8.3Het gebrek aan transparantie en het stelselmatig (en ook vóór de brief van de [naam] ) niet bespreekbaar maken van zijn nevenwerkzaamheden, is voor het college de voornaamste aanleiding geweest de toestemming voor de nevenfunctie in te trekken. Deze motivering kan de rechtbank volgen. Het college mocht van [eiser] openheid en gespreksbereidheid verwachten, maar die is niet gekomen. Vanwege het ontbreken daarvan was het college bevoegd om de toestemming voor de nevenfunctie bij [naam] in te trekken.
Conclusie met betrekking tot het strafontslag
9. [eiser] heeft onbetwist geen gevolg gegeven aan de intrekking van de toestemming om nevenwerkzaamheden te verrichten. Ook in dat opzicht is sprake van plichtsverzuim.
10. Dit plichtsverzuim, samen met het plichtsverzuim ten aanzien van de verlofuren, is zodanig ernstig dat de sanctie van onvoorwaardelijk strafontslag zonder meer evenredig is te achten. De overige verwijten die het college in dit kader aan [eiser] heeft gemaakt, behoeven geen bespreking meer.
11. [eiser] heeft ter zitting desgevraagd aangegeven ook een oordeel van de rechtbank te willen over de schorsing, het verbod op toegang tot de werkplek en de loondoorbetaling na zes maanden arbeidsongeschiktheid. De rechtbank zal deze besluiten daarom hierna nog kort bespreken.
De schorsing en het verbod op toegang tot de werkplek
12. Het gaat hierbij om ordemaatregelen in een traject tot het treffen van mogelijk verdergaande rechtspositionele maatregelen; maatregelen die feitelijk ook zijn gevolgd.
Aanleiding voor de maatregelen was een brief van de [naam] van 7 maart 2019 betreffende het [naam] , de school waar [eiser] als [functie] van [naam] een [omschrijving functie] rol had. Het college mocht in een dergelijke brief aanleiding zien voor verder onderzoek en voor het hangende dat onderzoek treffen van ordemaatregelen jegens [eiser] . Daarmee wordt geen oordeel uitgesproken over het doen en laten van [eiser] , maar wordt slechts ruimte gecreëerd om daarnaar nader onderzoek te doen.
De rechtbank stelt verder vast dat [eiser] door het college is geschorst met behoud van salaris. Daarmee is voldoende rekening gehouden met de rechtspositie van [eiser] .
De rechtbank begrijpt dat [eiser] zich overvallen en als een crimineel behandeld voelde, maar dat maakt die maatregelen niet onrechtmatig.
Loondoorbetaling na zes maanden arbeidsongeschiktheid
13. In het bestreden besluit I is het college gemotiveerd ingegaan op de bezwaargronden van [eiser] . De rechtbank stelt vast dat [eiser] daartegen in beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd. Er is op dit punt dan ook geen aanleiding het beroep gegrond te verklaren. Ook de oordelen ten aanzien van de andere besluiten leiden daar niet (alsnog) toe.
14. De beroepen zijn ongegrond. Dit betekent dat [eiser] in beide zaken geen gelijk krijgt.
15. Voor een proceskostenveroordeling, vergoeding van het griffierecht of toekenning van een immateriële schadevergoeding bestaat bij deze uitkomst geen aanleiding.