ECLI:NL:RBAMS:2021:1646

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 januari 2021
Publicatiedatum
7 april 2021
Zaaknummer
C/13/691069 / HA RK 20-287
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van in beslag genomen aandelen in het kader van een geschil over een koopovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 januari 2021 een beschikking gegeven in een geschil tussen de vennootschap MCCOURT GLOBAL SPORTS & MEDIA LLC, gevestigd te New York, en een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, aangeduid als [belanghebbende] B.V. Het geschil betreft een vermeende koopovereenkomst van aandelen die op 2 maart 2020 tot stand zou zijn gekomen, en een eerder vonnis van de internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam, waarin [belanghebbende] werd veroordeeld tot betaling van € 30.000.000,00 aan McCourt. McCourt heeft executoriaal beslag gelegd op de aandelen van [belanghebbende] in verschillende dochtervennootschappen en verzoekt de rechtbank om toestemming voor de verkoop van deze aandelen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat McCourt een vordering heeft op [belanghebbende] op basis van het eerdere vonnis en dat [belanghebbende] tot op heden niet heeft betaald. De rechtbank heeft het verzoek van McCourt toegewezen, waarbij het beslag op de aandelen rechtsgeldig is gelegd en de voorgeschreven formaliteiten zijn nageleefd. De rechtbank heeft Hendrikus Oude Elferink, gerechtsdeurwaarder, aangewezen om de executie te verzorgen en heeft bepaald dat de aandelen binnen een jaar verkocht moeten worden, met de mogelijkheid tot onderhandse verkoop.

De rechtbank heeft ook bepaald dat [belanghebbende] en de dochtervennootschappen volledige medewerking moeten verlenen aan het executietraject en dat zij relevante financiële gegevens moeten verstrekken. De kosten van de executie komen ten laste van [belanghebbende]. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van McCourt begroot op € 1.199,00 en heeft [belanghebbende] in deze kosten veroordeeld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/691069 / HA RK 20-287
Beschikking van 14 januari 2021
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
MCCOURT GLOBAL SPORTS & MEDIA LLC,
gevestigd te New York (Verenigde Staten van Amerika),
verzoekster,
advocaat mr. A.F.J.A. Leijten te Amsterdam
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
belanghebbende.
Verzoekster zal hierna McCourt worden genoemd. Belanghebbende zal hierna [belanghebbende] worden genoemd.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 7 oktober 2020;
  • het e-mailbericht met bijlage van H. Oude Elferink, gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, van 12 januari 2021.
1.2.
Beschikking is bepaald op heden. McCourt is van de beschikkingsdatum op de hoogte gesteld.

2.De feiten

2.1.
Tussen McCourt en [belanghebbende] bestaat een geschil over een al dan niet tussen hen op 2 maart 2020 tot stand gekomen koopovereenkomst van aandelen (hierna: de vermeende koopovereenkomst) op basis van een daaraan voorafgaande, door partijen in december 2019 ondertekende, ‘Letter Of Intent’ (LOI).
2.2.
Bij kort geding vonnis van 29 april 2020 is [belanghebbende] door de internationale handelskamer van de rechtbank Amsterdam, de Netherlands Commercial Court (“NCC”) veroordeeld tot betaling aan McCourt van € 30.000.000,00, te vermeerderen met rente en kosten (hierna: het NCC vonnis).
2.3.
Op 13 mei 2020 hebben McCourt, [belanghebbende] en de uiteindelijk belanghebbende eigenaar van [belanghebbende] , Lars [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ), een vaststellingsovereenkomst gesloten (hierna: de vaststellingsovereenkomst). [betrokkene] heeft zich in de vaststellingsovereenkomst kort gezegd verbonden om de verplichtingen uit de vermeende koopovereenkomst op persoonlijke titel na te komen.
2.4.
Onderdeel van de vaststellingsovereenkomst was dat McCourt pas tot tenuitvoerlegging van het NCC vonnis zou overgaan, indien [betrokkene] niet aan zijn verplichtingen onder de vaststellingsovereenkomst zou voldoen.
2.5.
Bij brief van 27 augustus 2020 heeft McCourt aan de advocaat van [belanghebbende] te kennen gegeven dat zij voornemens was om tot tenuitvoerlegging van het NCC vonnis over te gaan, aangezien [betrokkene] niet aan de vaststellingsovereenkomst had voldaan. [belanghebbende] heeft niet aan de betalingsverplichting onder het NCC vonnis voldaan.
2.6.
Op 10 september 2020 heeft McCourt het NCC vonnis aan [belanghebbende] betekend. Op 10 en 18 september 2020 heeft McCourt executoriaal beslag gelegd op alle aandelen door [belanghebbende] gehouden in:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 1] B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 2] B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 3] B.V.,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 4] B.V.,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 5] B.V.,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 6] B.V.,
7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 7] B.V.,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 8] B.V.,
9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 9] B.V.,
10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 10] B.V.,
11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 11] B.V.,
12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 12] B.V.,
13. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 13] B.V.
14. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 13] B.V.,
15. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf 14] B.V.,
allen gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te [kantoorplaats] (gemeente [vestigingsplaats] ) (hierna: de dochtervennootschappen)
2.7.
[belanghebbende] is enig aandeelhouder van de dochtervennootschappen.
2.8.
Bij exploten van 16 en 24 september 2020 is [belanghebbende] mededeling gedaan van de gelegde executoriale aandelenbeslagen onder de dochtervennootschappen.
2.9.
In artikel 8 van de statuten van de dochtervennootschappen sub 1 tot en met 5 is een regeling opgenomen omtrent de overdracht van aandelen inhoudende een aanbiedingsregeling. In artikel 13 van de statuten van dochtervennootschap sub 6 is bepaald dat geen wettelijke of statutaire beperking geldt voor de overdraagbaarheid van aandelen. In artikel 13 van de statuten van de dochtervennootschappen 7 tot en met 9 is een regeling met betrekking tot de overdracht van aandelen opgenomen, die een aanbiedingsplicht inhoudt. In artikel 9 van de statuten van dochtervennootschappen 10 tot en met 15 is een bepaling opgenomen, inhoudende dat aandelen vrij kunnen worden overgedragen.

3.Het verzoek

3.1.
McCourt verzoekt de rechtbank bij beschikking te bepalen dat:
Ten aanzien van de dochtervennootschappen sub 1 tot en met 5 en sub 7 tot en met 9:
3.2.
alle ten laste van [belanghebbende] in beslag genomen aandelen in de dochtervennootschappen sub 1 tot en met 5 en sub 7 tot en met 9 executoriaal kunnen worden verkocht en overgedragen en ontheffing te verlenen van de voor overdracht en vervreemding van de aandelen voorgeschreven statutaire bepalingen, zoals opgenomen in artikel 8 van de statuten van de dochtervennootschappen sub 1 tot en met 5 (Overdracht van aandelen en overdrachtsbeperkingen) en artikel 13 van de statuten van de dochtervennootschappen sub 7 tot en met 9 (Blokkeringsregeling);
Ten aanzien van de dochtervennootschappen sub 6 en sub 10 tot en met 15:
3.3.
alle ten laste van [belanghebbende] in beslag genomen aandelen in de dochtervennootschappen sub 6 en sub 10 t/m 15 executoriaal kunnen worden verkocht en overgedragen;
Ten aanzien van alle dochtervennootschappen:
3.4.
de heer Hendrikus Oude Elferink, gerechtsdeurwaarder bij het gerechtsdeurwaarderskantoor Groot & Evers te Amsterdam, dan wel een door hem aan te wijzen vervangende gerechtsdeurwaarder verbonden aan dit kantoor, aan te wijzen als gerechtsdeurwaarder met de executie belast;
3.5.
de gerechtsdeurwaarder de aandelen in de betreffende dochtervennootschappen - indien de gerechtsdeurwaarder zulks wenselijk, nuttig en/of nodig acht - onderhands dan wel openbaar kan verkopen en overdragen;
3.6.
McCourt de verkoop met behulp van door McCourt dan wel de gerechtsdeurwaarder nader aan te wijzen derden mag uitvoeren;
3.7.
de gerechtsdeurwaarder nadere regels kan vaststellen in het kader van een ordelijk verloop van het executietraject en de executie;
3.8.
de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de aandelen in dochtervennootschappen dient plaats te vinden één jaar na de ten deze te wijzen beslissing onherroepelijk is geworden bedraagt, althans binnen één jaar na heden, welke termijn, indien nodig, kan worden verlengd;
3.9.
[belanghebbende] en de dochtervennootschappen ieder te bevelen volledige medewerking aan het executietraject, de verkoop en overdracht van de aandelen in het bijzonder, te verlenen en te blijven verlenen, door onder meer - doch niet uitsluitend - steeds het op eerste verzoek van de gerechtsdeurwaarder onverwijld nakomen van de hiervoor onder 3.7. bedoelde nadere regels,
3.10.
[belanghebbende] en de dochtervennootschappen ieder te bevelen om steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf (5) dagen aan hem ter beschikking te stellen alle naar het oordeel van de gerechtsdeurwaarder voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap,
3.11.
[belanghebbende] en de dochtervennootschappen ieder te bevelen om, indien de gerechtsdeurwaarder daarom verzoekt en - indien de gerechtsdeurwaarder zulks wenselijk acht - tegen de door de gerechtsdeurwaarder te bepalen verdere voorwaarden terstond volledige medewerking te verlenen aan volledig boekenonderzoek
(due diligence)door potentiële kopers,
3.12.
bovenstaande bepalingen onder 3.9, 3.10 en 3.11, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 50.000,- per dag of gedeelte daarvan dat niet, niet geheel of niet tijdig aan dit bevel wordt voldaan;
3.13.
op welke wijze en onder welke (overige) voorwaarden de verkopen en overdrachten zullen dienen plaats te vinden met machtiging van de hiervoor genoemde gerechtsdeurwaarder tot al hetgeen hij in dat kader nuttig, nodig en/of wenselijk acht, steeds waar mogelijk versterkt met een ieder van belanghebbenden op te leggen dwangsommen;
3.14.
althans steeds die voorzieningen en bevelen die de Rechtbank in de gegeven omstandigheden juist voorkomen, steeds waar mogelijk versterkt met een ieder van belanghebbenden op te leggen dwangsommen;
3.15.
de executiekosten ten laste van [belanghebbende] komen;
3.16.
met veroordeling van [belanghebbende] in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank stelt vast dat McCourt beschikt over een vordering op [belanghebbende] op grond van het NCC vonnis en dat [belanghebbende] tot op heden nog niet heeft betaald. McCourt heeft derhalve belang bij de verkoop van de in beslag genomen aandelen teneinde zich uit de opbrengst te kunnen voldoen.
4.2.
De rechtbank constateert aan de hand van de overgelegde beslagexploten dat het beslag op de aandelen op rechtsgeldige wijze is gelegd en dat de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen. Het verzoek om te bepalen dat tot verkoop en overdracht van de inbeslaggenomen aandelen kan worden overgegaan is op de wet gegrond.
4.3.
De rechtbank heeft [belanghebbende] en de dochtervennootschappen op 8 oktober 2020 bij aangetekende brieven met bijlagen opgeroepen en hen verzocht kenbaar te maken of zij op het verzoek wensen te worden gehoord. De rechtbank heeft geen reactie op haar brieven ontvangen.
4.4.
Het verzoek zal, nu de rechtbank geen reactie van [belanghebbende] en/of de dochtervennootschappen heeft ontvangen, worden toegewezen met inachtneming van het volgende. Gelet op het bepaalde in artikel 474g lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) zal de rechtbank bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en levering van de aandelen dient te geschieden. Op grond van artikel 474g lid 4 Rv geldt als uitgangspunt dat zoveel mogelijk de wettelijke en statutaire bepalingen inzake vervreemding en overdracht in acht dienen te worden genomen.
Wijze van verkoop
4.5.
Ten aanzien van de wijze van de verkoop geldt het volgende. Alle partijen hebben belang bij een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst. Teneinde dit belang zo goed mogelijk te dienen zal de rechtbank bepalen dat de deurwaarder de aandelen onderhands kan verkopen. De praktijk leert dat een onderhandse verkoop veelal tot de hoogste prijs leidt. Mocht een onderhandse procedure niet tot verkoop en overdracht leiden dan zullen de aandelen openbaar verkocht kunnen worden.
4.6.
De deurwaarder is in het executierecht gewoonlijk degene die met de executieverkoop is belast. Om deze reden zal de heer Hendrikus Oude Elferink, gerechtsdeurwaarder bij het gerechtsdeurwaarderskantoor Groot & Evers te Amsterdam, die zich daartoe bereid heeft verklaard, met de uitvoering van de verkoop worden belast, dan wel bij zijn ontstentenis een door hem aan te wijzen vervangende deurwaarder verbonden aan hetzelfde kantoor. De deurwaarder zal de leiding dienen te nemen bij de verkoop. Hij dient daarbij de verdere voorwaarden voor de verkoop vast te stellen, om een zo hoog mogelijke opbrengst voor de aandelen te realiseren.
Termijn voor verkoop
4.7.
Op grond van artikel 474g lid 1 Rv dient de rechtbank de termijn te bepalen waarbinnen tot de verkoop en overdracht van de in beslag genomen aandelen kan worden overgegaan. De rechtbank bepaalt deze termijn op één jaar vanaf de datum van deze beschikking met dien verstande dat deze termijn, indien nodig, op verzoek van (een van) partijen, door de rechtbank kan worden verlengd. Een daartoe strekkend verzoek dient de rechtbank uiterlijk 13 januari 2022 te bereiken.
4.8.
Mocht niet vóór of op 13 januari 2022 om verlenging van de verkooptermijn zijn verzocht, dan zal het verzoek op dat onderdeel worden afgewezen.
Nevenverzoeken
4.9.
McCourt heeft de rechtbank verzocht [belanghebbende] en de dochtervennootschappen te bevelen om ieder volledige medewerking te verlenen aan het executietraject, de verkoop en overdracht van de aandelen. Daarnaast heeft McCourt de rechtbank verzocht [belanghebbende] en de dochtervennootschappen te bevelen om op verzoek van de deurwaarder alle voor de waardering en verkoop van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de respectievelijke vennootschappen te verstrekken. Tot slot heeft McCourt de rechtbank verzocht [belanghebbende] en de dochtervennootschappen te bevelen om indien de deurwaarder daar om verzoekt, hun medewerking te verlenen aan volledig boekenonderzoek (‘due diligence’) door potentiële kopers. Aan elk van deze nevenverzoeken wenst McCourt een dwangsom te verbinden van € 50.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat niet of niet geheel aan de verzoeken wordt voldaan.
4.10.
De rechtbank is van oordeel dat het verzoek om [belanghebbende] en de dochtervennootschappen te bevelen tot volledige medewerking aan het executietraject, toewijsbaar is. Daaronder is begrepen het verlenen van medewerking aan een volledig boekenonderzoek door potentiële kopers. Ook het verzoek strekkende tot een bevel aan [belanghebbende] en de dochtervennootschappen om voor zover nodig voor de waardering en verkoop en overdracht van aandelen gegevens te verstrekken is toewijsbaar op grond van artikel 843a Rv. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om aan deze nevenverzoeken een dwangsom te verbinden, nu McCourt de noodzaak daarvoor niet heeft onderbouwd.
4.11.
[belanghebbende] is enig aandeelhouder van elk van de dochtervennootschappen. De blokkeringsregelingen opgenomen in de statuten van de dochtervennootschappen 1 tot en met 5 en 7 tot en met 9 die een aanbiedingsregeling inhouden kunnen derhalve geen toepassing vinden. Voor zover nodig verleent de rechtbank ontheffing van deze statutaire bepalingen.
4.12.
De verzoeken van McCourt zijn op de hierna te vermelden wijze toewijsbaar.
4.13.
De rechtbank ziet aanleiding om [belanghebbende] te veroordelen in de proceskosten, aan de zijde van McCourt tot op heden begroot op:
griffierecht € 656,00
salaris advocaat
€ 543,00(1 punt van tarief II)
totaal € 1.199,00
4.14.
De verzochte veroordeling in de nakosten zal worden toegewezen, zoals in de beslissing vermeld.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
bepaalt dat alle ten laste van [belanghebbende] in beslag genomen aandelen in:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 1] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 2] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 3] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 4] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 5] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 6] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 7] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 8] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 9] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 10] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 11] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 12] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 13] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 13] B.V.,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijf 14] B.V.,
allen statutair gevestigd te Amsterdam, kunnen worden verkocht, met inachtneming van hetgeen hierna is bepaald,
5.2.
wijst Hendrikus Oude Elferink, deurwaarder te Amsterdam ten kantore van bij Groot & Evers, dan wel een door hem aan te wijzen vervangende (kandidaat)deurwaarder verbonden aan dit kantoor (hierna: de deurwaarder), aan als deurwaarder met de executie belast,
5.3.
bepaalt dat de aandelen binnen één jaar, althans op een zo kort mogelijke termijn, mogen worden verkocht, op een wijze die volgt uit respectievelijk r.o. 3.2. en 3.3. uit deze beschikking;
5.4.
bepaalt dat de aandelen binnen één jaar, althans op een zo kort mogelijke termijn, mogen worden verkocht, bij wijze van onderhandse verkoop dan wel, indien deze niet tot verkoop leidt bij wijze van openbare verkoop,
5.5.
bepaalt dat de aandelen eerst onderhands mogen worden verkocht, waarbij geldt dat de hoogste onderhandse bieding door de deurwaarder ter kennis zal worden gebracht aan de beslagene, zodat deze zelf gedurende één maand hierna een hoger bod kan (laten) uitbrengen,
5.6.
bepaalt dat de verkoop zal geschieden met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen, waarbij de statutaire blokkeringsregelingen in de statuten van de dochtervennootschappen sub 1 tot en met 5 en 7 tot en met 9 geen toepassing hebben bij de executieverkoop;
5.7.
bepaalt dat, indien het na zes maanden na heden niet is gelukt om de aandelen onderhands te verkopen, de aandelen door middel van een openbare verkoop bij inschrijving kunnen worden verkocht,
5.8.
bepaalt dat de deurwaarder nadere regels kan vaststellen teneinde een zo hoog mogelijke opbrengst te verkrijgen,
5.9.
bepaalt de termijn waarbinnen de verkoop en overdracht van de aandelen dient plaats te vinden op één jaar na heden,
5.10.
bepaalt dat deze termijn, indien nodig, op verzoek, door de rechtbank kan worden verlengd, en dat een verzoek hiertoe de rechtbank uiterlijk op 13 januari 2022 dient te bereiken,
5.11.
bepaalt dat [belanghebbende] haar medewerking aan de verkoop van de aandelen dient te verlenen,
5.12.
beveelt [belanghebbende] en elk van de hiervoor in r.o. 5.1. genoemde dochtervennootschappen om steeds op het eerste verzoek van de deurwaarder binnen vijf dagen aan hem alle naar het oordeel van de deurwaarder voor de waardering en verkoop en overdracht van de aandelen mogelijk relevante financiële en overige gegevens en bescheiden betreffende de vennootschap ter beschikking te stellen,
5.13.
beveelt [belanghebbende] en elk van de hiervoor in r.o. 5.1. genoemde dochtervennootschappen om indien de deurwaarder daar om verzoekt en – indien de deurwaarder zulks wenselijk acht – tegen de door de deurwaarder te bepalen verdere voorwaarden terstond volledige medewerking te verlenen aan volledig boekenonderzoek (due diligence) door potentiële kopers,
5.14.
veroordeelt [belanghebbende] in de proceskosten, aan de zijde van McCourt tot op heden begroot op € 1.199,00,
5.15.
veroordeelt [belanghebbende] in de na deze beschikking aan de zijde van McCourt ontstane nakosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de beschikking heeft voldaan, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de bedoelde aanschrijving tot de dag der algehele voldoening;
5.16.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht,
5.17.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.H. van Voorst Vader en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2021. [1]

Voetnoten

1.type: JMS