Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 juli 2020 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 4 december 2020.
2.De feiten
Inleiding
joint venture. Het door partijen in dit kader ontwikkelde plan kwam in grote lijnen neer op het volgende:
business planen voorts in een
Term Sheetvan 30 juni 2016, fungerende als een verklaring van de intenties over en weer. De Term Sheet omschrijft de beoogde samenvoeging van ondernemingsactiviteiten als: de Transactie. De Term Sheet geeft verder aan uit welke stukken de op te stellen Transactiedocumentatie zal bestaan. De belangrijkste van die stukken is de zogenoemde Participatieovereenkomst.
- Facilicom heeft alle aandelen Prorest overgedragen aan Albron, en verkreeg 31,25% van de aandelen in Albron, steeds met 1 januari 2016 als effectieve datum;
- de Koopprijs Prorest, die was bepaald op € 36.234.000, is volledig verrekend met de op Facilicom rustende stortingsplicht;
- de Solvabiliteitseis is bepaald op 30%. Hoewel eerst nog door partijen werd voorzien dat cash in Albron Nieuw moest worden bijgestort teneinde aan de Solvabiliteitseis te voldoen, is na totstandkoming van de Term Sheet en gedurende de onderhandelingen over de Participatieovereenkomst vastgesteld dat reeds meer dan voldoende cash aanwezig was in zowel Prorest als Albron, zodat de Solvabiliteitseis is geëffectueerd door overtollige cash als dividend te laten uitkeren aan Stichting en Facilicom, zodanig dat Albron Nieuw een solvabiliteitsratio van 30% had.
“Cash-inbrengcorrectie).”
cash and debt freebasis” wordt vastgesteld en dat die prijs nog
, vermeerderd met het bedrag van een eventueel door Facilicom betaalde Cash-inbrengcorrectie, en vermeerderd met 28,2% van het bedrag van de koopprijs van de Prorest België Acquisitie;”.
ClosingLeveringdoor Facilicom verkregen Nieuwe Aandelen Albron – zijnde het bedrag van de Koopprijs Prorest – plus
(met inbegrip van het pro rata deel van de Cash- inbrengcorrectie),(…)
in de periode na de Leveringsdatum, maar voor uitoefening van het Optierecht Stichting Albron(…)
3.Het geschil
cash and debt free basis, op uitkering van overtollige cash per einde 2018, namelijk het bedrag van de ex artikel 7.3 Participatieovereenkomst gedane Initiële Cash Inbreng aan de zijde van Facilicom (€ 5.384.000) dat uiteindelijk is uitgegroeid tot € 9.022.000,00.
4.De beoordeling
cash and debt freebasis (het eerste onderdeel van de zinsnede) is immers bedoeld om een ondernemingswaarde te vertalen naar een aandeelhouderswaarde, oftewel de waarde van de onderneming zonder overtollige cash en zonder schulden. Het is niet in geschil dat de waarde die is omschreven in artikel 13.2 sub (i) sub (a) – zijnde het bedrag van de Koopprijs Prorest – was bedoeld als aandeelhouderswaarde, zodat het nogmaals hanteren van een
cash and debt freebasis geen toegevoegde betekenis heeft. Ook het normaliseren van EBITDA en EBIT (het tweede onderdeel van de zinsnede) is niet toepasbaar op de waarde die is omschreven in punt (i) sub (a), de Koopprijs Prorest; de Kooppprijs Prorest is immers het reeds tussen partijen vaststaande resultaat van een EBIT(DA)-formule, zodat er niets meer te normaliseren valt.
due diligenceonderzoek gedaan, en op basis daarvan is de onderlinge waardering en verhouding nog iets gewijzigd. Daarmee waren de commerciële onderhandelingen – de onderhandelingen over de waardering van de ondernemingen en de financiële aspecten van de transacties – afgerond. De Participatieovereenkomst vormt de juridische uitwerking van dat onderhandelingsresultaat, en beoogde geen wijziging te brengen in de commerciële overeenstemming. In die uitwerkingsfase hebben partijen ook niet meer over dergelijke aspecten onderhandeld. Aldus Facilicom. Dit een en ander is door Stichting niet meer weersproken: Stichting wijst erop dat de professionele adviseurs van partijen na ondertekening van de Term Sheet met elkaar hebben onderhandeld door uitwisseling van steeds bijgewerkte concepten van de Transactiedocumentatie, maar stelt niet dat die onderhandelingen nog effect hebben gehad op wat partijen voor ogen stond ten tijde van het ondertekenen van de Term Sheet voor zover het gaat om het in dit geding van belang zijnde (commerciële) punt, namelijk de wijze waarop de prijs als bedoeld in artikel 13.2 sub (i) van de Participatieovereenkomst wordt bepaald.
correctiesop die stortingen. Vervolgens is het begrip “Cash-inbrengcorrectie” door (de adviseurs van) Facilicom in het volgende concept van de Term Sheet (van 24 juni 2016) toegevoegd aan het artikel over de Terugkoopoptie (artikel 16 in het concept) als onderdeel van de door Stichting in dat kader te betalen prijs. Uit het gebruik van het woord “eventueel” blijkt te meer dat ook Facilicom het oog heeft op een
correctieop de contante stortingen, en niet op de contante stortingen zelf, omdat eruit blijkt dat ook volgens Facilicom het niet zeker is dat Stichting bovenop “de waarde Prorest die als uitgangspunt is genomen …” (wat later ‘Koopprijs Prorest’ is gaan heten) nog iets extra’s aan Facilicom zal moeten betalen in de sfeer van de cash die in Albron Nieuw is gebracht in het kader van de Solvabiliteitseis.
cash and debt free, nu die basis in artikel 12 van het concept van de Term Sheet immers ook geldt. Stichting weerspreekt dit, stellende dat de beide artikelen een eigen systematiek kennen, waar voor artikel 12 zelfs nog een rekenvoorbeeld in een bijlage is opgenomen, en dat hooguit van ‘spiegeling’ kan worden gesproken omdat de bedragen in beide artikelen zijn gebaseerd op dezelfde waardering.
waarbij zal worden uitgegaan van een cash and debt free basis en waarbij de EBITDA en EBIT zullen worden genormaliseerd voor materiële eenmalige bijzondere baten of lasten…vanaf 1 januari 2019”).
correctieop de contante stortingen (zie 4.5
).
€ 5.384.000 en ten tweede omdat, zoals overwogen in 4.12, de uitleg van Stichting dat de Initiële Cash Inbreng moet worden geacht te zijn verdisconteerd geweest in de Koopprijs Prorest aannemelijk is.