AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Beëindiging van contracten van Uber-chauffeurs en de gevolgen van geautomatiseerde besluitvorming onder de AVG
In deze zaak hebben vier Uber-chauffeurs hun deactivering van hun accounts aangevochten, die door Uber was besloten op basis van vermeende frauduleuze handelingen. De chauffeurs stelden dat de besluiten tot deactivering volledig geautomatiseerd waren genomen zonder betekenisvolle menselijke tussenkomst, wat in strijd zou zijn met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). De rechtbank heeft vastgesteld dat Uber niet uitsluitend op basis van geautomatiseerde besluitvorming heeft gehandeld, maar dat er wel degelijk menselijke tussenkomst was in het besluitvormingsproces. De rechtbank oordeelde dat Uber de chauffeurs niet voldoende had geïnformeerd over de specifieke frauduleuze handelingen die tot deactivering hadden geleid, wat een schending van de transparantieverplichtingen onder de AVG betekende. De rechtbank heeft Uber bevolen om binnen twee maanden inzage te geven in de persoonsgegevens van de chauffeurs die ten grondslag lagen aan de deactivering van hun accounts. De overige verzoeken van de chauffeurs, waaronder schadevergoeding, werden afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt.
Voetnoten
1.Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (hierna: AVG).
2.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), PbEU 2012, L 351/1 (hierna: Brussel I bis-Verordening).
3.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
4.Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (hierna: Rome I (https://www.navigator.nl/document/openCitation/id5aba9745150ee0c2ddda46a806a77ad5)), PbEG 2008, L 177/6.
5.Richtsnoeren inzake geautomatiseerde individuele besluitvorming en profilering voor de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 van de Groep Gegevensbescherming Artikel 29 van 3 oktober 2017, laatstelijk gewijzigd op 6 februari 2018, WP251rev.01 (hierna: Richtsnoeren). Deze groep thans European Data Protection Board genoemd, bestaat uit vertegenwoordigers van de nationale toezichthouders voor gegevensbescherming.
6.Memorie van Toelichting bij de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, TK 2017-2018, 34 851, nr. 3, p. 46.
7.Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming.