ECLI:NL:RBAMS:2021:2063
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen dwangsombesluit wegens gebrek aan bewijs van bezwaar
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaar door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Het beroep is ingediend op 3 februari 2021, naar aanleiding van een besluit van de heffingsambtenaar van 15 oktober 2020, waarin werd besloten geen dwangsom toe te kennen. Eiser stelt dat hij op 13 november 2020 bezwaar heeft gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder ontkent het bezwaarschrift ontvangen te hebben. De rechtbank constateert dat het bezwaarschrift niet is gedateerd en dat eiser geen ontvangstbevestiging heeft overgelegd. Hierdoor kan de rechtbank niet vaststellen dat er daadwerkelijk bezwaar is gemaakt.
De rechtbank oordeelt dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Artikel 6:12, tweede lid, onder a, van de Awb vereist dat een bezwaarschrift tijdig is ingediend, wat in dit geval niet kan worden aangetoond. De rechtbank verklaart het beroep daarom niet-ontvankelijk. Tevens merkt de rechtbank op dat uit vaste rechtspraak volgt dat er geen dwangsom wordt verbeurd bij het niet tijdig nemen van een besluit op bezwaar tegen een dwangsombeschikking, wat betekent dat ook bij een (tijdig) bezwaar geen dwangsom is verbeurd.
De rechtbank besluit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of teruggave van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door rechter M.M.L.A.T. Doll, in aanwezigheid van griffier N. van der Kroft, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden ingesteld.