Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procesgang
2.De inhoud van het klaagschrift
3.Het standpunt van het Openbaar Ministerie
4.De beoordeling
5.De beslissing
gegrond, voor zover de inhouding van het rijbewijs van klager voortduurt tot na 4 maart 2021.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 februari 2021 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager, die zijn rijbewijs had verloren door een overtreding van de maximumsnelheid. Het klaagschrift was ingediend op 7 januari 2021 en betreft de teruggave van het rijbewijs dat op 5 januari 2021 was ingevorderd na een snelheidsovertreding van 59 kilometer per uur boven de toegestane snelheid. De klager, eigenaar van een autobedrijf, heeft in zijn klaagschrift aangegeven dat hij zijn rijbewijs dringend nodig heeft voor zijn werk en dat de invordering van het rijbewijs een grote impact op zijn leven heeft. De officier van justitie, mr. P. van Laere, heeft aangegeven dat de invordering terecht was, maar dat er rekening gehouden kan worden met de persoonlijke omstandigheden van de klager. De rechtbank heeft de inhouding van het rijbewijs rechtmatig geacht, maar heeft besloten dat de klager zijn rijbewijs terug kan krijgen met ingang van 4 maart 2021. De rechtbank heeft het beklag gegrond verklaard voor zover de inhouding van het rijbewijs voortduurt na deze datum. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. C.T. St Rose, en er staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad.