ECLI:NL:RBAMS:2021:1063

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 maart 2021
Publicatiedatum
15 maart 2021
Zaaknummer
13/295948-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor het medeplegen van het voorhanden hebben van een omgebouwd vuurwapen met geluiddemper

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 2000, die werd beschuldigd van het medeplegen van het voorhanden hebben van een omgebouwd vuurwapen met geluiddemper. De tenlastelegging betrof een incident dat plaatsvond op 19 november 2020 te Duivendrecht. Tijdens de zitting op 24 februari 2021 heeft de officier van justitie, mr. R. Leuven, betoogd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden op basis van wapenonderzoek, de bevindingen van verbalisanten en het aangetroffen DNA van de medeverdachte op het vuurwapen. De officier stelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn geweest van het wapen, omdat het zichtbaar was voor hem.

De raadsman van de verdachte, mr. J. van Weers, pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist van de aanwezigheid van het vuurwapen. De rechtbank oordeelde dat er geen wettig bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van het vuurwapen in de auto. De rechtbank concludeerde dat het wapen deels verborgen was en dat de verdachte mogelijk pas op de hoogte werd gebracht van het wapen op het moment dat het door de verbalisant werd gezien. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.

Daarnaast werd er een beslissing genomen over in beslag genomen voorwerpen. De rechtbank gelastte de teruggave van een iPhone aan de verdachte en de bewaring van een Samsung ten behoeve van de onbekend gebleven rechthebbende. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige strafkamer van de rechtbank.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/295948-20
Datum uitspraak: 10 maart 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres].

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 24 februari 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Leuven, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J. van Weers, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 19 november 2020 te Duivendrecht heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen, te weten een omgebouwd pistool met geluiddemper.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I.

3.Beoordeling of verdachte het tenlastegelegde heeft begaan

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat, op grond van het wapenonderzoek, de bevindingen van de verbalisanten en het aangetroffen DNA van de medeverdachte op het vuurwapen, het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Hij heeft betoogd dat uit de bevindingen van de verbalisanten kan worden afgeleid dat medeverdachte [medeverdachte] het vuurwapen in zijn handen had, waarna hij het weglegde toen de verbalisanten ter plaatse kwamen. Hieruit blijkt volgens de officier van justitie dat verdachte wist van de aanwezigheid van het vuurwapen omdat het ook voor verdachte in het zicht heeft gelegen. Verder vindt de officier van justitie het niet geloofwaardig dat verdachte twee uur lang met medeverdachte [medeverdachte] – die hij naar eigen zeggen niet kende – in een auto heeft gezeten, maar toen niet heeft gesproken over de aanwezigheid van het vuurwapen.
3.2
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
3.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het ten laste gelegde niet kan worden bewezen, omdat wettig bewijs ontbreekt. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte wist van de aanwezigheid van het vuurwapen in de auto. De omstandigheid dat de trekker en de geluiddemper van het vuurwapen zichtbaar waren voor verbalisant [verbalisant] maakt niet dat verdachte voordien het wapen ook moet hebben gezien vanaf de bestuurdersstoel. Immers lag het wapen (deels) in/onder een plastic tas en zag deze verbalisant dat de bijrijder – te weten medeverdachte [medeverdachte] – kort daarvoor iets wegstopte bij zijn voeten. Uit het proces-verbaal volgt niet dat medeverdachte [medeverdachte] het vuurwapen in zijn handen heeft gehad en het niet anders kan dan dat verdachte dit moet hebben gezien. Verdachte werd op het moment dat verbalisant [verbalisant] het vuurwapen zag liggen mogelijk pas op de hoogte gebracht van de aanwezigheid van het vuurwapen. Verdachte zal van het ten laste gelegde worden vrijgesproken.

4.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • 1 STK GSM (omschrijving: 5997868, merk: Iphone);
  • 1 STK GSM (omschrijving: 5997869, merk: Samsung).
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de iPhone moet worden teruggegeven aan de rechthebbende, namelijk aan verdachte en dat de Samsung moet worden bewaard ten behoeve van de (onbekend gebleven) rechthebbende.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachtedaarvan
vrij.
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
- 1 STK GSM (omschrijving: 5997868, merk: iPhone).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- 1 STK GSM (omschrijving: 5997869, merk: Samsung).
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en C. Huizing-Bruil, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.P.M. Smeets, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 maart 2021.
[...]