ECLI:NL:RBAMS:2021:1423

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 maart 2021
Publicatiedatum
29 maart 2021
Zaaknummer
13/650192-19 (A), 13/674007-20 (B)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in strafzaak met kennelijke fout in vonnis

Op 4 maart 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een herstelvonnis gewezen in de strafzaak met de parketnummers 13/650192-19 (A) en 13/674007-20 (B). Dit herstelvonnis volgde op een eerder vonnis dat op 3 maart 2021 was uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank. In het oorspronkelijke vonnis was een kennelijke fout ontdekt in het dictum op pagina 26, waar de veroordeling van de verdachte niet correct was weergegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeling tot een gevangenisstraf van vier (4) jaar en zes (6) maanden correct moest zijn, en heeft dit in het herstelvonnis bevestigd. Tevens is bepaald dat de tijd die de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf. Het herstelvonnis is ondertekend door de voorzitter, mr. C.M. Berkhout, en de griffier, mr. C.A. Mud.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummers: 13/650192-19 (A), 13/674007-20 (B)
HERSTELVONNIS
Herstelvonnis gewezen naar aanleiding van het op 3 maart 2021 door de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam gewezen vonnis in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1960,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in het [detentieadres].
De rechtbank is na het wijzen van het vonnis in de zaak met bovengenoemde parketnummers gebleken dat in het vonnis op pagina 26 onder
11. Beslissingin het dictum staat:
Veroordeelt verdachte tot eengevangenisstraf van vier (4) jaar en zes (6) maanden.
Dit moet zijn:
Veroordeelt verdachte tot eengevangenisstraf van vier (4) jaar en zes (6) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Het betreft hier een kennelijke fout.
Dit herstelvonnis is op 4 maart 2021 gewezen door
mr. C.M. Berkhout, voorzitter,
mrs. J. Knol en G.H. Marcus, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.A. Mud, griffier,
en ondertekend door de voorzitter en de griffier.