ECLI:NL:RBAMS:2021:1149

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 maart 2021
Publicatiedatum
18 maart 2021
Zaaknummer
81/294617-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben en opslaan van professioneel vuurwerk met een gevangenisstraf van 15 maanden

Op 18 maart 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben en opslaan van 1600 kilogram professioneel vuurwerk. De verdachte, geboren in mei 1976 en uit anderen hoofde gedetineerd, werd op 19 november 2020 in Alkmaar aangehouden. Tijdens de zitting op 4 maart 2021 heeft de officier van justitie, mr. H.H.M. Beune, gevorderd tot bewezenverklaring van de tenlastelegging. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. A.J. Admiraal, pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van het vuurwerk dat in de vrachtwagen en loods was aangetroffen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk het professionele vuurwerk in een vrachtwagen voorhanden heeft gehad en in een loods heeft opgeslagen. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet geloofwaardig was, gezien de omstandigheden waaronder het vuurwerk was aangetroffen en de communicatie via zijn telefoon. De verdachte had de vrachtwagen gehuurd en was betrokken bij het transport van het vuurwerk vanuit Duitsland, wat zijn kennis van de situatie onderstreept.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen telefoons behandeld, waarbij de iPhone aan de verdachte werd teruggegeven, terwijl de andere telefoon werd verbeurd verklaard. De uitspraak is gedaan op basis van de relevante wetgeving, waaronder het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de economische delicten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 81/294617-20
Datum uitspraak: 18 maart 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, economische kamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] mei 1976,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] , uit anderen hoofde gedetineerd in de [penitentiaire inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

1.1.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 maart 2021.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. H.H.M. Beune, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. A.J. Admiraal, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 november 2020 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tesamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, al dan niet opzettelijk
  • in een loods aan de [ adres 1] , althans één of meer, enkelschots batterijen (ongeveer 302 kilogram) en/of
  • in een vrachtauto aan of nabij de [adres 2] , althans één of meer, shells en 35, althans één of meer, enkelschots batterijen (ongeveer 1318 kilogram),
in elk geval professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde en de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.De waardering van het bewijs

4.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
4.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken en daartoe kort samengevat het volgende aangevoerd. Alles in het dossier wijst erop dat niet verdachte maar [persoon] , die de vrachtwagen bestuurde, verantwoordelijk kan worden gehouden voor het vuurwerk. Alle verklaringen die door anderen zijn afgelegd, gaan over hem. Niemand noemt verdachte. Verdachte meende dat hij meubels en/of auto-onderdelen ging ophalen in Duitsland. Hij heeft niet gezien wat er in de vrachtwagen lag. Chauffeurs controleren niet altijd de lading die zij vervoeren als hun wagen door iemand anders is geladen. De stelling van verdachte kan niet onderuit gehaald worden. Er is geen sporenonderzoek gedaan en er is geen getuige die hem in verband brengt met het vuurwerk. Hij heeft verklaard dat hij slechts in de vrachtwagen heeft gezeten. Er kunnen vraagtekens gezet worden bij die verklaring, maar uit het dossier volgt niet dat verdachte wist dat er vuurwerk in de vrachtwagen en loods lag, noch dat hij daarover de beschikkingsmacht had. Evenmin volgt uit de bewijsmiddelen dat verdachte het vuurwerk heeft opgeslagen. Gelet op het voorgaande zou verdachte ook moeten worden vrijgesproken van de impliciet subsidiair ten laste gelegde overtreding. Hij wist immers van niets, aldus de raadsman.
4.3.
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1.1. De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
4.3.1.2. Op 18 november 2020 huurt verdachte een Citroën Jumper (hierna ook: de vrachtwagen) gekentekend [kenteken] . [2] In de vroege ochtend van 19 november 2020 rijdt hij in deze vrachtwagen in Heerhugowaard. Om 01.40 uur wordt verdachte door de politie gecontroleerd. De vrachtwagen is leeg. Verdachte zegt dat hij op weg is naar Duitsland. [3] Omstreeks 04.24 uur stopt de vrachtwagen in de directe omgeving van [adres 3] , Duitsland. Op deze locatie is een bunkercomplex voor de opslag van explosieve stoffen gevestigd. De vrachtwagen is daar ruim een half uur geweest. [4] Omstreeks 06.04 uur rijdt de vrachtwagen weer in Nederland op de A1 ter hoogte van Azelo in de richting van Amsterdam. [5] Om 08.06 uur stopt de vrachtwagen nabij de parkeerplaats [adres 4] en blijft daar de rest van de dag staan. [6] Om 10.07 uur wordt met een telefoon (Wiley Swift 2 plus) die later die dag bij verdachte in beslag genomen is, een WhatsApp-bericht verstuurd naar ene ‘Vriend [naam] . Het bericht houdt in: “Hey je supernaut is binnen.” Met deze telefoon zijn die dag nog vijftien soortgelijke berichten verstuurd. [7] Deze telefoon bevatte alleen berichten van 19 november 2020 en werd kennelijk alleen gebruikt voor communicatie over vuurwerk. Aan het begin van de avond, om 17.59 uur, stopt de vrachtwagen in de omgeving van de [adres 5] . [8] Een kwartier later rijdt de vrachtwagen een perceel (loods/opslagruimte) aan de [adres 5] uit. De vrachtwagen rijdt in de richting van de [straatnaam 1] en komt daar tot stilstand bij de verkeerslichten. De bestuurder,
[persoon] , en verdachte, die als bijrijder in de vrachtwagen zit, worden staande gehouden. Gezien wordt dat verdachte op dat moment twee telefoons gebruikt. Op verzoek van de politie wordt de vrachtwagen op een parkeerterrein aan de even verderop gelegen [straatnaam 2] neergezet. Een van de politieagenten opent de laadruimte van de vrachtwagen en ziet dat achterin diverse dozen staan met als opschrift “SUPERNAUT” of “SHELL”. De telefoons die verdachte daarvóór gebruikte, worden, net als de vrachtwagen, in beslag genomen. De politie gaat naar de loods aan de [adres 5] en ziet dat de roldeur van waaruit de vrachtwagen is weggereden, openstaat. De politie ziet op de vloer een vers, nat bandenspoor dat kennelijk is achtergelaten door de weggereden vrachtwagen. De politie gaat de loods in en volgt het spoor dat eindigt op een plek in de loods waar 5 kartonnen dozen met opschrift “SUPERNAUT” staan. [9] Ook deze 5 dozen worden in beslag genomen. [10] Het in beslag genomen vuurwerk wordt onderzocht door het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk: het vuurwerk in de vijf dozen die in de loods zijn aangetroffen, betreft zogeheten flowerbeds (Supernaut). Het blijkt hier om gekoppeld vuurwerk (compound [11] van ongeveer 60 kilogram) te gaan. Het is professioneel vuurwerk en ingedeeld in Lijst III. Het gaat om in totaal 302 kilogram. [12] Het vuurwerk dat in de vrachtwagen is aangetroffen, zat in 42 dozen. [13] Hier ging het om 35 zogeheten flowerbeds (compounds) en 504 shells. Ook dit betreft Lijst III vuurwerk. Het gaat in totaal om 1318 kilogram. [14] Uit de drie registers Vuurwerkdeskundigen van het KIWA blijkt dat de verdachte niet op een van de genoemde lijsten staat. [15]
4.3.2.1. De rechtbank is van oordeel dat op grond van de hiervoor (in de voetnoten) genoemde bewijsmiddelen kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk het in de tenlastelegging genoemde professionele vuurwerk in een vrachtwagen voorhanden heeft gehad en in een loods heeft opgeslagen. De verklaring van verdachte, die er in de kern op neer komt dat hij geen weet had van de aanwezigheid van het illegale vuurwerk, is niet geloofwaardig.
4.3.2.2. Daarvoor is ten eerste redengevend dat verbalisanten hebben waargenomen dat verdachte de hierboven genoemde Wileyfox telefoon eerst in zijn handen had en op een later moment uit zijn broekzak haalde. [16] Dit strookt niet met de verklaring van verdachte dat die telefoon in de vrachtwagen lag op de stoel naast hem en niet van hem is. De rechtbank gaat daar dan ook aan voorbij en merkt verdachte aan als gebruiker van deze telefoon. De berichten in die telefoon wijzen erop dat afnemers ervan op de hoogte worden gesteld dat hun bestelling (van illegaal vuurwerk) binnen is en dat de gebruiker wil dat het vuurwerk zo snel mogelijk wordt opgehaald.
4.3.2.3. Ten tweede geldt dat het de verdachte is die de vrachtwagen heeft gehuurd en dat hij daarmee onder meer naar het bunkercomplex in Duitsland is gereden en daar enige tijd is verbleven. De verdachte heeft op de zitting niet kunnen of willen verklaren wat hij daar op dat moment deed.
4.3.2.4. Ten slotte geldt dat er meer dan 1.300 kilogram vuurwerk in die vrachtwagen is aangetroffen. Het maximale laadvermogen van de vrachtwagen was nog niet de helft van dat gewicht (namelijk 632 kilogram). [17] De rechtbank vindt het niet aannemelijk dat verdachte met een dergelijke partij vuurwerk, die een grote financiële waarde heeft, op pad zou zijn gestuurd zonder dat hij daar weet van zou hebben gehad.
Evenmin vindt de rechtbank aannemelijk dat verdachte de grote hoeveelheid illegaal vuurwerk die in de loods is aangetroffen niet zou hebben gezien. Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat hij met de vrachtwagen (als bijrijder) uit die loods komt gereden. Verbalisanten hebben in de loods een (vers) bandenspoor waargenomen dat eindigde op een plek in de loods waar vijf kartonnen dozen voorzien van het opschrift “supernaut” stonden. [18] Het ging hier om dezelfde type dozen als die bij de verdachte in de vrachtwagen zijn aangetroffen. De rechtbank is van oordeel dat hiermee boven redelijke twijfel is verheven dat de partij vuurwerk die in de loods is aangetroffen onderdeel uitmaakt van de partij vuurwerk die verdachte uit Duitsland heeft opgehaald. Ten slotte is de rechtbank van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met [persoon] het vuurwerk voorhanden heeft gehad en heeft opgeslagen.

5.Bewezenverklaring

5.1.
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte:
op 19 november 2020 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis, opzettelijk
  • in een loods aan de [ adres 1] enkelschots batterijen (302 kilogram) en
  • in een vrachtauto aan of nabij de [adres 2] shells en 35, althans één of meer, enkelschots batterijen (ongeveer 1318 kilogram),
voorhanden heeft gehad en/of heeft opgeslagen.
5.2.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit en van verdachte

6.1.
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6.2.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijftien maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de eis van de officier van justitie in vergelijking met soortgelijke zaken te hoog is. Verdachte had een ondergeschikte rol; hij werd alleen betaald om te helpen. De verdediging heeft verzocht een straf op te leggen die gelijk is aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht (53 dagen) en eventueel daarnaast een voorwaardelijke straf en/of een taakstraf op te leggen.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
7.3.1.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
7.3.2.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
7.3.3.
Verdachte, die niet beschikt over de benodigde specialistische kennis wat betreft vuurwerk, heeft een grote hoeveelheid (professioneel) vuurwerk voorhanden gehad in een vrachtwagen en opgeslagen in een loods. Hij heeft hiermee een voor mensen en goederen levensgevaarlijke situatie in het leven geroepen. De overheid tracht door middel van milieu- en veiligheidsvoorschriften de kans op calamiteiten zoveel mogelijk te beperken. Verdachte heeft deze voorschriften opzettelijk geschonden en daarmee onverantwoorde risico’s genomen en de gezondheid van mensen in gevaar gebracht.
7.3.4.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 25 januari 2021. Uit dit strafblad blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld. Een van die veroordelingen betreft de uitspraak van het hof Amsterdam van 21 januari 2019. Aan verdachte is toen een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd met een proeftijd van twee jaren. Ten tijde van het plegen van het misdrijf in deze zaak was dus nog een proeftijd van kracht. De rechtbank laat dit ten nadele van verdachte meewegen.
7.3.5.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 23 februari 2021 dat over verdachte is opgemaakt door G. Porte, reclasseringswerker. De reclassering constateert risico’s op bijna alle leefgebieden die direct of indirect in verband staan met het plegen van delicten door verdachte. Er zijn financiële problemen (schulden) die een wissel trekken op het sociaal maatschappelijk functioneren van verdachte. Hij had ten tijde van de tenlastelegging een uitkering en koos lange tijd voor pro-criminele oplossingen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het lukt hem niet om zelfstandig, adequate oplossingen voor zijn problemen te vinden en hij stond lange tijd niet open voor hulp. Hierdoor is hij moeilijk te doorgronden en zijn er twijfels over zijn motivatie om een delictvrij bestaan op te willen bouwen. Een sociaal netwerk bestaande uit mensen die delictgedrag normaliseren, helpt hem niet bij het maken van juiste keuzes. Maar verdachte lijkt met het merendeel van deze mensen gebroken te hebben. Het is positief dat verdachte meer dan voorheen ontvankelijk lijkt voor reclasseringsbemoeienis en interventies gericht op eerder genoemde risicogebieden. Het herstellen van het contact met zijn kinderen is voor hem een belangrijke drijfveer om tot gedragsverandering te willen komen. Verdachte wordt ambulant begeleid door Stichting Exodus bij zijn financiën. Hij is tevens aangemeld voor begeleid wonen bij Exodus. Binnenkort zal bewindvoering starten. Verdachte is gestart met behandeling bij de ggz. De reclassering adviseert bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden. Zij vindt extra interventies of toezicht naast of bovenop het lopende toezicht (met einddatum januari 2022) niet nodig. Deze periode is voldoende om te werken aan de gestelde doelen.
7.3.6.
Gelet op de voorzichtige ontwikkelingen in het leven van verdachte die de reclassering schetst ziet de rechtbank aanleiding om in het voordeel van verdachte enigszins van de eis van de officier van justitie af te wijken. De rechtbank is echter van oordeel dat een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest geen recht doet aan de ernst van het bewezen verklaarde. In het bijzonder gelet op de zeer grote hoeveelheid aangetroffen vuurwerk is de rechtbank van oordeel dat een (gedeeltelijk) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is.

8.De in beslag genomen voorwerpen

8.1.
Onder verdachte zijn twee grijze telefoons, een iPhone 6s en een Wileyfox Swift 2 plus, in beslag genomen.
8.2.
De officier van justitie heeft gevorderd dat beide telefoons worden verbeurd verklaard.
8.3.
Verdachte heeft verklaard dat alleen de iPhone van hem is. De raadsman heeft gevraagd om teruggave van deze telefoon.
8.4.
De rechtbank zal gelasten dat de iPhone aan verdachte wordt teruggegeven. Niet gebleken is dat deze smartphone vatbaar is voor verbeurdverklaring zoals bedoeld in artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht.
8.5.
Ten aanzien van de andere smartphone ligt dat anders. Een van de voorwaarden voor verbeurdverklaring is dat het voorwerp aan de verdachte toebehoort (artikel 33, eerste lid, Wetboek van Strafrecht). Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, werd de desbetreffende telefoon alleen gebruikt in verband met het (illegale) vuurwerk. De rechtbank is van oordeel dat het voorwerp aan verdachte toebehoort. Hij had er een zodanige zeggenschap over en belang bij dat dat zijn betrekking tot dat voorwerp in zoverre met die van een eigenaar gelijk kan worden gesteld. Ook als verdachte geen eigenaar van de telefoon is, zoals hij heeft verklaard, kan die telefoon op grond van het tweede lid van artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht worden verbeurd verklaard. Dit zal de rechtbank dan ook doen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op (de) artikel(en):
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1 a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer;
- 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
5 (vijf) maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verklaart verbeurd het goed met goednummer 2020117433 Omschrijving: G1209596 telefoon Swift 2 plus, G1209596, Kleur: Grijs.
Gelast de teruggave aan verdachte van het goed met goednummer 2020117433 Omschrijving: G1209585 Apple A1688 iPhone 6s, G1209585, Kleur: Grijs, Merk:
Apple.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Berkhout, voorzitter,
mrs. M. Smit en R.K. Pijpers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Cordia, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 18 maart 2021.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal bevindingen verhuur [kenteken] , pagina 94 tot en met 119, in het bijzonder pagina 94, 97, 105 tot en met 106.
3.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 0083.
4.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek track-and-trace voertuig [kenteken] , pagina 0145 tot en met 0207, in het bijzonder pagina 0146, 0199 tot en met 0206.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 0090 tot en met 0093.
6.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek track-and-trace voertuig [kenteken] , pagina 0145 tot en met 0207, in het bijzonder pagina 205.
7.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Wileyfox Swift 2 Plus, pagina 0278 tot en met 0282.
8.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek track-and-trace voertuig [kenteken] , pagina 0145 tot en met 0207, in het bijzonder pagina 0206.
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 0075 tot en met 0077, in het bijzonder pagina 0075.
10.Het geschrift, zijnde een kennisgeving van inbeslagneming, pagina 0240.
11.Compound staat "voor samengesteld vuurwerk". Het is voldoende dat twee of meer stukken vuurwerk door middel van een lont aan elkaar verbonden zijn om gezien te worden als compound, zie proces-verbaal met nummer PL1100-2020117433-42 van 8 januari 2021, opgemaakt door [verbalisant] , brigadier van politie Eenheid Noord-Holland.
12.Het proces-verbaal van onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 0229 tot en met 0240.
13.Het geschrift, zijnde een kennisgeving van inbeslagneming, pagina 0274.
14.Het proces-verbaal van onderzoek aan in beslag genomen vuurwerk, pagina 0241 tot en met 0273.
15.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek in beslag genomen vuurwerk, pagina 0086 tot en met 0089.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 0081 tot en met 0082.
17.Proces-verbaal van bevindingen overtredingen ADR en VR, pagina 0208 tot en met 0211, in het bijzonder pagina 0211.
18.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 0075.