Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Waardering van het bewijs
4 april 2020.
[oma] . Omdat uit de berichten niet blijkt dat geprobeerd is [oma] te dwingen te betalen, wordt verdachte van de poging afpersing van [oma] vrijgesproken.
4.Bewezenverklaring
- aan die [broertje] een bericht te versturen en daarin te zeggen; '' (...) Je hebt geluk dat je die 10 niet hb gepakt, dan zouden ze je ma wel ontvoeren b k hou ze tegen maar ga dat niet doen kabg'', en
- (27 jun) via snapchat een bericht te versturen aan [bewoner] en daarin te zeggen; “die mannen zeggen dat als je moeder gewoon voor haar zoon betaald hoeft hij niet dood te gaan (…) betaal gewoon die 5k voor je broertje dan kan hij weer vrij door t leven gaan (..) als niet betaald word gaan ze op zoek gaan naar nieuwe huis en ze gaan t vinden en ze weten ook van [adres] van ze oma willen ook gaan dusjaa?”, en
- (27 jun) via snapchat een bericht te versturen aan die [bewoner] en daarin te zeggen; “En als we je broertje niet vinden, gaan we jullie pakken, ze broer oma maakt niet uit dus denk goed”, en
- (28 jun) via snapchat een bericht te versturen aan die [bewoner] en daarin te zeggen; “(…) maar gaat probleem voor jullie worden (…)”,
- met de rug tegen het raam aan te duwen,
- bij het hoofd vast te pakken en van [vriendin] het voorhoofd tegen het kozijn te duwen,
- tegen het oog en het hoofd en het lichaam te slaan en
- tegen het lichaam te trappen;
- een klap met de vlakke hand in haar gezicht en
- een kopstoot te geven;
5.Strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
De rechtbank zal dan ook aan verdachte een deels voorwaardelijke straf opleggen met bijzondere voorwaarden.
8.De vordering van de benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
16 maanden.
vier maandenvan deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.