ECLI:NL:RBAMS:2021:1655

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 maart 2021
Publicatiedatum
7 april 2021
Zaaknummer
AWB 20/4509
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke geschil over parkeerbelasting en de vraag van onmiddellijk laden en lossen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen [eiser] en de Gemeente Amstelveen, vertegenwoordigd door de heffingsambtenaar. Het geschil ontstond naar aanleiding van een naheffingsaanslag parkeerbelasting die op 2 juli 2020 aan [eiser] was opgelegd. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van [eiser] ongegrond in een uitspraak op bezwaar van 7 augustus 2020, waarna [eiser] beroep instelde tegen deze beslissing.

Tijdens de zitting op 18 maart 2021 werd de kwestie besproken of [eiser] daadwerkelijk had geparkeerd of bezig was met onmiddellijk laden en lossen. Volgens de regelgeving in Amsterdam geldt er betaald parkeren, met uitzondering van situaties waarin men onmiddellijk in- of uitstapt of onmiddellijk laadt en lost. [eiser] stelde dat hij drie broeken had weggebracht en bezig was met lossen. De rechtbank oordeelde echter dat de hoeveelheid en het gewicht van de drie broeken niet zodanig waren dat deze niet op een andere manier dan per auto konden worden vervoerd. Daarom was er volgens de rechtbank geen sprake van laden en lossen, en was [eiser] parkeerbelasting verschuldigd.

De rechtbank verklaarde het beroep van [eiser] ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan door mr. K. Oldekamp-Bakker, rechter, in aanwezigheid van mr. N.S. Bissumbhar, griffier. De partijen werden geïnformeerd dat zij binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal hoger beroep konden instellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 20/4509
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te Amsterdam, eiser (hierna: [eiser] )

en
Gemeente Amstelveen, Heffingsambtenaar van de gemeente Amstelveen,verweerder (hierna: de heffingsambtenaar)
(gemachtigde: [naam] ).

Procesverloop

Op 2 juli 2020 heeft de heffingsambtenaar aan [eiser] een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.
Met een uitspraak op bezwaar van 7 augustus 2020 (de bestreden uitspraak) heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van [eiser] ongegrond verklaard.
[eiser] heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 maart 2021. [eiser] was aanwezig. De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Partijen zijn het niet eens over de vraag of [eiser] heeft geparkeerd, dan wel bezig is geweest met het onmiddellijk laden en lossen. In beginsel geldt er in Amsterdam bijna overal betaald parkeren. Hier zijn twee uitzonderingen op, namelijk onmiddellijk in- of uitstappen en onmiddellijk laden en lossen. Ter zitting heeft [eiser] verklaard dat hij drie broeken had weggebracht en bezig was met lossen. Volgens de rechtspraak is alleen sprake van laden en lossen als het gaat om spullen van zodanige omvang of gewicht dat zij niet op een andere manier dan per auto kunnen worden gehaald of gebracht. Drie broeken zijn niet van zodanige omvang of gewicht dat deze niet op een andere manier dan per auto konden worden vervoerd. Dat betekent dat geen sprake is van laden en lossen en dat [eiser] parkeerbelasting verschuldigd was.
2. Het beroep is ongegrond. Met deze uitkomst is er geen aanleiding voor een vergoeding van het griffierecht.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K. Oldekamp-Bakker, rechter, in aanwezigheid van mr. N.S. Bissumbhar, griffier, op 18 maart 2021.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.