Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoekster]
de naamloze vennootschap Essent N.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Feiten
. Voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst gelden de wettelijke regels. Wanneer deze cao hiervan afwijkt, staat dat er uitdrukkelijk bij.
“
Hi [naam 6] , naar aanleiding van jouw dringende app berichtjes stuur ik je deze e-mail. Er zijn een aantal dingen gebeurd, waardoor ik eerst een derde partij wil spreken alvorens wij met elkaar kunnen praten. Tot die tijd kun je mij uiteraard mailen omtrent de regio. Groet, [verzoekster].”
“
Geen commitment vanuit mij en sta er vooral niet achter op welke wijze de klantadviseurs zijn benaderd en gelokt zijn om hieraan mee te doen. Daarnaast ben ik zelf niet op de hoogte van zo’n dergelijke actie. Waar en hoe is gecommuniceerd dat er een speciale MM gegeven moet worden?”
“
Beste allen,
“
De klachtencommissie is van oordeel dat de op non-actief stelling van klaagster en de mededeling dat haar contract per 1 december 2020 niet verlengd za worden een veel te zware sanctie is voor de aan klaagster verweten gedraging dat zij het SOR gesprek met haar leidinggevende mw. [naam 2] geweigerd heeft en dat zij bij verschillende gelegenheden zonder opgaaf van redenen afwezig of onbereikbaar is geweest. Klaagster heeft het laatste voldoende gemotiveerd en onweersproken weerlegd. Mw. [naam 4] heeft klaagster verder verweten dat haar manier van communicatie in het gesprek van 22 juli 2020 niet constructief was, wat niet bijdroeg aan een goede arbeidsrelatie met Essent.De weigering van klaagster om in dit gesprek haar visie op de gang van zaken gedurende de afgelopen periode met mw. [naam 4] en dhr. [naam 3] te delen verdient zeker geen schoonheidsprijs. De klachtencommissie heeft de door klaagster gemaakte opname beluisterd en is van oordeel dat klaagster verweten kan worden dat zij met halsstarrigheid vasthield aan haar standpunt, dat zij geen gesprek met mw. [naam 4] en dhr [naam 3] over haar SOR wilde voeren, maar wel met dhr. [naam 5] . In dit verband merkt de klachtencommissie op, dat niet met klaagster is gecommuniceerd, dat dhr. [naam 5] desgevraagd dit niet als zijn taak zag en dat derhalve het gesprek over de SOR met mw. [naam 4] en dhr, [naam 3] gevoerd diende te worden. Het is uiteindelijk niet aan de werknemer om te bepalen met welke leidinggevende het gesprek gevoerd gaat worden.
Verzoek
I. Voor recht te verklaren dat op 30 november 2020 [verzoekster] in dienst was van Essent voor onbepaalde tijd en Essent de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] per 1 december 2020 heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW.
Verweer
Beoordeling
Hoogte billijke vergoeding
€ 1.848,61 bruto per maand in de periode van 1 februari tot 1 augustus 2021, waarmee de inkomensachteruitgang tot 1 augustus 2021 in totaal € 14.399,18 bruto bedraagt. Daarna zal [verzoekster] een beroep moeten doen op de bijstand en zij kan niet terugvallen op een partner. Zij zal dan € 1.195,97 bruto per maand ontvangen, waardoor de teruggang in inkomen van € 3.380,60 bruto per maand bedraagt. De inkomensschade gedurende het eerste jaar tot 1 december 2021 bedraagt daarom € 27.921,58 bruto. In het geval [verzoekster] nog steeds geen andere baan heeft gevonden bedraagt de inkomensschade in het tweede jaar € 40.567,20 bruto, waardoor het totaal in de eerste twee jaar € 68.488,78 bruto bedraagt. Voorts stelt [verzoekster] schade te lijden doordat zij de post-HBO opleiding Coach Boulevard niet heeft kunnen afronden, wat zij wel had kunnen doen wanneer zij haar dienstverband bij Essent had kunnen voortzetten. Zij wenst deze opleiding alsnog af te maken om in dezelfde positie te geraken als zij was geweest indien zij in dienst van Essent was gebleven. Tevens heeft zij als gevolg van het handelen van Essent advocaatkosten moeten maken tot een bedrag van € 6.050,- inclusief BTW (ruim 25 uur a € 200,- ex btw per uur). Ten slotte stelt [verzoekster] dat zij als gevolg van de verwijtbare gedragingen van Essent ook immateriële schade heeft geleden omdat zij mentaal is geknakt en ernstig is beschadigd door de hele gang van zaken, reden waarom zij verzoekt om bij de vaststelling van de hoogte van de billijke vergoeding ook de immateriële schade te betrekken, door haar begroot op € 500,-,
Rectificatie
Op last van de kantonrechter te Amsterdam deel ik u het volgende mee: [verzoekster] is op 22 juli 2020 zonder voldoende reden op non-actief gesteld en niet meer toegelaten tot haar werkzaamheden.”Ook de gevorderde dwangsom is toewijsbaar, zij het dat er gronden bestaan tot matiging van de dwangsom en tot het verbinden van een maximum aan het totaal van de dwangsommen.
BESLISSING
“
Op last van de kantonrechter te Amsterdam deel ik u het volgende mee: [verzoekster] is op 22 juli 2020 zonder voldoende reden op non-actief gesteld en niet meer toegelaten tot haar werkzaamheden.”