Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
- [minderjarige 1] (hierna: [minderjarige 1] ), op [geboortedatum 1] 2009;
- [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum 2] 2016.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader met betrekking tot de omgang met hun kinderen en de betaling van kinderalimentatie. De moeder vorderde een straat- en contactverbod voor de vader, alsook nakoming van alimentatieafspraken. De vader voerde verweer en diende een tegenvordering in om de omgang met de kinderen te hervatten. Tijdens de zitting op 16 april 2021 heeft de moeder haar vorderingen toegelicht, waarbij zij meldde dat de vader de kinderen zou hebben mishandeld. De vader ontkende dit en stelde dat hij slechts corrigerende tikken had gegeven. De minderjarige kinderen zijn gehoord, waarbij de oudste, [minderjarige 1], aangaf niet naar zijn vader te willen gaan vanwege de mishandeling. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vorderingen in reconventie van de vader niet konden worden toegewezen, gezien de zwaarwegende belangen van de kinderen. De vorderingen van de moeder tot nakoming van de alimentatie werden toegewezen, waarbij de vader werd veroordeeld tot betaling van € 300,00 per maand en € 600,00 aan achterstallige alimentatie. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.