Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
1. Aan Pier 10 op de Ruijterkade 50 in Amsterdam staat een vrijstaand gebouw. Dit gebouw is een rijksmonument, gebouwd in de bouwstijl Nieuwe Zakelijkheid. Dit gebouw wordt door Pancakes gehuurd en geëxploiteerd als pannenkoekenrestaurant.
2. Op 30 mei 2018 heeft Pancakes een omgevingsvergunning aangevraagd voor het aanbrengen van gevelreclame, om de bestaande gevelreclame te legaliseren. Op de gevel aan de waterzijde van het gebouw zijn blauwe reclameletters aangebracht en op een zijgevel een blauw logo. De aanvraag is gedaan voor de activiteiten (zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo) ‘bouwen van een bouwwerk’en ‘wijzigen van een beschermd rijksmonument’.
3. Het college heeft de aanvraag van Pancakes voorgelegd aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK). Zij is niet akkoord gegaan met het voorstel, tenzij het voorstel aangepast zou worden. Volgens de CRK is er maar één reclame-uiting op het gebouw mogelijk. Het logo op de zijgevel is niet mogelijk, omdat het niet past bij de architectuur van het gebouw en te veel overheerst in het abstract vormgegeven gevelbeeld. De letters op de gevelband aan de waterzijde zijn wel mogelijk, maar dan moet de kleur wel in overeenstemming worden gebracht met de kleur van de zwarte kozijnen, omdat de blauwe kleur afsteekt tegen de kleur van de kozijnen. Ook moet de reclame onverlicht zijn.
4. Het college heeft vervolgens aan Pancakes verzocht het ontwerp aan te passen. Pancakes was niet bereid om de kleuren aan te passen en heeft nader onderbouwd waarom zij voor de kleur blauw heeft gekozen. Wel heeft Pancakes in het ontwerp van de reclameletters het materiaal veranderd en de vormgeving, het materiaal en de afmeting van het logo veranderd. In dit ontwerp is uitgegaan van een onverlicht logo.
5. Met het primaire besluit heeft het college de aanvraag afgewezen onder verwijzing naar het advies van de CRK. Pancakes heeft hiertegen bezwaar gemaakt en heeft een contra-expertise van K. Loeff van monumentenadvies.nl overgelegd. Dit heeft het college niet anders doen besluiten. Met het bestreden besluit heeft het college het primaire besluit gehandhaafd.
6. Pancakes vindt dat de omgevingsvergunning wél verleend had moeten worden. Om die reden is Pancakes in beroep gegaan bij de rechtbank.
Het aantal reclame-uitingen
7. Pancakes betoogt dat het college een uitzondering had moeten maken op het voorschrift in de Welstandsnota ‘De Schoonheid van Amsterdam’ (de Welstandsnota) dat slechts één reclame-uiting per parcelleringseenheid is toegestaan. Volgens Pancakes is dit voorschrift bedoeld voor panden waarvan slechts één gevel te zien is vanuit de openbare ruimte. Bij de totstandkoming van de Welstandsnota is geen rekening gehouden met vrijstaande gebouwen, zoals het gebouw van Pancakes. Pancakes verwijst ook naar de contra-expertise van Loeff waarin staat dat het gebouw uniek is, omdat er vrijwel geen vrijstaande monumentale panden in de Amsterdamse binnenstad staan. Pancakes heeft ook verwezen naar andere monumentale panden in het centrum van Amsterdam, zoals dat van The Royal Delft Experience aan het Muntplein, waar wel reclame-uitingen op meerdere gevels zijn aangebracht.
8. De rechtbank beoordeelt de zaak als volgt. Uit de Welstandsnota volgt dat reclame plat op de gevel is toegestaan, wanneer de reclame uit maximaal één tekst, woord of begrip per parcelleringseenheid bestaat (hieronder wordt mede begrepen een logo als herkenningsteken van een bedrijf bestaande uit een beeldmerk en/of letters).
Niet in geschil is dat met parcelleringseenheid ‘een pand op een perceel’ wordt bedoeld. Het uitgangspunt is dus – zoals partijen op zitting ook hebben beaamd – dat slechts één reclame-uiting per pand is toegestaan. In de Beleidsregels gevelreclame staan de voorwaarden waaronder het is toegestaan om op deze regel een uitzondering te maken. Een van de voorwaarden is dat vanaf geen enkel punt in de buitenruimte meer dan één gevelreclame tegelijkertijd zichtbaar mag zijn.
9. De rechtbank stelt vast dat het college, gelet op de vorm van het gebouw, heeft overwogen om meer reclame-uitingen toe te staan. Dit blijkt uit de mailwisseling die zich in het dossier bevindt en waarvan stukken zijn overgelegd. Het college heeft wel – zo bleek op zitting – als voorwaarde gesteld dat er dan maar één gevelreclame vanuit de buitenruimte tegelijkertijd zichtbaar mag zijn, zoals ook neergelegd in het beleid van het college. Deze voorwaarde geldt ook bij het gebouw van The Royal Delft Experience waar meerdere reclame-uitingen zijn toegestaan. Daar zijn de reclame-uitingen namelijk niet tegelijkertijd zichtbaar. In de aanvraag van Pancakes kunnen het logo en de tekst wel tegelijkertijd te zien zijn. Het college heeft aan Pancakes het voorstel gedaan om een logo aan de stationszijde te plaatsen zodat de reclame-uitingen niet tegelijkertijd te zien kunnen zijn. Dit was echter geen optie voor Pancakes. Naar het oordeel van de rechtbank is het beleid redelijk en mocht het college dit beleid daarom volgen. Het college heeft aldus kunnen besluiten geen tweede reclame-uiting toe te staan en de aanvraag af te wijzen.
10. Voor zover Pancakes heeft aangevoerd dat het logo en de tekst samen één reclame-uiting zijn, overweegt de rechtbank dat uit de Welstandsnota volgt dat dat een samenhangende reclame-uiting moet zijn, en niet zoals in het geval van Pancakes en een logo én een tekst op verschillende plaatsen.
Kleurzetting van de letters
11. Pancakes voert aan dat de gekozen kleur blauw in lijn is met de kleur van de kozijnen van andere gebouwen in dezelfde bouwstijl als het gebouw. Pancakes noemt als voorbeelden de Eerste Openluchtschool Amsterdam, ’t Blauwe Theehuis in het Vondelpark, Filmtheater ’t Hoogt, Landgoed Zonnestraal en Sanatorium Hilversum, die allemaal blauwe, blauwgroene of blauwgrijze kozijnen hebben. Pancakes wijst er ook op dat de oorspronkelijke kleur van de kozijnen smaragdgroen was en niet zwart. Het voorgaande wordt onderschreven door Loeff. Loeff schrijft ook dat de gekozen kleur niet afsteekt ten opzichte van de kozijnen, maar complementair is. Bovendien is het geen vereiste dat de kleur van reclame overeen moet komen met de kleur van de kozijnen. Pancakes schrijft dat als de kleur van de reclame hetzelfde moet zijn als de kleur van de kozijnen, zij bereid is om de kozijnen ook blauw te schilderen. Pancakes voegt aan het voorgaande toe dat de huiskleur van Pancakes – donkerblauw – is afgestemd op panden met een monumentaal karakter en dat het voor Pancakes van belang is dat deze kleur terugkomt.
12. De rechtbank beoordeelt dit punt als volgt. De CRK heeft aan het college geadviseerd om de reclame in deze kleur niet toe te staan. Uitgangspunt is dat het college zich mag baseren op een (negatief) advies van de Welstandscommissie. Dat is alleen anders als dit advies onzorgvuldig tot stand is gekomen of een deskundig tegenadvies is ingebracht dat reden geeft voor twijfel.
13. De rechtbank is van oordeel dat het college zich mocht baseren op het welstandsadvies van de CRK. Het deskundig tegenadvies geeft geen reden voor twijfel. De argumentatie dat de gekozen kleur blauw in lijn is met de kozijnen van andere gebouwen en dat de oorspronkelijke kleur van de kozijnen niet zwart was, vindt de rechtbank niet relevant. In het kader van deze aanvraag moet worden uitgegaan van de feitelijke situatie op het moment van de aanvraag, namelijk van zwarte kozijnen. Verder verschillen de CRK en Loeff van mening of de kleuren zwart en blauw bij elkaar passen. Deze meningen kunnen naast elkaar bestaan. Het geeft de rechtbank echter geen grond voor twijfel aan het advies van de CRK, te weten dat met de blauwe kleur de eenheid in het gevelbeeld te veel wordt doorbroken. Ten slotte valt de stelling van Pancakes dat het belangrijk is dat de kleur van de reclame gelijk is aan haar huisstijl, te begrijpen vanuit haar commerciële belangen, maar vormt ook dit geen reden om aan de zorgvuldigheid van het advies van de CRK te twijfelen.
14. Het beroep is ongegrond. Pancakes krijgt dus geen gelijk.
15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat bij deze uitkomst geen aanleiding.