feit dat zij al geruime tijd medicamenteus wordt behandeld, nog niet volledig in remissie. Daarom is het niet duidelijk of de behandeltermijn van zes maanden volstaat. In het geval dat betrokkene meewerkt, zal na zes maanden geen verlenging van de zorgmachtiging volgen, terwijl dan nog onzeker is of betrokkene ook daadwerkelijk uitbehandeld is. Ook is niet duidelijk of zij na die zes maanden voldoende ziekte-inzicht heeft en medicatietrouw is. Gelet op het verleden van betrokkene bestaat er een reëel risico dat zij weer in een psychose terechtkomt en opnieuw een ernstig feit pleegt. Daarom is het noodzakelijk dat betrokkene in een forensisch kader komt waarin langer zicht op haar kan worden gehouden. De tbs-maatregel met voorwaarden is daarom passend.

3.Standpunt van betrokkene

De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat het verzoek moet worden afgewezen omdat de bereidheid van betrokkene om op vrijwillige basis mee te werken aan de voor haar noodzakelijke zorg voldoende consistent is. Het verlenen van een zorgmachtiging komt daarom in strijd met het bepaalde in artikel 3.3. Wvggz.
Betrokkene heeft op de zitting verklaard een voorkeur te hebben voor een zorgmachtiging omdat zij dit vergeleken met de tbs-maatregel als minder zwaar ziet.

4.Toelichting reclasseringswerker Hofhuis

De heer Hofhuis heeft toegelicht dat de in het reclasseringsadvies gestelde voorwaarden als haalbaar worden gezien bij oplegging van de tbs-maatregel met voorwaarden. Er is geen reden om te twijfelen aan de bereidheid van betrokkene om mee te werken aan die voorwaarden. Het is haalbaar om betrokkene binnen enkele weken te plaatsen in FPA [plaats]. Oplegging van de tbs-maatregel geeft daarnaast andere mogelijkheden wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden dan in het geval van het opleggen van een zorgmachtiging.

5.Toelichting psychiater Mooij

De heer Mooij heeft toegelicht te begrijpen dat betrokkene te kennen heeft gegeven gemotiveerd te zijn om mee te werken aan een klinische opname en het nemen van medicatie, maar dat gezien de heftige beschuldiging die speelt in de strafzaak, het moeilijk is te voorspellen hoe die bereidheid zich in de praktijk zal uiten. De heer Mooij heeft verklaard het nodig te vinden dat een zorgmachtiging wordt verleend. Enige beperking aan de zorgmachtiging is dat in het geval betrokkene vrijwillig meewerkt waardoor geen aanleiding bestaat om de zorgmachtiging te verlengen, de controlemomenten enkel nog bestaan uit de contactmomenten met betrokkene en daarmee afhankelijk zijn van de samenwerking met betrokkene.

6.Beoordeling

6.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
6.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang; de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept; de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
6.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
6.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vorm van zorg
Duur
toedienen van medicatie
6 maanden
het verrichten van medische controles
6 maanden
beperken van de bewegingsvrijheid
6 maanden
insluiten
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
beperken van het recht op het ontvangen van bezoek
6 maanden
opnemen in een accommodatie
6 maanden
toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.
6 maanden
uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
6.5.
Met de officier van justitie vindt de rechtbank het noodzakelijk dat betrokkene in een forensisch kader komt waarin langer zich op haar kan worden gehouden. De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg niet effectief is omdat het niet wenselijk is dat de bereidheid van betrokkene om vrijwillig mee te werken er voor kan zorgen dat de zorgmachtiging na zes maanden niet meer kan worden verlengd. De rechtbank heeft betrokkene daarom in het vonnis van de strafzaak veroordeeld tot de tbs-maatregel met voorwaarden.
Gelet op het voorgaande is zal het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging worden afgewezen.

7.Beslissing

De rechtbank:
Wijst afhet verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging.
Deze beslissing is op 4 mei 2021 gegeven door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. F. Dekkers en A.C.J. Klaver, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.A. Mud, griffier.
Tegen de beschikking van deze rechtbank staat voor betrokkene en officier van justitie beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen door een advocaat middels het indienen van een verzoekschrift bij de griffie van de Hoge Raad,
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking.