Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 mei 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties,
- het tussenvonnis van 11 november 2020 waarbij een comparitie is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie, met productie,
- de akte overlegging productie 11 van Scanmar,
- de akte overlegging producties 11-13 van Webs,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 februari 2021.
2.De feiten
What
3.Het geschil
in conventie
- € 1.250,53 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
- € 1.896,36, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2020;
- € 15.000,- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2020;
4.De beoordeling
in conventie
desired outcome’. Volgens Webs kan het binnenhalen van een bepaald aantal nieuwe klanten naar zijn aard geen resultaatsverbintenis zijn. Webs zou Scanmar ondersteunen bij de optimalisering van het commerciële proces van Scanmar, Het eindresultaat van deze inspanningen is echter mede afhankelijk van factoren en derde partijen waarop de opdrachtnemer geen of beperkt invloed op heeft; de eventueel nieuwe klanten, maar ook de markt, het product en de inspanningen van de opdrachtgever. Ook volgt uit de letterlijke tekst van de General Terms and Conditions van de overeenkomsten dat sprake is van een inspanningsverplichting.
desired outcome, ofwel de gewenste uitkomst van het tweede deel van de opdracht staat in de overeenkomst beschreven als het behalen van zes nieuwe klanten in 2019. Webs heeft Scanmar hiermee geen garanties gegeven die ertoe zouden leiden dat sprake is van een resultaatsverbintenis. Dat volgt ook niet uit de General Terms and Conditions. Daarnaast leidt de rechtbank uit de afgesproken taakverdeling, zoals geciteerd in alinea 2.7, af dat een geslaagd resultaat net zo afhankelijk was van de inzet zijdens Scanmar als van de inspanningen van Webs. Ook voor het overige geven de formuleringen in Overeenkomst II, onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat partijen beoogd hebben een resultaatverplichting voor Webs af te spreken. Weliswaar mag op grond van de tekst een grote mate van betrokkenheid, inzet en inspanning van Webs worden verwacht bij het aansturen en begeleiden van het CPG-project, maar dat Webs financieel afgerekend zou worden op het eindresultaat blijkt er niet uit. Daarnaast geldt, voor zover Scanmar zich op het standpunt stelt dat zij geen betaling (meer) is verschuldigd omdat sprake is van een resultaatsverbintenis en Webs het overeengekomen resultaat niet zou hebben behaald, het volgende. Of sprake is van een resultaatsverbintenis of inspanningsverbintenis is relevant voor de vraag of Webs is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder de overeenkomst van opdracht. Zelfs indien een tekortkoming van Webs zou worden vastgesteld, brengt dat echter niet (zonder meer) mee dat Scanmar bevrijd zou worden van haar betalingsverplichting jegens Webs. Het niet presteren van een contractspartij heeft immers niet tot rechtsgevolg dat de betalingsverplichting van de wederpartij automatisch verdwijnt.
3.342,00(3 punten × tarief € 1.114,00)