ECLI:NL:RBAMS:2020:975

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2020
Publicatiedatum
18 februari 2020
Zaaknummer
679027 / FA RK 20-372
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1996. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 28 januari 2020 opgelegde crisismaatregel, die was ingediend ter griffie op 29 januari 2020. Tijdens de mondelinge behandeling op 30 januari 2020, die plaatsvond in een GGZ-instelling, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van de betrokkene, mr. J.W. Plantema, en de behandelend psychiater, de heer O.R. de Peuter. De betrokkene verklaarde dat het goed met hem ging en dat hij geen verhoging van de medicatie wilde, ondanks dat de artsen aangaven dat een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk was vanwege psychotische verschijnselen en een gebrek aan ziektebesef.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, zowel voor de betrokkene zelf als voor de veiligheid van anderen. De rechtbank oordeelde dat de in de crisismaatregel genoemde zorg noodzakelijk was om het nadeel af te wenden en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 20 februari 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter I.M. Nusselder en schriftelijk uitgewerkt op 20 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 679027 / FA RK 20-372
kenmerk: 100842
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 30 januari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.W. Plantema te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 29 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 28 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 28 januari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 28 januari 2020;
-een uittreksel uit het curateleregister.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 januari 2020, op de locatie [GGZ instelling] , locatie [adres] [plaats] .
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- advocaat van betrokkene, mr. J.W. Plantema;
- semi-arts, mevrouw A. Stibber;
- de behandelend psychiater, de heer O.R. de Peuter.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is
.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft op de mondelinge behandeling verklaard dat het goed met hem gaat. Hij wil geen ophoging van de medicatie nu hij vindt ook voldoende te reageren op de huidige dosis. Betrokkene is pas sinds kort weer in Nederland, nadat hij in de psychiatrische kliniek in Parijs werd opgenomen. In Parijs is hij bestolen van zijn telefoon en portemonnee. Hij heeft vervolgens een aanvaring gehad met de politie, nadat bleek dat hij de taxi niet kon betalen. Hij wil nu orde op zaken stellen. Onder andere huisvesting en zijn bankzaken. Volgens betrokkene zijn de verklaringen in zijn dossier nergens op gebaseerd en leugenachtig. Op basis van die verklaringen is hij gedwongen opgenomen.
De advocaat van betrokkene concludeert tot afwijzing van het verzoek. Hij haalt uit de medische verklaring juist alleen positieve dingen. Het gaat goed met betrokkene. Daarnaast bestaat er geen duidelijkheid over het vermeende drugsgebruik. Eerder heeft betrokkene in een herstelkliniek gezeten en daar was de dosis antipsychotica ook 20mg. De advocaat merkt op dat de huidige accommodatie betrokkene niet ter wille is geweest. Het gaat uiteindelijk om 10mg. Voorts is volgens hem sprake van vooringenomenheid. Als de behandelaars aangeven dat niet met betrokkene valt samen te werken, dan kan hij beter naar huis of naar een open afdeling gaan. Voorts is volgens de advocaat onvoldoende duidelijk welk ernstig nadeel betrokkene veroorzaakt. Er hebben (ongepaste) incidenten plaatsgevonden, maar volgens de advocaat leidt dit niet tot ernstig nadeel.
2.2.
De arts heeft verklaard dat een voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is nu er nog steeds psychotische en manivorme verschijnselen worden waargenomen. Betrokkene is achterdochtig en doet uitspraken waarin hij zegt op de afdeling in de gaten gehouden te worden door de CIA. Daarnaast is uit een informatieoverdracht vanuit Parijs gebleken dat betrokkene daar 30mg antipsychotica kreeg wegens een acuut psychotisch toestandsbeeld. Op dit moment gebruikt hij 20mg, maar de behandelaren willen dit graag geleidelijk ophogen naar 30mg, gezien het huidige toestandsbeeld van betrokkene. Hij wil dit zelf niet en het ontbreekt daarmee aan enig ziektebesef of inzicht. Er hebben daarnaast verschillende incidenten plaatsgevonden. Zo heeft er grensoverschrijdend gedrag plaatsgevonden naar een verpleegkundige op de afdeling en is er een afgebroken vork in de kamer van betrokkene gevonden. Het is daarnaast nauwelijks mogelijk een gesprek aan te gaan, nu alles door betrokkene in twijfel wordt getrokken en hij met regelmaat een dreigende houding aanneemt. Het gesprek wordt vaak vroegtijdig door betrokkene beëindigd. Een voortzetting van de crisismaatregel is derhalve noodzakelijk nu het ernstig nadeel niet kan worden afgewend zonder klinische behandeling. Indien het beeld onvoldoende verandert, zal een aanvraag voor een zorgmachtiging worden gedaan.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept, maatschappelijk teloorgang en ernstige verwaarlozing.
Uit de stukken is voorts gebleken dat een opname al eerder noodzakelijk werd geacht, blijkens een onder de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) afgegeven voorlopige machtiging. Deze is afgegeven bij beschikking van 16 oktober 2019. Betrokkene bleek gevlucht naar Frankrijk, waardoor de beschikking niet ten uitvoer kon worden gelegd en deze is vervallen. Naar aanleiding van het incident in Parijs waarbij hij de taxichauffeur wilde betalen met een baksteen, is hij opnieuw in beeld gekomen.
2.4.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • opnemen in een accommodatie],
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De rechtbank zal de verzochte verplichte zorg in de vorm van toedienen van vocht en voeding niet toewijzen, nu niet is gebleken dat betrokkene zich verzet tegen eten en/of drinken.
2.6.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1996 te [geboorteplaats] , voor zover het de in rechtsoverweging 2.5. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 februari 2020;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is op 30 januari 2020 mondeling gegeven door mr. I.M. Nusselder, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door J.M. Vos als griffier, en op 20 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.