Uitspraak
1.Onderzoek op de zitting
mr. R. Leuven, en van wat de raadsman, mr. S. Guman, naar voren heeft gebracht.
2.Beschuldiging
3.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
R.A. Sterk. De deskundigen hebben geconcludeerd dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een ongespecificeerde schizofreniespectrum of andere psychotische stoornis en een lichte stoornis in het gebruik van alcohol. Deze stoornissen waren volgens psychiater Van der Meer ook aanwezig op het moment van het plegen van het feit. Op dat moment was sprake van een floride psychose. Ook psycholoog Sterk oordeelt dat dit waarschijnlijk het geval is geweest. Het handelen van verdachte werd volgens Van der Meer volledig door de psychose bepaald. De belevingswereld van verdachte bestond uit een verstoorde beleving van de realiteit waarbij zij zich bedreigd, benadeeld en heel angstig voelde. Zij was niet in staat om deze verkeerde voorstelling van zaken verstandelijk te corrigeren en nam deze foutieve voorstelling van zaken daarom voor waar aan.
7.Motivering van de maatregel: TBS met voorwaarden
8.Vordering van de benadeelde partij
(€ 108,48) en de kosten van de behandeling bij de psychiater (€ 739,11) voldoende onderbouwd, zodat die kosten voor vergoeding in aanmerking komen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging.
ter beschikking wordt gestelden stelt daarbij de volgende
voorwaarden:
werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- veroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
- veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen
- veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan
- veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
- veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
- veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
- veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
niet naar het buitenlandof het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
laat zich opnemen in FPA [locatie]of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de behandelaars dat nodig vinden. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
laat zich behandelen door een (forensisch) ambulante behandelinstelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend op de klinische behandeling en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
gebruikt geen alcoholen werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch behandelsetting(FPC, FPK of FPA), als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
€ 11.511,81 (elfduizend vijfhonderdelf euro en eenentachtig cent), bestaande uit € 1.511,81 (vijftienhonderdelf euro en eenentachtig cent) aan vergoeding van materiële schade en
€ 10.000,- (tien duizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 juni 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
€ 11.511,81 (elfduizend vijfhonderdelf euro en eenentachtig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 juni 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 92 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.