ECLI:NL:RBAMS:2021:17

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 januari 2021
Publicatiedatum
6 januari 2021
Zaaknummer
8785304 CV EXPL 20-17410
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling tandheelkundige behandeling door bewindvoerder

In deze zaak vorderde Famed B.V. betaling van een openstaande nota van € 30,98 voor een tandheelkundige behandeling die onder de bewindvoering van [naam 3] was uitgevoerd. De behandeling vond plaats op 14 augustus 2019 en de vordering werd gecedeerd aan Famed. De bewindvoerder, vertegenwoordigd door de maatschap Dé Bewindvoerders, betwistte de vordering en stelde dat de behandeling niet noodzakelijk was en dat er geen toestemming was gegeven voor de behandeling. De kantonrechter oordeelde dat de bewindvoerder de nota moest betalen, omdat [naam 3] niet handelingsonbekwaam was geworden door het bewind en de bewindvoerder geen wettelijke grond had voor vernietiging van de overeenkomst. De rechter wees de vordering van Famed toe, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, en veroordeelde de bewindvoerder in de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 11 januari 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8785304 CV EXPL 20-17410
vonnis van: 11 januari 2021

vonnis van de kantonrechter

i n z a k e

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Famed B.V.,

gevestigd te Amersfoort,
eiseres,
nader te noemen: Famed,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
t e g e n
[naam 1] en [naam 2] , maten van de maatschap Dé Bewindvoerders gevestigd te [plaats] , in hun hoedanigheid van bewindvoerder van de onder bewind gestelde [naam 3] , wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
nader te noemen: de bewindvoerder c.q. [naam 3] ,
eerst procederend bij [naam 2] , later bijgestaan door mr. W. Albers.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het procesdossier bestaat uit:
  • de dagvaarding van 8 september 2020, met producties;
  • het proces-verbaal van het mondelinge antwoord van 5 oktober 2020, met producties;
  • het instructievonnis van 19 oktober 2020;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek;
  • de dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Bij beschikking van 19 november 2018 zijn de goederen van [naam 3] onder bewind gesteld, onder benoeming van de maatschap Dé Bewindvoerders als bewindvoerder. Het bewind staat sinds 20 november 2018 geregistreerd in het Centraal Curatele- en bewindsregister.
1.2.
Op 14 augustus 2019 heeft [naam 3] bij Tandheelkundig Centrum TTH Noord (hierna: de zorgverlener) een tandartsbehandeling ondergaan.
1.3.
De zorgverlener heeft de vordering ter zake de tandartsbehandeling gecedeerd aan Famed.
1.4.
Famed heeft [naam 3] op 23 augustus 2019 een nota gestuurd ter hoogte van € 77,10. Van dit bedrag is € 46,12 vergoed door de zorgverzekeraar van [naam 3] , zodat nog een bedrag van € 30,98 resteert. Laatstgenoemd bedrag is onbetaald gebleven en wordt door Famed in deze procedure gevorderd.

Geschil

2. Famed vordert dat de bewindvoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
a. € 30,98 aan hoofdsom;
b. € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c. € 0,58 aan rente, berekend tot 28 augustus 2020;
d. rente over € 30,98 vanaf 28 augustus 2020;
e. de proceskosten.
3. Famed stelt hiertoe, kort weergegeven, dat [naam 3] een noodzakelijke tandheelkundige behandeling heeft ondergaan waarvoor zij de overeengekomen vergoeding verschuldigd is. De bewindvoerder schiet tekort in zijn betalingsverplichting door het openstaande bedrag van de onder 1.4 bedoelde nota niet te betalen. De behandeling van de zorgverlener heeft schade en duurdere behandelingen voorkomen. [naam 3] is op grond van de wet bevoegd opdracht te geven voor de door haar genoten medische zorg.
4. De bewindvoerder betwist de vordering. [naam 3] staat onder bewind. De zorgverlener heeft de bewindvoerder geen toestemming gevraagd en goedkeuring verkregen voor de niet-noodzakelijke behandeling. De bewindvoerder heeft de overeenkomst vernietigd. De bewindvoerder betwist dat het om een noodzakelijke medische ingreep gaat, omdat dergelijke ingrepen zijn gedekt door de zorgverzekering. Dat is hier niet het geval.

Beoordeling

5. De bewindvoerder heeft niet betwist dat de zorgverlener de gefactureerde medische behandeling in opdracht van [naam 3] heeft uitgevoerd.
6. Partijen zijn het niet met elkaar eens over de vraag of de bewindvoerder de onder 1.4 bedoelde nota moet betalen. Famed stelt van wel. De bewindvoerder vindt van niet.
7. Dat [naam 3] onder bewind is gesteld, maakt niet dat [naam 3] daardoor handelingsonbekwaam is geworden. Voor vernietiging van deze overeenkomst door de bewindvoerder bestaat geen wettelijke grondslag. Evenmin is de overeenkomst nietig.
8. Bij aangelegenheden met betrekking tot verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding is uitsluitend een mentor – dus geen bewindvoerder – bevoegd om voor de betrokkene op te treden, ook voor de vermogensrechtelijke kant. Dit volgt uit artikel 1:458 jo. 1:453 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. [naam 3] is echter uitsluitend onder bewind gesteld en er is geen sprake van mentorschap. De rechten tot het verrichten van rechtshandelingen bij voornoemde aangelegenheden blijven daarom bij de rechthebbende zelf. Deze rechten komen niet bij de bewindvoerder terecht. Anders dan de bewindvoerder aanvoert, is zijn toestemming of goedkeuring niet vereist.
9. Het door de bewindvoerder ingenomen standpunt is onjuist. De bewindvoerder dient de onder 1.4 bedoelde nota te betalen. De vordering van Famed wordt daarom toegewezen.
10. De rente is toewijsbaar als gevorderd.
11. De buitengerechtelijke kosten worden toegewezen, nu de ontvangst van de bij dagvaarding overgelegde 15-dagenbrief, die voldoet aan de wettelijke eisen, niet is betwist.
12. Bij deze uitkomst wordt de bewindvoerder als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt de bewindvoerder tot betaling aan Famed van:
- € 30,98 aan hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 28 augustus 2020 tot de dag van de voldoening;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten;
- € 0,58 aan wettelijke rente berekend tot 28 augustus 2020;
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Famed begroot op:
explootkosten € 86,85
salaris gemachtigde € 72,00
griffierecht € 124,00
----------------
totaal € 282,85 voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt de bewindvoerder in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat de bewindvoerder niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.