4.3.1Wederrechtelijk verkregen voordeel uit witwassen
De rechtbank gaat bij de vaststelling van het te ontnemen wederrechtelijk verkregen voordeel uit van de kasopstelling over de periode 1 januari 2012 tot 1 februari 2018, zoals weergegeven op pagina 10 en verder van het ‘rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel kasopstelling’ van 15 oktober 2019 (FIN-003). Daarbij neemt zij mede in aanmerking hetgeen in het vonnis van de inhoudelijke strafzaak is bepaald.Dit houdt onder meer in dat het beginsaldo van de contante middelen is gehandhaafd op € 512,-.
De gevoerde verweren met betrekking tot de contante uitgaven zijn afgewezen met uitzondering van het verweer betreffende de Harley Davidson. Hiervan heeft de rechtbank bepaald dat deze voor de helft wordt meegerekend in het vermogen van [veroordeelde], omdat aannemelijk is dat dhr. [persoon] mee zou delen in de winst bij de verkoop van de motor. Nu deze motor is getaxeerd op € 21.500,-, heeft de rechtbank de helft van de waarde van deze motor in de berekening meegenomen. Daarmee wordt het bedrag van de contante aankopen verminderd met € 10.750,-.
Dit leidt tot de volgende berekening:
Beginsaldo contant geld € 512
+/+ legale contante ontvangsten inclusief bankopnamen € 8.100
-/- eindsaldo contant geld
€ 0
Beschikbaar voor doen van uitgaven € 8.612
Werkelijke contante uitgaven
-bankstortingen € 66.340
-contante luxe aankopen € 88.700
-overige contante aankopen € 11.823
-voeding (NIBUD-norm)
€ 11.412
-/- totaal contante uitgaven € 178.275
Verschil (= wederrechtelijk verkregen voordeel) € 169.663
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [veroordeelde] door middel van witwassen een voordeel verkregen dat de rechtbank schat op
€ 169.663,-.
4.3.2Wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel uit de hennepkwekerij is gebruik gemaakt van het rapport ‘Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht’ van het Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016 (hierna: het BOOM-rapport).
Opbrengsten
De ontnemingsperiode strekt zich uit over de periode van 1 januari 2018 tot en met 9 juli 2018 en behelst een periode van 27 weken. Bij de ontdekking van de kwekerij op 9 juli 2018 waren de planten ongeveer zeven weken oud. In de periode daarvoor kunnen normaliter twee oogsten zijn geweest. Dat sluit ook aan bij verklaring van [veroordeelde] dat de in beslag genomen hennepplanten de derde oogst zouden worden. In de berekening wordt dan ook uitgegaan van twee eerdere oogsten.
Uit het proces-verbaal
Aantreffen hennepkwekerijblijkt dat in kweekruimte A vijf hennepplanten stonden en in kweekruimte B 362 planten.Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is uitgegaan van 362 planten.Deze stonden in een ruimte van 19,4 m2 (19 planten per m2) en volgens het BOOM-rapport levert dit doorgaans een opbrengst van 26,2 gram hennep per plant op (en dus 9,484 kilogram per oogst). [veroordeelde] heeft verklaard dat de aangetroffen planten zijn derde oogst zouden vormen en dat hij twee keer eerder heeft geoogst. De eerste oogst was 8 kilogram en de tweede oogst 9 kilogram.Daarom wordt bij de berekening uitgegaan van 8,5 kg per oogst. [veroordeelde] heeft voorts verklaard dat hij € 3.500,- per kilogram hennep heeft ontvangen. Dit levert een opbrengst op van 8,5 kilogram x € 3.500,- = € 29.750,- per oogst.Voor de twee oogsten tezamen levert dit een totaalopbrengst van € 59.500,- op.
Kosten
De in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn, op basis van het rapport BOOM en de verklaring van de [veroordeelde], als volgt:
Afschrijvingskosten (
waardedaling van duurzame productiemiddelen zoals lampen, kweekbakken, ventilatoren, afzuiginstallaties etc.)
€ 250,-
Boom-rapport, p. 21: bij 300-400 planten zijn de afschrijvingskosten € 250,- per oogst.
Hennepstekken
€ 1.991,-
€ 5,50 per stek/plant (op basis van verklaring [veroordeelde])
Variabele kosten
€ 1.404,56
€ 3,88 per stek/plant (op basis van het Boom-rapport)
Elektriciteitskosten
€ 0
Kosten knippers
€ 0
Huisvestingskosten
€ 0
Totaal kosten per oogst
€ 3.645,56
De rechtbank gaat bij de bepaling van de op de opbrengst in mindering te brengen kosten uit van de normbedragen zoals die zijn berekend in het rapport BOOM. De rechtbank ziet geen aanleiding uit te gaan van de verklaring van [veroordeelde] dat de kosten voor de kwekerij en de bouw van de kelder € 60.000,- zijn, nu deze kosten door hem niet zijn onderbouwd. [veroordeelde] heeft de naam van de [naam coffeeshop] niet willen noemen en heeft ook niet met bonnen of afschrijvingen onderbouwd welke kosten hij heeft gemaakt. Bovendien maakt de kelder nu onderdeel uit van zijn onroerend goed en heeft daarom een zekere waarde.
De rechtbank gaat daarom uit van totale kosten per oogst van € 3.645,56. Voor twee oogsten komt dat neer op € 7.291,12.
De rechtbank ziet aanleiding ook een deel van de elektriciteitskosten bij de kosten op te tellen. [veroordeelde] heeft met Liander een betalingsregeling getroffen van € 9.816,02, bestaande uit € 904,12 incassokosten en € 8.911,90 aan elektriciteitskosten. Administratiekosten (waaronder de incassokosten) kunnen niet als kosten worden afgetrokken (zie het BOOM-rapport van 1 juni 2016). De rechtbank zal uitsluitend de elektriciteitskosten van € 8.911,90 als af te trekken kosten aanmerken.
Dit houdt in dat in totaal een bedrag van € 16.203,02 in mindering wordt gebracht op de opbrengst van de hennepkwekerij.
Het wederrechtelijk verkregen voordeel van de hennepkwekerij bedraagt hiermee € 59.500,- minus € 16.203,02 =
€ 43.296,98.
4.3.3Totaal wederrechtelijk verkregen voordeel
Uit de kasopstelling kan worden afgeleid dat [veroordeelde] een wederrechtelijk voordeel heeft genoten van € 169.663,-.
Uit de hennepkwekerij heeft hij een voordeel genoten van € 43.296,98.
Het totale wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat op
€ 212.959,98.
De rechtbank ontleent deze schattingen aan de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.