In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 13 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper, aangeduid als [eiser], en een verkoper, aangeduid als [gedaagde], betreffende de ontbinding van een koopovereenkomst voor drie schilderijen. De koper had op 5 mei 2020 telefonisch contact opgenomen met de verkoper naar aanleiding van een advertentie op Marktplaats. Na het stellen van vragen over de schilderijen, hebben partijen op dezelfde dag een koopovereenkomst gesloten voor een bedrag van € 2.000,-. De koper heeft het bedrag op 6 mei 2020 overgemaakt en de schilderijen op 7 en 11 mei 2020 ontvangen. Op 15 mei 2020 heeft de koper de overeenkomst ontbonden en verzocht om terugbetaling van het aankoopbedrag, wat de verkoper niet heeft gedaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de koopovereenkomst kwalificeert als een overeenkomst op afstand, zoals bedoeld in artikel 6:230g sub e BW. De koper had het recht om de overeenkomst binnen 14 dagen zonder opgaaf van redenen te ontbinden, en dit recht is door de koper binnen de gestelde termijn uitgeoefend. De rechter heeft geoordeeld dat de verkoper verplicht is het aankoopbedrag terug te betalen en dat de koper de schilderijen dient te retourneren. De koper heeft afstand gedaan van de gevorderde rente en de rechter heeft de proceskosten aan de verkoper opgelegd, aangezien deze in het ongelijk is gesteld.
De uitspraak van de kantonrechter houdt in dat de verkoper wordt veroordeeld tot betaling van € 2.701,09 aan de koper, inclusief proceskosten. Daarnaast zijn er voorwaarden gesteld aan de betaling van de na dit vonnis ontstane kosten, en is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.