Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Waardering van het bewijs
omstreeks23 mei 2018 heeft plaatsgevonden. Omstreeks 23 mei 2018 omvat in ieder geval ook 24 en 22 mei 2018. De raadsman heeft verder aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat de vernieling wederrechtelijk was, omdat de schuur eigendom was van de stiefmoeder van verdachte. In het algemeen zullen ook familieleden niet instemmen met de vernieling van hun goederen. Dat de stiefmoeder van verdachte met deze vernieling heeft ingestemd blijkt niet. De rechtbank acht op grond van de verklaring van de getuige en de bevindingen van de verbalisanten de tenlastegelegde vernieling in zaak C bewezen.
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
108(honderdacht)
dagen.
betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 700,69(zevenhonderd euro en negenenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2017 tot de dag van voldoening. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
ten behoeve van [slachtoffer 4] aan de Staat € 700,69(zevenhonderd euro en negenenzestig cent)
te betalen,te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 23 oktober 2017 tot aan de dag van voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor maximaal 14 (veertien) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Zuidniet-ontvankelijk in haar vordering.