Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiseres] ,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
Geschil
Beoordeling
BESLISSING
BESLISSING
+
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 25 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de besloten vennootschap De Witte Parel. De eiseres had op 10 maart 2019 overeenkomsten gesloten met De Witte Parel voor de huur van een zaal en catering voor haar huwelijksfeest op 10 april 2020. Door de coronamaatregelen kon het feest echter niet doorgaan, wat leidde tot een verzoek van de eiseres om de overeenkomsten te ontbinden en haar aanbetaling van ruim 2.600 euro terug te vorderen. De Witte Parel weigerde dit, zich beroepend op overmacht.
De kantonrechter oordeelde dat de eiseres de overeenkomsten op 25 juni 2020 buitengerechtelijk had ontbonden. De rechter stelde vast dat de prestatie van De Witte Parel blijvend onmogelijk was geworden door de overheidsmaatregelen, en dat de eiseres niet verplicht was om een alternatieve datum of een voucher te accepteren. De rechter oordeelde dat De Witte Parel in gebreke was en dat de eiseres recht had op terugbetaling van de aanbetaalde bedragen, minus een redelijke vergoeding voor gemaakte onkosten.
De kantonrechter heeft De Witte Parel veroordeeld tot terugbetaling van € 2.660,00 aan de eiseres, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd De Witte Parel veroordeeld in de proceskosten. De rechter wees de gevorderde dwangsom af, omdat deze niet kan worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom. De uitspraak benadrukt de gevolgen van de coronamaatregelen voor contractuele verplichtingen en de mogelijkheden voor ontbinding van overeenkomsten in dergelijke situaties.