ECLI:NL:RBAMS:2021:1994

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 april 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
C/13/690988 / HA ZA 20-1013
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over terugdraaien van transacties op online platform Bitcoin Meester en schadevergoeding voor misgelopen winst

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de besloten vennootschap COIN MEESTER B.V., hierna Bitcoin Meester genoemd. De eiser had een account aangemaakt op het online platform Bitcoin Meester met als doel te handelen in de cryptovaluta Hedera. Op 26 februari 2020 voerde de eiser 14 transacties uit waarbij hij Hedera verkocht en weer terugkocht, wat resulteerde in een onrealistische winst van meer dan 4.000%. Echter, Bitcoin Meester draaide deze transacties terug vanwege een technische fout in hun systeem, waardoor de eiser zijn winst van tussen de € 42.586,42 en € 44.725,58 verloor. De eiser vorderde nakoming van de oorspronkelijke situatie door het terugstorten van 1.366.918 tokens of, subsidiair, schadevergoeding ter hoogte van € 42.927,51.

De rechtbank overwoog dat de kern van de zaak lag in de vraag of de eiser gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de transacties die hij had uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen voor elke transactie, omdat de prijs die Bitcoin Meester bood voor de Hedera onrealistisch was. De rechtbank oordeelde dat Bitcoin Meester niet onrechtmatig had gehandeld door de transacties terug te draaien, aangezien er geen reële transacties waren door de technische fout in hun systeem. De vorderingen van de eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Bitcoin Meester, die op € 2.884,00 werden begroot.

De rechtbank verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Bitcoin Meester de kosten kan vorderen zonder dat de eiser eerst in beroep gaat. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke overeenkomsten in online transacties en de bescherming van partijen tegen onrealistische verwachtingen in de cryptovalutahandel.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/690988 / HA ZA 20-1013
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 9 april 2021,
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. T.J. Wittendorp te Maastricht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COIN MEESTER B.V.,
gevestigd te Aalsmeer,
gedaagde,
advocaat mr. A. Ourhris te Velsen-Zuid.
Partijen zullen hierna [eiser] en Bitcoin Meester genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ingevolge het vonnis van deze rechtbank van 21 februari 2021.
Tegenwoordig zijn mr. N.C.H. Blankevoort, rechter, en mr. S.P.F. Sneeboer, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen
  • de heer [eiser] , voornoemd;
  • mr. C. Litt, kantoorgenoot van mr. Wittendorp, voornoemd;
  • de heer [bestuurder] , statutair bestuurder van Bitcoin Meester;
  • mr. Ourhris, voornoemd.
In deze zaak heeft heden een mondeling behandeling plaatsgevonden.
De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de uitspraak mondeling zal worden gedaan.
De rechtbank doet de volgende uitspraak. Daarvan is ingevolge artikel 30p lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) dit proces-verbaal opgemaakt.

1.Gronden van de beslissing

1.1.
[eiser] heeft een account aangemaakt op het online platform Bitcoin Meester met als doel handelen in de cryptovaluta Hedera. Op 26 februari 2020 heeft [eiser] aan Bitcoin Meester Hedera verkocht tegen verkrijging van de cryptovaluta Aion, en vervolgens de verkregen Aion aan Bitcoin Meester verkocht tegen verkrijging van Hedera. De prijs waarvoor Bitcoin Meester Hedera van [eiser] kocht lag 2,5 tot 25 hoger dan de prijs waartegen [eiser] vrijwel tegelijkertijd diezelfde Hedera van Bitcoin Meester kocht. Hierdoor kon [eiser] binnen een tijdsbestek van ongeveer 12 minuten met 14 transacties een winst maken van ruim 4.000%. Doordat deze 14 transacties opvielen maakte een
botin het systeem van Bitcoin Meester melding van de transacties en werd [eiser] uitgelogd uit zijn account. Nadat de toegang tot zijn account was hersteld zag [eiser] dat alle 14 transacties waren teruggedraaid en dat de winst die hij daarmee had gemaakt, op dat moment een bedrag tussen de € 42.586.42 en € 44.725,58, uit zijn
walletwas verdwenen. Bitcoin Meester heeft de 14 transacties teruggedraaid omdat door een
bugin haar systeem bij de verwerking van elke transactie een veel te lage terugkoopprijs van Hedera werd gehanteerd.
1.2.
[eiser] vordert nakoming van de op 26 februari 2020 bestaande situatie, door het terugstorten van 1.366.918 tokens in zijn
walleten subsidiair schadevergoeding ter hoogte van € 42.927,51, wegens misgelopen winst.
1.3.
[eiser] heeft ter onderbouwing van zijn vorderingen twee grondslagen aangevoerd. De eerste grondslag is tekortkoming van Bitcoin Meester in de nakoming van de door haar aangeboden dienst (wanprestatie). De tweede grondslag is dat Bitcoin Meester onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] door de hiervoor genoemde 14 transacties ongedaan te maken.
1.4.
De rechtbank overweegt als volgt.
1.5.
De kern van deze zaak is of [eiser] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat hij door het verrichten van 14 transacties binnen 12 minuten met dezelfde wederpartij (Bitcoin Meester) een rendement kon behalen van 4.000% doordat de prijs waarvoor Bitcoin Meester Hedera van [eiser] inkocht beduidend (2,5 tot 25 keer) hoger lag dan de prijs waarvoor Bitcoin Meester Hedera aan [eiser] verkocht. Als [eiser] wel gerechtvaardigd mocht vertrouwen, dan is vereist dat aan elk van de 14 transacties steeds afzonderlijk een overeenkomst tussen partijen ten grondslag ligt die door Bitcoin Meester moet worden nagekomen. Hierbij gaat het niet om de overeenkomst op grond waarvan [eiser] op het platform van Bitcoin Meester mocht handelen, maar om de overeenkomst die aan iedere transactie ten grondslag ligt. Als [eiser] niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen op het aanbod van Bitcoin Meester om de Hedera van [eiser] terug te kopen tegen een beduidend hoger bedrag dan waarvoor de Hedera even tevoren aan hem was verkocht, dan is er geen overeenkomst tot stand gekomen. Indien aan de transacties geen overeenkomst ten grondslag ligt, moet de rechtbank de vraag beantwoorden of Bitcoin Meester onrechtmatig heeft gehandeld door de 14 transacties terug te draaien met als reden dat sprake was van een technische fout op haar website.
1.6.
Om te beginnen de situatie waarin partijen geen overeenkomst voor elke transactie met elkaar hebben afgesloten. Om een beroep te kunnen doen op onrechtmatige daad moet sprake zijn van onbetamelijk handelen door Bitcoin Meester. Dit zou het geval zijn als Bitcoin Meester geld dat [eiser] toekomt van hem ontneemt. Bitcoin Meester heeft overtuigend aangetoond dat er een fout in haar systeem zat waardoor zij aan [eiser] een hogere inkoopprijs voor Hedera betaalde dan zij van [eiser] ontving voor diezelfde Hedera. Op zitting heeft Bitcoin Meester uitgelegd dat zij als
brokerfungeert en zelf pas een transactie uitvoert nadat een klant een cryptovaluta heeft ge- of verkocht. Door de fout in het systeem lag er voor haar geen reële transactie onder de door [eiser] opgedragen transactie, want Bitcoin Meester kon door de foutieve prijs de transactie van [eiser] immers niet uitvoeren op de cryptovalutamarkt. Gelet hierop is niet komen vast te staan dat Bitcoin Meester geld van [eiser] heeft afgenomen of dat Bitcoin Meester er met de winst van [eiser] vandoor is gegaan. Dit betekent dat Bitcoin Meester niet onbetamelijk heeft gehandeld jegens [eiser] . Dit leidt tot de conclusie dat Bitcoin Meester niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] zodat de vordering tot schadevergoeding op die grondslag wordt afgewezen.
1.7.
Vervolgens moet de rechtbank de vraag beantwoorden of voor elk van de 14 transacties een afzonderlijke overeenkomst tot stand is gekomen tussen partijen. Bij beantwoording van deze vraag geldt de zogenoemde wilsvertrouwensleer. Gekeken moet worden naar de wil van partijen, zoals zij die over en weer jegens elkaar hebben geopenbaard. De wet beschermt alleen het gerechtvaardigd vertrouwen op de verklaring van de ander, in dit geval het aanbod van Bitcoin Meester (vlg. artikel 3:35 van het Burgerlijk Wetboek). De vraag is dus: mocht [eiser] er op vertrouwen dat Bitcoin Meester de Hedera keer op keer voor een beduidend hogere prijs van hem wilde terugkopen dan waarvoor zij deze even tevoren aan hem had verkocht? Daarbij is van belang dat het in dit geval niet ging om één transactie, maar 14 gelijksoortige transacties binnen 12 minuten. Voorts werd de winst in dit geval niet geboekt door een koersstijging, maar doordat de wederpartij keer op keer bereid was de valuta voor hoger bedrag terug te kopen dan waarvoor zij dezelfde valuta even tevoren had verkocht.
1.8.
Dit laatste is economisch gezien niet rationeel. Het tweede bijzondere aspect is dat met de transacties geen koerswinst, maar transactiewinst werd gemaakt. Er is op elke afzonderlijke transactie winst gemaakt en steeds op dezelfde manier. [eiser] kon namelijk voor een 2,5 tot 25 hogere prijs Hedera verkopen dan de prijs waarvoor hij Hedera inkocht. Ook dit is uitzonderlijk en ongebruikelijk. Op basis van deze twee aspecten mocht [eiser] er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat er steeds een overeenkomst tussen hem en Bitcoin Meester tot stand was gekomen. Omdat er geen overeenkomst ten grondslag ligt aan elk van de 14 transacties kan er geen sprake zijn van wanprestatie door Bitcoin Meester. Dit betekent dat ook de vorderingen tot nakoming en schadevergoeding worden afgewezen.
1.9.
De rechtbank komt niet toe aan beoordeling van de vordering van [eiser] ten aanzien van de algemene voorwaarden. Doordat de rechtbank de vorderingen afwijst op grond van het ontbreken van een overeenkomst heeft [eiser] geen belang bij vernietiging van de algemene voorwaarden en de daarin opgenomen exoneratieclausule.
1.10.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bitcoin Meester worden begroot op:
- griffierecht € 656,00
- salaris advocaat
€ 2.228,00(2 punten × tarief € 1.114,00)
Totaal € 2.884,00
1.11.
Nakosten worden begroot overeenkomstig de geldende richtlijn en zijn toewijsbaar op de wijze als hierna onder de beslissing is vermeld.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
wijst de vorderingen af;
2.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Bitcoin Meester tot op heden begroot op € 2.884,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
2.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
2.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de rechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.