Op 16 mei 2020 heeft een aanrijding plaatsgevonden op het kruispunt van de [straat] en de [straat] te [plaats] . [verzoeker] was daarbij als motorrijder betrokken. Hij is met zijn motor op een auto van de verzekerde van Unigarant gebotst.
Als gevolg van het ongeval heeft [verzoeker] schade geleden. Zijn motor is total loss en hij heeft letselschade (gebroken voet). Voor deze schade houdt hij de verzekerde van Unigarant aansprakelijk.
Unigarant heeft de aansprakelijkheid betwist omdat [verzoeker] volgens haar, kort gezegd, zeer gevaar zettend is opgetreden.
Namens [verzoeker] is ter zitting onder meer naar voren gebracht dat hij wel te hard heeft gereden (50 km i.p.v. 30 km in de betreffende schoolzone), maar dat daardoor het ongeval niet is veroorzaakt.
Unigarant verwijst daarbij naar een schriftelijke getuigenverklaring van een getuige (vermeld op het schadeformulier) die in een rolstoelbus reed op dezelfde rijbaan en in dezelfde rijrichting als [verzoeker] kort voor het ongeval. Deze getuige verklaart onder meer:
“Ik kwam uit de [straat] . Li-af de [straat] in. Hier kwam de motorrijder van de stoep, tegen het verkeer in, al inhalen op de [straat] . Over de verhoging in het midden, doorversnellend naar de kruising met de [straat] . Moest remmen voor de auto die afsloeg naar de [straat] . De auto kwam van de tegenovergestelde rijrichting. Hierna gaf de motorrijder weer gas, kwam in botsing met de auto uit de [straat] ( [kenteken] )”Even verderop verklaart deze getuige dat de snelheid van de motor boven de 60 km lag.
Namens [verzoeker] zijn een tweetal schriftelijke getuigenverklaringen van omstanders in het geding gebracht, te weten van de heren [kenteken] en [kenteken] . De verklaringen zijn niet goed leesbaar. Wel is leesbaar dat de heer [kenteken] verklaart dat het ging om een ongeval dat plaatsvond op 16 mei 2019, terwijl in de verklaring van [kenteken] geen datum wordt vermeld. Voorts is duidelijk dat zij de verzekerde van Unigarant “schuldig” achten aan het ongeval.
Blijkens de overgelegde urenspecificatie heeft de gemachtigde van [verzoeker] , inclusief de begrote tijd voor de zitting, 10,5 uren à € 250,00 per uur aan de zaak besteed.